[Douwe Bothnia van Burmania]
BURMANIA (Douwe Bothnia van), zich schrijvende Dominicus Jusius Botnia van Burmania, zoon van Gemme van Burmania, die eerst Dijkgraaf van Wymbritseradeel, Sneek en Ylst, en daarna Houtvester en Pluimgraaf van Friesland was en van Foeck Eysinga, was geboren den 14den Februarij 1664. Hij, die zeer ervaren was in vele wetenschappen, legde zich inzonderheid op de verschijnselen der Natuur toe, voornamelijk wat de luchtgesteldheid betreft. Door eene ondervinding van onderscheidene jaren had hij het in die wetenschap zoo ver gebragt, dat hij alle luchtsveranderingen en het weder, hetwelk zij veroorzaken, op eenen vasten grond kon voorzeggen. De vruchten, die zijne nasporingen hebben opgeleverd, heeft hij in het licht gezonden in twee platen, op groot mediaan schrijfpapier gedrukt, met eene beschrijving, welke tot titel heeft:
Nieuwe manier en onderstelling over Weer, met een korte aanwijzinge en uitlegginge ter zake dienende. Leeuw. 1715. plano.
Reeds twee jaren te voren had hij uitgegeven:
Epistola ad Cl. Ruardum Andala, de methodo ratiocinandi de more caeli dubio: et quidem maxime pro situ ac climate Frisiae, qua Aëris motus annuus, praecipuae mutationum causae ac prognostica, breviter indicantur, secundum quam, et pro omnibus aliis regionibus, locis ac climatibus, judicium ferri potest: ad explicanda et praediscenda Caeli phenomena; ut et ad notitiam ac usum dicti Barometri, ut plurimum conducens, occasione Capsulae Tabaci sternutatorii cujus Operoulum praecipuum hypothesis partem exhibebat, missae ac donatac, conscripta. Leov. 1713. 4o.