[Carolina Wilhelmina]
CAROLINA WILHELMINA, Prinses van Oranje, eenige overgeblevene dochter van Willem IV, Prins van Oranje, en van Anna, Prinses van Grootbrittanje, geboren te Leeuwarden den 28sten Februarij 1743, huwde den 5den Maart 1760 met Carel Christiaan, Prins van Nassau-Weilburg. Dit huwelijk had eerst na vele tegenstribbelingen plaats, want daar de Prinses - ingevolge de opdragt van haren vader tot Erfstadhouder, zoowel in de vrouwelijke als mannelijke linie - in geval haar broeder Willem V kinderloos overleed, in het stadhouderschap moest optreden, en aangezien de Prins van Nassau-Weilburg belijdenis deed van de Luthersche godsdienst, maakten sommige leden der Algemeene Staten zwarigheid dit huwelijk goed te keuren.
Na de dood van hare grootmoeder Maria Louisa, Prinses van Hessen-Cassel, in het jaar 1765 werd aan Carolina Wilhelmina, ten gevolge der landsverordening op de voogdij, de magistraatsbeschikkingen in de Friesche steden opgedragen tot aan de meerderjarigheid van haren broeder. Zij regeerde alzoo tot den 8sten Maart 1766, en overleed den 6den Mei 1787.
Zij was moeder van vijf zonen en vijf dochters.
Hare beeldtenis, gaat onderscheidene malen, in plaat uit, onder anderen eens door Tanjé en eens door Houbraken; beide in folio. Naar de schilderij van Hendrik Pothoven, gegraveerd door W. van Senus, komt het voor in Stuart, Vaderl. Hist. D. III. bl. 20.
Zie Sjoerds, Bes. van Friesl., D. II. bl. 158, 159, 191, 193; Kok, Vaderl. Woordenb.; Vaderl. Hist. ten onmiddel. verv. op Wagenaar, D. XXIII. bl, 32-40, 104-122, 222, 223, 372, D. XXIV. bl. 139, 190, 273; van Kampen, Verk. Geschied. der Nederl., D. II. bl. 277; Stuart, Vaderl. Hist., D. II. bl. 3-20, 148, 149, 157, 164, 250, 251, 429, 453; Munch, Geschichte des Hauses Nassau-Oranien, Band III. Tab. IX; Bilderdijk, Geschied. des Vaderl., D. XII. bl. 22, 23, 140 en 141; It Aade Friesche terp, met Bijv. en Aanteek. van J. van Leeuwen, bl. 462 en 463.