Schiedammers, met een goed gedeelte van het krijgsvolk, dat in hunne stad in bezetting lag, de Maas overgestoken zijnde, trokken hen te gemoet, raakte weldra met hen slaags en sloegen hen, die de zwakste in getal waren, op de vlugt, waarbij Joris van Brederode gevangen geraakte. Na het overgaan van Rotterdam aan den Stadhouder Jan van Egmond, in 1489, werd hij te Delft onthoofd, terwijl men zijn hoofd naar Schoonhoven zond, en aldaar op eenen hoogen staak boven de poort stelde. Hij was gehuwd met Maria Ruigrok.
Zie van Gouthoeven, d'oude Chron. van Holl. bl. 122; Heemskerk, Batav. Arcadia bl. 236, 238, 263; van Leeuwen, Bat. Ill., bl. 888; van Spaan, beschr. van Rotterd. bl. 118, 136; van Mieris, Hist. der Nederl. Vorst., D. I. bl. 154; van Alkemade, Jonker Fransen Oorlog, bl. 124-126, 249; Kok, Vaderl. Woordenb., le tafel van Natuurl. afstamm. der Brederoden; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; Collot d'Escury, Holland's Roem, D. II. bl. 54, 57; Bilderdijk, Geschied. des Vaderl. D. IV. bl. 232; Arend, Algem. Geschied. des Vaderl. D. II. St. III. bl. 71, 73, 261, 267.