ZL. Jaargang 4

[p. 238]

Personalia

Jeroen Brouwers (Batavia, 1940) is romanschrijver en essayist en was een regelmatig medewerker aan Tirade. In 2004 verscheen Stoffer en blik. Herinneringen aan een periode (1964-1970). Over Geert van Oorschot publiceerde hij onder meer Het tuurtouw. Ter herinnering aan Geert van Oorschot (1989) en ‘De schijngestalten van een uitgever. Geert van Oorschot als personage’ in: Satans potlood. Feuilletons (zomer 1997).

Sjoerd van Faassen (Assen, 1949) is hoofd Collecties van het Letterkundig Museum. Hij publiceerde onder meer over de uitgever A.A.M. Stols. Recentelijk schreef hij samen met Hans Renders ‘Een editoriale doorbraak? Het uitgeefklimaat in de jaren veertig en het ontstaan van De Bezige Bij’ in Hoger honing. 60 jaar De Bezige Bij (Schrijversprentenboek 53). Op het ogenblik werkt hij aan een boek over het tijdschrift Criterium (1940-1942).

Hans Renders (Aarle-Rixtel, 1957) is directeur van het Biografie Instituut aan de Rijksuniversiteit Groningen, daarnaast is hij verbonden aan het Instituut voor Geschiedenis van de RUG. Renders publiceerde boeken over de tijdschriften Barbarber (1986), De Schone Zakdoek (1989) en Braak (2000). In 2004 verscheen van zijn hand Gevaarlijk drukwerk, over de politieke en literaire uitgaven van De Bezige Bij tijdens de Tweede Wereldoorlog en Wie weet slaag ik in de dood. Biografie van Jan Campert.

Tity de Vries (Tiel, 1953) doorliep de School voor journalistiek, studeerde Geschiedenis in Groningen en is werkzaam als universitair docent (Eigentijdse) Geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen. Promoveerde in 1996 aan de Universiteit van Amsterdam op Complexe consensus. Amerikaanse en Nederlandse intellectuelen in debat over politiek en cultuur 1945-1960. Zij publiceerde voorts onder meer over het tijdschrift Encounter en de pogingen een Nederlandse afdeling van het Congress for Cultural Freedom van de grond te krijgen. Momenteel bereidt zij een biografie over de journalist Sal Tas voor.

Ad Fransen (Nijmegen, 1955) is redacteur van het weekblad HP/De Tijd. Hij publiceerde artikelen over Parasol, de voorloper van Tirade en over de oprichting en de eerste jaargang van Tirade. In 2002 verscheen van hem De nadagen van Gerard Reve. Op het ogenblik werkt hij aan een boek over de Parijse jaren van Willem Frederik Hermans.

Yves T'Sjoen (Oudenaarde, 1966) is als doctor-assistent verbonden aan de Vakgroep Nederlandse Literatuur en Algemene Literatuurwetenschap van de Universiteit Gent en doceert editiewetenschap en moderne Nederlandse literatuur. Hij promoveerde op het proefschrift In duizenden varianten. Historisch-kritische uitgave van Richard Minnes Gedichten (2003). Recent publiceerde hij Stem en tegenstem. Over poëzie en poëtica (Atlas, Amsterdam) en redigeerde hij met Koen Vergeer De Volksverheffing, Jaarboek voor poëzie.

[p. 239]

Helleke van den braber (Amersfoort, 1970) promoveerde in 2002 op Geven om te krijgen. Literair mecenaat in Nederland tussen 1900 en 1940 en is verbonden aan de opleiding Algemene Cultuurwetenschappen van de Radboud Universiteit Nijmegen. Ze is redacteur van Ts.> Tijdschrift voor tijdschriftstudies en van de reeks Bijdragen tot de Geschiedenis van de Nederlandse Boekhandel.

Lisa Kuitert (1960) is verbonden aan de Universiteit van Amsterdam als hoogleraar Boekwetenschap. Zij publiceerde eerder over series, onder andere het overzichtswerk Het uiterlijk behang. Reeksen in de Nederlandse literatuur (1997), en over series van de De Bezige Bij in Schrijversprentenboek 53.

Cees Willemsen (Breda, 1951) is historicus. Hij publiceerde onder meer met Emmanuel Waegemans de Bibliografie van Russische literatuur in Nederlandse vertaling 1789-1985 (1991) en is redacteur van het Tijdschrift voor Slavische Literatuur. Hij werkt aan een biografie over Charles B. Timmer.

Sandra van Voorst (Bussum, 1966) studeerde Culturele Studies en Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam en promoveerde in 1997 aan de Rijksuniversiteit Groningen op Weten wat er in de wereld te koop is. Vier Nederlandse uitgeverijen en hun vertaalde fondsen 1945-1970. Sinds 1999 is zij als universitair docent moderne letterkunde verbonden aan de opleiding Nederlandse taal en cultuur van de Rijksuniversiteit Groningen en doceert daar sinds 2001 ook kunstsociologie bij de opleiding Kunsten, Cultuur en Media.

Mathieu Lommen (1958) is boekhistoricus en werkzaam als adjunct-conservator bij de Bijzondere Collecties van de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceert over boektypografie en letterontwerpen in de 19de en 20ste eeuw; is redacteur van het wetenschappelijke tijdschrift Quaerendo en medewerker van het designtijdschrift Items. Recent verscheen onder zijn redactie Bram de Does: letterontwerper & typograaf / typographer & type designer (2003) Vanaf 1985 was hij bevriend met Helmut Salden en publiceerde over hem onder meer ‘Helmut Salden. His book-jackets and monograms’ in: Quaerendo 28 (1998), nr. 2. Zijn kritische bespreking van Helmut Salden. Letterontwerper en boekverzorger verscheen in Items 2004, nr. 1.

August Hans den Boef (Rotterdam, 1949) studeerde Nederlands en Literatuurwetenschap te Leiden en is werkzaam bij het Instituut voor Media en Informatie Management aan de Hogeschool van Amsterdam. Hij publiceerde onder meer Nederland seculier! Tegen religieuze privileges in wetten, regels, praktijken, gewoonten en attitudes (2003) en samen met Sjoerd van Faassen ‘Verrek, waar is Berlijn gebleven?’ Nederlandse schrijvers en hun kunstbroeders in Berlijn 1918-1945 (2002).

Marsha Keja (Utrecht, 1966) is conservator bij afdeling Collecties van het Letterkundig Museum. Ze ontsloot het archief van Uitgeverij G.A. van Oorschot en schreef hierover het artikel ‘Exegeet rijmt op Roomse scheet. Een blik in Van Oorschots brievenarchief’ dat gepubliceerd is in De Parelduiker 7 (2004), nr. 4.