Hertog Aalbrecht aan zijne dochter 60,000 mottoenen (39,000 gulden) tot bruidschat, die echter, zoo zij kinderloos vóór Eduard, of deze laatsten, het zij al of geene kinderen nalatende, vóór haar overleed, tot hem zouden terugkeeren.
In 1371 begaf Eduard zich naar Holland, om zijn huwelijk geheel te voltrekken, doch eer hij dit voornemen kon ten uitvoer brengen, sneuvelde hij den 22sten Augustus in den slag bij Biesweiler tegen de Brabanders. Catharina dit onverwacht voorval vernemende, droeg niet slechts rouw in haar hart maar had ook boven op hare mouw dit versje gestikt:
Dat moet sijn Godt geklaecht,
Dat ick ben Weduwe ende Maecht.
Gevende daardoor hare liefde en haar harteleed over Eduards dood te kennen. Ook wilde zij later met geen Vorst dan van Gelders bloed in den echt treden. Zij huwde dan ook in het jaar 1379 met Willem van Gulik, Hertog van Gelder; overleed op St. Martensdag des jaars 1400 te Hattem kinderloos, en werd in het klooster Munnikhuizen bij Arnhem begraven.
Zie Slichtenhorst, Geld. Geschied., bl. 146, 148, 161, 172; Halma, Toon. der Vereen. Naderl., D. I. bl. 196, 267; van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Arend, Algem. Geschied, des Vaderl., D. II. St. II. bl. 278, 279, 280, 364 en 365; Bilderdijk, Geschied. des Vaderl., D. III. bl. 202, D IV. bl. 2.