Toen hij in 1620 vergunning vroeg tot de uitgave van het tweede gedeelte van zijn werk Over de Eeuwige Verkiezing, werd hem van wege de Synode geraden dit uit te stellen, aangezien de Staten-Generaal ongaarne zagen, dat er veel over de Godgelerede geschillen geschreven werd. In 1631 werd hij op nieuw, wegens een zijner schriften door de Synode ernstig gecensureerd.
Behalve bovengenoemd traktaatje gaf Bassecourt, onder anderen, mede in het licht:
Bassecourts Bekeeringe ende Wederbekeeringhe. waarin hij zelf getuigt: ‘dat hij tegen 't getuigenisse van sijne conscientie, sijn Tonge hadde geleent gehadt om de leugen te predicken, vervoert door vreese ende weereltsche insichten, hebbende den koop gemaeckt meer met den Paus dan met Christo, door de middelen die de hoose Geest gebruyckt om hem te doen aenbidden, door sotte hope van eere ende rijckdommen der weerelt, veynsende als of hij de waerheyt niet en wiste, predickende de leugen door leugenen, niettegenstaende de veelvuldige prickelen van sijne conscientie.’
In 1649 emeritus geworden. overleed hij den 29 April 1650.
Nicolaas de la Bassecour, Predikant bij Waalsche Gemeente, in 1638, te IJzendijke, later te Vlissingen en eindelijk te Amsterdam, waar hij in 1677 overleed, was zijn zoon en opvolger.
Zie Uytenbogaert, Kerckeliicke Hist., bl. 629, 630, 955 en 1090; Brandt, Hist. der Reform., D. III, bl. 133; vergeleken met het authentieke exemplaar der Synodale Handelingen van de Waalsche Gemeenten.