[Auguste Jean Gabrtel de Caulaincourt]
CAULAINCOURT (Auguste Jean Gabrtel de), geboren den 16den September 1777 te Caulaincourt in Picardië, van eene oude familie, trad reeds vroegtijdig in de krijgsdienst, en werd Tweede Luitenant der Kurassiers, den 14den Januarij 1792, Eerste Luitenant in het Eerste Regiment Karabiniers den 21sten Januarij 1796, en Kapitein bij het Eerste Regement Dragonders den 28sten Februarij 1797. Hij maakte de veldtogten aan den Rijn mede, onderscheidde zich in den slag bij Stockach, den 25sten Maart 1799 en in het gevecht bij Mulhenthal, en werd in de bergengte van St. Gothard met eene lans gewond.
Op het einde van den veldtogt werd hij tot Chef d'Escadron benoemd, ging tot het leger van Italië over, werd den 14den Junij 1800 bij Marengo weder gekwetst, en gaf nieuwe blijken van dapperheid bij Vedelago, waar hij met zijn escadron vier honderd Hongaarsche voetknechten gevangen nam. Ten gevolge van deze onderscheidene daden tot Kolonel aangesteld, werd hij den 9den Junij Aide de camp van den Maarschalk Berthier, vergezelde Lodewijk Napoleon, toen deze in 1806 Koning van Holland werd, en zag zich door dezen tot zijnen Grootstalmeester benoemd. Op het laatst van 1807 drong hij er echter, onder voorwendsel dat zijne gezondheid niet tegen het Hollandsche luchtsgestel bestand was, op aan, dat Lodewijk hem tot Minister-Plenipotentiaris te Napels zou benoemen. De Koning was hem hierin te wille, ofschoon dit tegen de staatsregeling aanliep, daar deze duidelijk wilde, dat alleen inboorlingen tot openbare ambten benoemd werden, doch naauwelijks was Caulaincourt te Parijs, of hij, die bij zijn vertrek duizend betuigingen van genegenheid en verknochtheid aan Lodewijk gedaan, en weenende van hem afscheid genomen