elkanderen in het vriendelijke verstaan.’ Doch Dirk Brouwer zoodanig voorstel mistrouwende, riep met dreigende woorden, en het geweer in de vuist: ‘fluks van hier, loopt en blijft in uwe huizen, want wat wij op de straat vinden zullen wij op het lijf smijten.’ Hierop verstoven de vrouwen en men trok voort. Intusschen schoot Jan Frederiksz. Flutske zijn roer los op Albert Riemerszoon, een der driftigste Spaanschgezinden en aanhangers van Alva; het schot miste, doch verwekte zulk eenen grooten angst onder de Spaanschgezinde schutters, dat zij het op een loopen stelden. Toen sloot de Wethouderschap het stadhuis; doch Dirk Brouwer deed er het geschut op losbranden, en vervolgens de deuren met eene balk op den vloer loopen. Men nam de Burgemeesters gevangen, en liet terstond het Oranjevaandel van de muren, poorten en torens waaijen, zich te gelijk voor den Prins en tegen Alva verklarende. Dit gebeurde den 21sten Mei 1572.
Kort daarna werd Brouwer door Sonoy naar Medemblik gezonden, ten einde met de Regering te handelen, dat zij zich onder den Prins van Oranje zouden begeven en de Spanjaarden buiten sluiten. Het laatste, dat men van hem vermeld vindt, is dat hij toen de zeeslag tegen Bossu op de Zuiderzee geleverd werd, aan het hoofd van vele vrijwilligers uittrok, om de vrienden der vrijheid bij te staan en hun volk te ververschen.
In 1575 en 1577 werd hij tot Schepen van Enkhuizen verkoren.
Zie Bor, Nederl. Oorl., B. VI. bl. 373-377 (271-274); van Meteren, Nederl. Hist., D. II. bl. 50, 62; (Brandt), Hist. van Enkhuisen, bl. 100, 101, 113, 117-121, 152; Wagenaar, Vaderl. Hist., D. VI. bl. 359, 363; Kok, Vaderl. Woordenb., D. VIII. bl. 1099; de Chalmot, Biogr. Woordenb., D. V. bl. 18-21; Scheltema, Staatk. Nederl.; Algem. Woordenb. der Zamenl.; Siegenbeek, Geschied. der Burgerw. in Nederl., bl. 47, 48, 49, 63 noot.