Maatschappij D. IV. st. II, als door het in 1816 inzenden; bij het Zeeuwsch genootschap van wetenschappen, van eene Verhandeling, behelzende de beschrijving van eene bij hem uitgevonden nieuwe controleur of lucht-thermometer, zijnde een voor atmospherische waarnemingen, zeer bruikbare lucht-thermometer, geheel bevrijd van de drukking des dampkrings, een gebrek, waarom de anders zoo gevoolige thermometer van Drebbel is in onbruik geraakt, waarvoor Cantzlaar, van wege het gezegde genootschap, eene zilveren medaille werd aangeboden; terwijl het de verhandeling in het tweede deel der Nieuwe Verhandelingen opnam. Geen wonder dus dat het Zeeuwsch genootschap der wetenschappen hem reeds in 1804 en de Maatschappij van Wetenschappen te Haarlem in 1808 met het lidmaatschap vereerde.
Behalve de beide genoemde verhandelingen zien nog van hem het licht:
Lees- en leerboekjes, behelzende voorbereidende grondbeginselen der Meetkunst, kl. 8o. waarvan de tweede druk in 1797 te Rotterdam het licht zag.
Waarnemingen en aanteekeningen der vrieskoude en van het weder enz. Rotterd. 1799 8o.
De tijd- en eeuwonderzoeker voor het jaar 1800, Rotterd. 1800 8o.
Cantzlaar overleed in 1822, was driemalen gehuwd geweest en liet ééne dochter na.
Zie Algem. Konst en Letterbode 1804, D. II. bl. 406, 1808, D. II bl. 129, 1816, D. I bl. 110; (de Jong,) Alphab. Naaml. van Boeken, uit familiepapieren aangevuld.