der Bell, Predikant te Veenhuizen, en Anthonij Johannes van der Bell, Predikant te Schermerhorn.
Dat van der Bell van eenen arbeidzamen aard was, blijkt uit de volgende door hem in het licht gezonden werken:
Het zwaarwigtig werk van een getrouw Leeraar, voorgestelt en aangedrongen, uyt 2 Thimoth. IV vers 1-5, ter bevestiging van Hub. Swanenburg te Zwartewaal, Rott. 1750. 4o.
Leerreden bij gelegenheid der inhuldiging van Prins Willem V, uit I Chron. VI:1-3, Leid. 4o.
Des Heeren Wonderweg in het verhoogen van het volk van Nederland van het begin der Reformatie tot aan het sluiten van den Munsterschen Vrede in 1648, in X Leerredenen voorgesteld, Leid. 1771. 4o.
Vervolg van des Heeren Wonderweg na het sluiten van den Munsterschen tot den Akenschen vrede in 1748. Leid. 1771. 4o.
Leerrede op het tweede Eeuwfeest van het ontzet der stad Leiden, uit Psalm IX:2-4. Amst. 8o.
Leerrede op het Tweede Eeuwfeest der oprigting van de Hoogeschool te Leyden, 8 Februarij 1775.
De dankbaarheid als pligt voorgesteld.
Zijn portret is gegraveerd door Johannes Houbraken, naar naar de schilderij van Hendrik Pothoven.
Zie van Abkoude, Naamr. van Nederd. Boeken, D. I. St. IV; van Abkoude en Arrenberg, Naamr. van Nederd. Boeken; van Mourik, Naamr. van Godgel.Schrijv.; Chalmot, Biogr. Woordenb.