[Cornelis Camphuysen]
CAMPHUYSEN (Cornelis), broeder van den voorgaande, geboren te Dockum omstreeks 1750, studeerde aan de Hoogeschool te Franeker onder Everardus Wassenbergh, was zeven jaren Conrector der Latijnsche scholen te Enkhuizen, vervolgens 19 jaren Rector te Breda, en werd van daar den 13den Junij 1799 beroepen tot Rector te Schiedam, waarbij den 20ste daaraanvolgende de waardigheid van Lector met verhooging van bezolding gevoegd werd. Hij aanvaarde den 4den Augustus 1800 beide betrekkingen, met eene redevoering over de noodzakelijkheid van de beoefening der Geschiedenis (1); volvoerde gedurende acht-en-twintig jaren zijne ambtsbetrekking met lof, en overleed aldaar op het laatst van October 1828. Uit zijne echt, met Engelina Ribbers, won hij drie zonen, namelijk: Hendrik Camphuysen, gepensionneerd Kapitein, nog woonachtig te Wageningen; Bernardus Camphuysen overleden te Amsterdam als Geëmploijeerde bij den waarborg van goud- en zilverwerken, en Pieter Camphuysen, in leven Resident van Banda. De nagedachtenis van Cornelis Camphuysen werd in een kort elogium openlijk den 22sten April 1839 gehuldigd, door zijnen voormaligen leerling en opvolger te Schiedam, Mr. Gerard Cornelis Brillenburg.
Zie Boekz., Junij 1829, bl. 733, uit medegedeelde berigten aangevuld.