Predikant aan de kerk van Clermont toegewezen; maar in 1572 noodzaakte hem de St. Bartholomeusmoord, met verlies van alle zijne goederen, genoegzaam naakt en van alles ontbloot, naar Sedan terug te keeren. De Hervormden van Frankrijk zonden hem vervolgens naar Duitschland, om hulp bij de Protestantsche Vorsten te zoeken. Van die reize teruggekeerd en zich in Engeland bevindende, werd hij door de Staten van Holland, op aanbeveling van Prins Willem I, tot gewoon Hoogleeraar in de Godgeleerdheid te Leiden beroepen, waar hij bij het openen der hoogeschool, op den 8sten Februarij 1575, de inwijdings-redevoering hield. Hij schijnt, gedurende zijn kortstondig verblijf aldaar, zeer voor de belangen der hoogeschool te hebben geijverd, althans hij deed, hoewel te vergeefs moeite, om de grondslagen eener akademische bibliotheek te leggen. Het volgende jaar werd hij in Frankrijk terug geroepen, en nam er, gedurende eenige tijd, als Predikant de legerdienst waar. Vervolgens werd hij tot gewoon Leeraar te Sedan aangesteld, waarbij hem tevens de last werd opgelegd om de Godgeleerdheid aan de studerende jeugd te onderwijzen. In 1581 was hij, als gedeputeerde van de provincie Champagne, tegenwoordig bij de nationale synode in Junij te Rochelle gehouden. Het overige van zijn leven bragt hij te Sedan door, en stierf aldaar den 16den Januarij 1586.
De jongste zoon zijns ouderen broeders, zijn petekind, was de door geleerdheid en vrijzinnigheid zoo vermaarde Ludovicus Cappellus, Hoogleeraar te Saumur.
Men heeft van Capellus in druk: Oratio inauguralis Academiae Lugduno-Batavae aan het hoofd van J. Meursii Athenae Batavae. Lugd. Bat. 1625 40. welke redevoering met een stichtelijk gebed eindigt. Voorts heeft hij nog de volgende stukken geschreven, welke niet in het licht zijn gekomen:
Vita procellis Belli civilis perturbatissima.
De Ecclesia et ejusdem notis, adversus Epistolam a Rosario Apostata ad ill. Franciscum Borbonium directam 1575.
Speculum Papismi.
Commentarii in Calvini Catechismum.
Epistolarum selectarum volumen.
Zijne beeldtenis komt voor bij Moursius en in de Effigies bij van der Aa, met en zonder spiegelrand.
Zie de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Siegenbeek, Geshied. der Leid. Hooges. D. II. bl. 1 en 2, T. en B. bl. 54 en 55; Glasius, Godgel. Nederl.; Herzog, Real Encyclop. für prot. Theol. und Kirehe.