[Francois Antoine Chevrier]
CHEVRIER (Francois Antoine), geboren te Nancy in 1705, waar zijn vader Pierre Paul Chevrier een verdienstelijk Advokaat was, was eerst vrijwilliger in een regiment infanterie in Frankrijk, doch tegenzin in de dienst krijgende, kwam hij te Parijs, waar hij voor het tooneel arbeidde en hevige geschriften uitgaf, waardoor hij zich vele vijanden berokkende.
Wegens zijne Histoire de Lorraine, waarvan reeds vier deelen het licht zagen, bij vonnis van het baljuwschap van Nancy den 22sten Junij 1758 tot eeuwigdurende galeistraf verwezen, vlugtte hij naar 's Gravenhage en daarna naar Rotterdam, waar hij den 2den Julij 1762 overleed. De onbeschaamdheid, de losbandigheid, de ongodsdienstigheid, hebben in de meeste zijner werken den boventoon, hoewel men hem geen vernuft noch verbeeldingskracht kan ontzeggen.
Men vindt eene lijst zijner werken in la France littéraire de M. Querard. Het eenige echter, dat verdient te worden geraadpleegd is zijn: Mémoire pour servir à l'histoire des hommes illustres de Lorraine, Brux. 1754, 2 vol. in 12o.
Zie Biogr. Univ.; Adelung, Forts. zu Jöchers Gelehrt. Lexicon.