gers der Hoogeschool aldaar benoemd werd, om, volgens eene instelling, door Prins Maurits verordend, in de Nederduitsche taal, die deelen der Wiskunde te onderwijzen, welke meer bijzonder ter vorming der Ingenieurs geschikt zijn. Hij kweet zich van die taak op eene loffelijke wijze tot aan zijn overlijden, hetwelk den 31 December 1610 voorviel. Hij was twee malen gehuwd, en had twaalf kinderen; zijne weduwe was Adriana Symons. Zijn afbeeldsel komt voor bij Meursius.
De verhouding van den omtrek tot den diameter van den cirkel, door hem berekend en door een groot aantal cijfers uitgedrukt, bekend onder den naam van het Ludolfsche getal, heeft hem eenige vermaardheid gegeven. Hij vond dat indien men de middellijn gelijk aan 1 stelt, en eenen veelhoek van 32212254720 zijden gebruikt, de omtrek des cirkels grooter is dan
3,14159265358979323846
en kleiner dan
3,14159265358979323847
Naderhand nog naauwkeuriger te werk gaande, vond hij, dat als men de middellijn des cirkels 1 stelt, de omtrek des cirkels grooter is dan
3,141,592,653,589,793,238,462,643,383,279,50
en kleiner dan
3,141,592,653,589,793,238,462,643,383,279,51
De wijze intusschen, waarop van Ceulen tot dit getal gekomen is, pleit meer voor zijn geduld, dan voor zijn wiskundig vernuft, en zou een ongunstig denkbeeld van hem als wiskundige geven, ware het niet dat men van het tegendeel bewijzen bezat in zijne werken, zijnde:
Ludolf van Ceulen, van den Circkel, nog de tafelen Sinum Tangentium et Secantium ten laatste van Intrest. Delft 1596, fol. 2e druk 1616, in het Latijn vertaald door Willebrordus Snellius onder den titel:
De anulis 1619. 4o.
De Arithmetische en Geometrische Fondamenten van Mr. Ludolf van Keulen. Leiden 1616, van hetwelk reeds een jaar vroeger eene Latijnsche vertaling van Snellius het licht zag, onder den titel:
Fundamenta arithmetica et geometrica. Leyd. 1615. 4o.
Konstige vragen, welke mede voorkomen in den tweeden druk van den Circkel, doch waarvan een herdruk verscheen onder den titel:
Konstige vragen, met de daartoe behoorende verklaringen en uitbreidingen verrijkt door P. Praalder Amst. 1778. Ook van die vragen bestaat eene vertaling in het Latijn onder den titel:
Zetemata seu Problemata Geometrica.
Zie Meursius Athen. Batav.; van Abcoude, Naaml. van Nederd. Boeken, D. I. St. III; van Abcoude en Arrenberg, Naaml.