[Jonkheer Lucas Boreel]
BOREEL (Jonkheer Lucas), een kleinzoon van den voorgaande en zoon van Willem Boreel en van Margarethe Trip, geboren te Amsterdam, den 3den September 1774, was Houtvester, Lid der Ridderschap van Noord-Holland en Luitenant-Kolonel-Kommandant der Mobiele Haagsche schutterij, aan wier hoofd hij in 1831 den tiendaagschen veldtogt bijwoonde. Wegens zijne in die hoedanigheid bewezene diensten werd hij tot Ridder der orde van den Nederlandschen Leeuw benoemd. Ook was hij in den Adelstand verheven met het predicaat van Jonkheer.
Hij overleed op zijn buitengoed Westerhout, onder Wijk aan Duin, den 24sten April 1811 en was gehuwd met Maria Johanna Sara Gravin van Limburg Stirum, die den 3den Januarij 1848 te 's Gravenhage overleed, en bij wie hij verwekt had Jonkheer Mr. Willem Boreel, Referendaris bij de Raad van State; Jonkheer Jacob Otto Bernhard Boreel, Kamerheer des Konings, bij het Hof van Prins Frederik der Nederlanden en Agneta Leopoldina Maria Boreel, die den 18den September 1845 gehuwd is met Mr. Willem Jan Baron d'Ablaing van Giessenburg, Lid van den Hoogen Raad van Adel en daarna Referendaris bij het Ministerie van Binnenlandsche zaken.
Uit familiepapieren bijeengebragt.