[Johannes Canter]
CANTER (Johannes) of Canther, geboren te Groningen, oefende zich in de letteren in de school van het klooster, te Aduard, en was vermaard in de Godgeleerdheid, de Regten en Geneeskunde. Hij leefde in het midden der vijftiende eeuw, zijne vrouw moet mede zeer geleerd zijn geweest; zijne zonen waren Jacobus Canter, een gelauwerde dichter, en Andreas Canter, die volgt en zijne dochter Ursula Canter die, om haar verstand het wonder der wereld genoemd werd.
Zie Halma, Tooneel der Vereen Nederl.; van Hoogstraten en Brouerius ran Nederl. Groot Algem. Hist. Woordenb.; Brucherus Gedenkb. van Stad en Lande, bl. 293; Kok, Vaderl. Woordenb.