[B. Carull]
CARULL (B.), van wien ons geene levensbijzonderheden bekend zijn, beoefende in het begin dezer eeuw de Nederduitsche dichtkunst, waarvan proeven voorkomen in de Kleine Dichterlijke Handschriften, zijne stukjes zijn zeer zoet vloeijend, doch bevatten meest deukbeelden, welke men door andere veel krachtiger en dichterlijker vindt voorgedragen.
Zie Biogr. Woordenb. van Nederd. Dichters ten verv. op Witsen Geysbeek.