Inleiding bij de bijdrage van Kader Abdolah
De hier afgedrukte tekst is gebaseerd op de lezing die de schrijver Kader Abdolah op 17 januari 2007 in Tilburg uitsprak tijdens het symposium ‘Oordelen op maat? Een kwestie van vraag en aanbod’. Dit jaarlijkse symposium, dat in het teken staat van jeugdliteratuur en -cultuur, wordt sinds 1986 besloten met de uitreiking van de E. du Perronprijs. Deze prijs, een gezamenlijk initiatief van de gemeente Tilburg en de Faculteit Communicatie & Cultuur van de Universiteit van Tilburg, wordt toegekend aan ‘mensen of instellingen die zich middels een actieve bijdrage aan de cultuur verdienstelijk hebben gemaakt voor de bevordering van wederzijds begrip en een goede verstandhouding tussen de in Nederland woonachtige bevolkingsgroepen’. In de afgelopen twintig jaar zijn vooral schrijvers (van zowel autochtone als allochtone afkomst) bekroond, maar ook mensen uit de wereld van amusement, film en theater. Dit jaar ging de prijs naar Hakim en Karim Traïdia. Voor het eerst in de geschiedenis van het symposium werd er ook speciale aandacht besteed aan de naamgever van de prijs. In een van de sessies waarvoor deelnemers zich konden opgeven werden drie lezingen gewijd aan E. du Perron; na de uitreiking debatteerden laureaten van de prijs over de multiculturele samenleving en de actualiteit van Du Perron.
Een van de lezingen was van Kader Abdolah, de laureaat van het jaar 2000. Hij werd op 12 december 1954 in Iran geboren als Hossein Sadjadi Ghaemmaghami Frahani. Als student natuurkunde was hij actief voor een ondergrondse linkse partij die streed tegen het regime van de Sjah en later tegen dat van Khomeini. Hij schreef twee clandestiene verhalenbundels over het leven onder Khomeini, voordat hij in 1985 gedwongen was zijn land te ontvluchten. Zijn schuilnaam is een eerbetoon aan twee studiegenoten en partijleden, Kader en Abdolah, die door de overheid zijn geëxecuteerd. In 1988 kwam hij terecht in een asielzoekerscentrum in Apeldoorn, waarna hij een huis in Zwolle kreeg toegewezen. Hij werkte daar in een natuurhistorisch museum en een conservenfabriek, terwijl hij zich in zijn vrije tijd verwoed het Nederlands trachtte eigen te maken. In 1993 debuteerde hij met de in zijn nieuwe taal geschreven verhalenbundel De adelaars, die bekroond werd met de debutantenprijs Het Gouden Ezelsoor. Zijn literaire carrière heeft zich hierna in stijgende lijn ontwikkeld: in 1997 verscheen zijn eerste roman, De reis van de lege flessen, gevolgd door Spijkerschrift in 2000, waarvoor hij de E. du Perronprijs kreeg. Daarnaast schrijft hij sinds 1996 in de Volkskrant de wekelijkse column Mirza, wat in het Nederlands kroniekschrijver betekent. In 2003 verscheen zijn roman Portretten en een oude droom en in 2005 de roman Het huis van de moskee, waarin via een familiegeschiedenis het drama van Iran wordt verteld, hoe een land dat een traditionele islam kende, verandert door de opkomst en de machtsgreep van het fundamentalisme.
Kees Snoek