helpen scheuren. Hij overleed buiten zijn Vaderland, vóór het jaar 1575, bij zijne echtgenoote Odilia van Flodorp, Vrouwe van Odekerke, vier zonen nalatende.
Zie Goudhoeven, Chronycke van Holl., bl. 156; Brandt, Hist. der Reform. D. I. bl. 480 en Bijv. bl. 54 en 55; van Lesuwen, Bat. Ill., bl. 874, Marcus, Sentent. van Alva, II. 106-109; van Hoogstraten en Brouërius van Nidek, Groot Algem. Hist. Woordenb.; Luïscius, Algem. Hist. Woordenb.; Beekman, Beschr. vau Asperen, bl. 252 en 253; Wagenaar, Vaderl. Hist. D. VI. bl. 125 en 174; te Water, Hist. van het Verb. der Edelen, St. II. bl. 241, 242 en 491; Kok, Vaderl. Woordenb.; de Chalmot, Biogr. Woordenb.; d'Yvoy van Mydrecht en Beeldsnijder, Verb. en Smeeks. der Nederl. Edelen, bl. 81, die echter abusivelijk Lucca (beter Lucia) van Reede als zijne vrouw opgeven; daar ze gehuwd was met zijnen zoon Floris Harthard van den Boetzelaer.