Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 2. Eerste en tweede stuk
(1854)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 119]
| |
Keizer Karel V, door wien hij in 1543 tot Souverein-Bailju te Gent werd aangesteld. Hij was ook Kamerheer eerst bij dien Vorst en daarna bij diens zoon Filips II. In 1577 was hij een der onderteekenaars van de Unie van Brussel, die zich verhonden tot tegenstand aan het verblijf der Spanjaarden hier te lande, maar tevens tot bescherming der Roomsche godsdienst. Als Roomschgezinde stak hij de Prinsgezinde partij in het oog, en werd daarom den 28 October 1577 te Gent met den Hertog van Aerschot door Imbyse en Rythove gevangen genomen. Weder in vrijheid gesteld zijnde, overleed hij kort daarna Zijne eenige erlgename was Louise de la Bare, die, door haar huwelijk met Antonie van Liedekercke, de uitgestrekte goederen van haar geslacht tot het huis van Liedekercke overbragt.
Zie de Jonge, de Unie van Brussel, bl. 75 en 76; Groen van Prinsterer, Archives de la Maison d'Orange, Tom. VI. p. 40 et suiv. |
|