Spanjaarden, werd hem het leven geschonken, onder belofte dat hij den Prins van Oranje zou vermoorden, doch in vrijheid zijnde, waarschuwde hij den Prins en bleef hem getrouw. Later tot Kolonel bevorderd, nam hij in 1579 Meenen hij verrassing in; bezette in 1584 Lillo met 2000 man, en verdedigde dat fort zoo dapper tegen Mondragon, dat deze ten laatste moest aftrekken. In het volgende jaar hielp hij den vijand van den Kouwensteynschen dijk verdrijven. Toen Hulst in 1596 door de Spanjaarden belegerd werd, bevond hij zich onder de verdedigers en werd, hij het afslaan van eenen storm, doodgeschoten.
Zie Bor, Nederl. Oorl., B. XIV, bl. 140 (166), B. XX, bl. 309 (38); B. XXXIII, bl. 219 (45); Strada, Guerre des Pays-Bas, Tom. IV. p. 13 en 77; La Pise, Histoire des Princes en Prinoipaute d'Orange, p. 406 et 646; Hooft, Neederl. Hist., bl. 303 en 305; van Reidt, Nederl. Oorl., bl. 7; van Iperen, Tweeh. jarig jubel-feest der Nederl. Vrijh., bl. 47; 's Gravesande, Tweede Eeuwgedachtenisse der Middelb. Vrijh., bl. 197; Resolution des Etats-Gén. des Pays-Bas, mises en ordre etc., par J.C. de Jonge, Tom. I. p. 96, Tom. II. passim; Groen van Prinsterer, Archives, Tom. V. p. 553, Tom. VI. p. 531.