De beste opvoeding der Jeugd ten nutte van het Gemeenebest, en bespiegelingen bij een Onweder. gr. 8o. 1776.
Eerspoor aan de Nederlanders ter verdediging van hunne Vrijheid en Zeevaardeije. gr. 8o. 1781, ook te vinden in de Lauwerbladen voor de zonen der vrijheid, D. I. bl. 43-51.
Tafereel van Vaderlandsliefde en Menschenmin, voorkomende in de gezegde Lauwerbladen, D. I. bl. 67-86.
Dordrechts Burgerij aan haare Regeerders, mede voorkomende in de Lauwerbladen, D. II. bl. 69-90.
Iets Dichtmatigs. (Bundel Godgeleerde bespiegelingen). gr. 8o. 1784.
Jubelzang van het Dordsche Genootschap: Lust tot zingen. gr. 8o. 1797.
Drie Godsdienstige verhandelingen en Gedichten. Dordr. 1800. gr. 8o.
Proeve van Gereformeerde Kerkgezangen, aan het genoemd gezelschap toegewijd gr. 8o. 1804. 2 stukjes.
Mozes Zegelied, voor het zelfde Zanggezelschap. gr. 8o. 1806.
Blussé die meest onderwerpen van godsdienstigen en ernstigen inhoud bezong, wist die met waardigheid te behandelen, doch kon zijne snaren evenwel ook op eenen stouten, forschen toon spannen. Hij overleed den 4den Februarij 1808, bij zijne echtgenoote, Cornelia Fallaré, een zoon, Pieter Blussé, die hem in den Boekhandel opvolgde, en eene dochter nalatende.
Zie van Abkoude en Arrenberg, Naamr. van Ned. Boeken; Witsen Geysbeek, Woordenb. der Nederd. Dichters; de Jong, Alphab. Naaml. van Boeken; Schotel, Kerk. Dordr., D. II. bl. 189, 339 noot 3, welk laatste werk wij hier voornamelijk gevolgd zijn.