[Jan Chalon]
CHALON (Jan), oudste zoon van den voorgaande, geboren te Amsterdam den 4den Junij 1738, werd benevens zijnen broeder bepaaldelijk tot de toonkunst opgeleid, doch gaf reeds zeer vroeg blijken van zijne zucht tot eene algemeene kennis der kunsten en wetenschappen.
Zijne muzijkkennis, waardoor hij reeds een behoorlijk bestaan had verkregen, willende uitbreiden door het bezoeken van andere landen, begaf Chalon zich, op vijf-en-twintig jarigen ouderdom, naar Parijs, werwaarts hij twee jaren later door zijnen broeder gevolgd werd. Zij werden aldaar als achtingswaardige kunstenaars behandeld, en ondervonden als zoodanig de genegenheid van onderscheidene voorname lieden; doch Jan vertrok, na eenigen zijner muzijkwerken te Parijs te hebben uitgegeven, naar Londen; waar hij in korte tijd, door zijne meer dan gewone talenten, zoo in de zamenstelling als in de uitvoering der muzijk, door onderscheidene der aanzienlijkste geslachten tot het geven van onderwijs werd aangezocht, en alzoo een aantal be kwame leerlingen vormde.
Hoewel de toonkunst zijne voornaamste en dagelijksche bezigheid was, belette dit hem echter niet, om aan zijnen smaak voor de beeldende kunsten gehoor te geven en dien onwederstaanbaren trek zooveel mogelijk te voldoen. Tot uitspanning hanteerde hij de etsnaald, in welke kunstoefening hij bijzonder partij wist te trekken van Rembrants prenten, waarvan, met meer andere kunstvoortbrengselen, hij eene fraaije verzameling bezat. Zonder eenig onderrigt en met gebrekkelijke werktuigen, als de punt van een pennemes en dergelijken, strekte zijn kunstgevoel hem alleen tot leidsman en hierdoor poogde hij den geest van Rembrandt op zijne plaatjes over te brengen. Hij heeft een prentwerk, bestaande uit een aantal teekenachtige hoofden, vervaardigd. Velen daarvan vernietigde hij, als onvoldaan over zijnen arbeid, weder even spoedig als zij geëtst waren. Nogthans kreeg hij honderd stuks bijeen, welke na zijn overlijden, dat den 11den Junij 1765 te Londen voorviel, uitgegeven zijn door C. Josi, die met zijne dochter gehuwd was en zich te Amsterdam had nedergezet.
Behalve gezegde dochter liet hij eenen zoon na H.B. Chalon, die, tot schilder opgeleid zijnde, veel talent bezat in het schilderen van beesten, vooral van paarden. Hij was schilder van den Prins Regent van Engeland en van den Hertog van York.