[Jakob van der Capellen]
CAPELLEN (Jakob van der) tot Rand wijk, zoon van Arent van der Capellen tot Randwijk en Johanna die Ruyter, was in 1575 Drost te Bredevoort, en komt in 1578 en 1579 voor als Lid der Ridderschap des kwartiers van Nijmegen, ambt van Over-Betuwe. Hij had zich reeds in 1566 bij de verbonden Edelen gevoegd, en was een der eerste Geldersche Edelen, die in het kwartier Nijmegen de nadere unie onderteekend, en den Koning van Spanje afgezworen hebben, zoo als hij in 1581 deed. Hij schijnt niet gehuwd te zijn geweest, althans er worden van hem geene nakomelingen gevonden.
Zie Kok, Vaderl. Woordenb. Dl. IX bl. 88 en 89; te Water, Hist. van het Verb. der Edelen St. III bl. 501 en 502, St. IV bl. 316-318, 463.