Prins Maurits en die der Staten van Holland, in Utrecht aanwezig waren, verzocht men hem om het opperbevel over de Waardgelders te willen op zich nemen, gelijk hij deed. Na het afdanken der Waardgelders werd hij met Justus van Rijsenburg, Heer tot Rijsenburg, Willem Bor van Amerongen, Heer van Sandenburg en Adolf van de Waal, Heer van Moersbergen, wier vaders onder Leycester een gelijk lot ondervonden hadden, van hunne ambten ontzet. Hij was gehuwd aan Cornelia van Zuylen van der Haer, bij wie hij kinderen verwekte, en overleed waarschijnlijk in 1629, want toen is zijn zoon met de heerlijkheid Kersbergen verleid en deswege in de Ridderschap beschreven.
Zie Brandt, Hist. der Reform., D. II, bl. 819; Wagenaar, Vaderl. Hist., D. X, bl. 229 en 234; Scheltema, Staatk. Nederl.