Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Derde en vierde stuk
(1855)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Gijsbert van Bronkhorst]BRONKHORST (Gijsbert van), Heer van Batenburg en Anholt, een zoon van den voorgaande, stond in 1459, wegens het kwartier van Nijmegen, over het verdrag van Arnold, Hertog van Gelder, met diens zoon Adolf en was in 1467 Gezant van Hertog Adolf op eene conferentie te Kleef. Hij en Heer Wijnand van Arnhem, Ridder, waren met 300 paarden te Wageningen, in dienst van Hertog Adolf. Namens het kwartier van Nijmegen bewilligde hij, in 1470, in de aanstelling van Vincent, Graaf van Meurs, tot Stadhouder van Gelderland voor Prins Adolf, die gevangen zat, en was in 1472 de eerste der acht Heeren, die Hertog Arnold niet in genaden wilden aannemen, maar zich voorbehielden te straffen. Door Catharina van Kleef, vrouw van Hertog Arnold, werd hij in 1473 naar het Hof van Bourgondië gezonden, doch moet kort daarna gestorven zijn. Hij was getrouwd met Agnes van Wisch, uit welk huwelijk zijn gesproten: Jakob van Bronkhorst, die volgt, en Ermgard van Bronkhorst, van wien men niets weet. Van bem wordt eene koperen munt beschreven door van der ChijsGa naar voetnoot(3). Zie van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Luïscius, Algem. Hist. Woordenb.; van Spaen, Inl. tot de Hist. van Gelderl., D. I. bl. 314-316. |
|