Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk

[David Brunings]

BRUNINGS (David), geboren te Bremen den 8sten December 1704, werd, na zijne studien eerst in zijne geboortestad en daarna te Neurenberg volbragt te hebben, in 1729 Predikant te Floszheim en in 1732 te Neckarau, van waar hij onderscheidene malen naar elders beroepen werd, doch te vergeefs, tot dat hij in 1741 een

[p. 1513]

roepstemme als Hoogduitsch Predikant te Amsterdam opvolgde. Hij overleed den 16den Junij 1749, en was vader van den beroemden Waterbouwkundige Christiaan Brunings, die volgt. In het laatst van zijn leven, geraakte hij in verdenking van de leerstellingen der Hernhutters niet ongunstig te zijn.

Hij heeft in het licht gezonden:

Betragtingen over den zevenden Zondag van de Catechismus in 3 Predikatien. Amst. 4^o.

De drie Egte Predicatien vertaald, betreffende het geloof, waarbij gevoegd de twee Pinxter Predicatien, gedaan te Amsterdam 1748. Haarl. 1748. 4^o.

Zie van Abkoude, Naamreg. van Nederd. Boeken; van Abkoude en Arrenberg, Naamreg. van Nederd. Boeken; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Naaml. der Gereform. Predik. te Amst., bl. 38.