[Johannes Bemme Adriaansz.]
BEMME Adriaansz. (Johannes), een zoon van den voorgaande, geboren te Rotterdam, den 5den September 1775, kreeg reeds vroeg aanleiding tot de teekenkunst, en aangezien hij veel lust daartoe betoonde, deed zijn vader hem onderwijzen door den kunstrijken schilder Augustus Christiaan Hauck, vervolgens werd de jongeling onderwezen door den beroemden Teekenaar Dirk Langendijk, in wiens trant hij dan ook onderscheidene teekeningen, met optoglen van legers, paarden, enz. vervaardigde. Vervolgens legde hij zich bijzonder op het etsen en graveren toe, en etste onder andere plaatjes naar eenige teekeningen van zijnen meester, voorstellende krijgstransporten en paarden. Van zijn werk werden eenige prenten ten proeve ingezonden hij de Nederlandsche Huishoudelijke Maatschappij te Haarlem, door welke hem dan ook premiën ter aanmoediging zijn toegelegd. Ook behaalde hij in 1822 eenen gouden eerepenning bij de Maatschappij ter aanmoediging van Schoone Kunsten te Brussel. Onder deze prenten is het portret van zijnen meester Langendijk, naar de schilderij van Jan Baptist Scheffer. Nog bestaat van hem eene prent naar de schilderij van Jan Steen, voorstellende eenen bakker die op den hoorn blaast. Zeer fraai is zijne prijsplaat: Nicodemus bij Jezus.
In de laatste tijd zijns levens hield Bemme zich te 's Gravenhage op, waar hij in 1840, in zeer bekrompen omstandigheden, overleed.
Zie van Eynden en van der Willigen, Geschied. der Vaderl. Schilderk., D. III. bl. 187 en 188; Algem. Konst en Letterb. voor 1822, D. II. bl. 378; Immerzeel, Levens en Werken der Kunsts., aangevuld uit partikuliere berigten.