van den Hertog van Anjou. Hij had deel aan het in hechtenis nemen der leden van den Raad van State te Brussel, den 4den September 1576, en werd in 1577 door de heeren de Havre, Lalaing, Fresin, Berselo en Heeze tot Oranje gezonden met last om eene vereeniging te werken tusschen genoemde Heeren en den Prins tegen den maatregelen van Don Johan. Met eene uitgebreide volmagt aan deze Heeren werd hij den 26sten Januarij 1577, teruggezonden door den Prins van Oranje, die volvaardig in hunne plannen deelde, en zich met hen aangordde ter bevrijding des Vaderlands.
Zie Groen van Prinsterer, Arch. de la Mais. d'Orange Nassau, T. V. p. LXXXII et 608 et suiv.; Heune et Wauters, Hist. de Brux., T. I. pag. 440, 482, 521, 532 en 548; Gachard, Corresp. de Guillaume le Taciture, T. III. p. 110-113, 188-201.