toch vooral het getal der lijdende huisgezinnen zooveel mogelijk te vermenigvuldigen, al waren ook anderen, door hen ter plaatsvervanging aangeboden, veel geschikter tot de dienst, en zelfs van goeden huize; al waren zij zelven daar tegen zwak, en aan ongesteldheden onderhevig.
Doch naauwelijks was in 1813 het Nederlandsche volk opgestaan om het Fransche juk af te schudden of de Celles, door zijn kwaad geweten gejaagd, haastte zich, om Amsterdam heimelijk te verlaten en begaf zich naar Parijs, waar hij weder zitting in den Staatsraad nam, tot den intogt der Bondgenooten in die stad in 1814.
Nu keerde de Celles naar zijn Vaderland terug. Doch bleef vreemd aan alle openbare ambten tot in 1821, toen hij tot Lid van de Tweede Kamer der Staten Generaal in de Nederlanden werd benoemd. Hier toonde hij zich steeds een tegenstander der Regering. In 1826 vertrok hij als Ambassadeur bij den Pausselijken stoel naar Rome en sloot, den 18den Junij 1827, een concordaat met den Heiligen Stoel; hij bleef tot in Augustus 1829 als buitengewoon Ambassadeur en Plenipotentiaris te Rome. Later hernam hij zijne plaats in de Tweede Kamer en komt op eene zeer schandelijke wijze voor in het beruchte proces tegen de Potter.
Tijdens de Belgische revolutie in 1830 uitte de Celles reeds den 1sten September den wensch, dat de beide gedeelte van het Koningrijk zouden gescheiden worden, en was Voorzittend lid van de bezending, welke te dien einde naar 's Gravenhage werd gezonden. Na het gebeurde te Brussel, in September 1830, naar zijne haardsteden teruggekeerd, werd hij Lid van het Belgische congres, President van het Comité Diplomatique en later Zaakgelastigde van Belgie te Parijs. Onmiddelijk nadat de Hertog van Nemours de Belgische kroon geweigerd had, werd hij in zijne zending aan het Fransche hof vervangen.
Nu vestigde hij zich met der woon te Parijs, waar hij in 1832 brieven van naturalisatie bekwam, en werd vervolgens als Raadsheer in buitengewone dienst in den Staatsraad geroepen. Hij overleed den 1sten November 1841.
Zie Mr. H. Bosscha, Geschied. der Nederl. Staatsomwenteling, St. I. bl. 65, 74, 123; Galer. Hist. des Contemp.; van Kampen, Verkorte Geschied. der Nederl., D. II. bl. 485, 499, 502; Biogr. Univ.