Het zingende nachtegaaltje, fluitende verscheidene vrolijke en vermakelijke liederen(ca. 1860)–Anoniem Zingende nachtegaaltje, fluitende verscheidene vrolijke en vermakelijke liederen, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Het genot des levens. Wijs: Hoe heerlijk rijst de morgen. Genieten wij het leven, Zoolang ons d' aarde draagt, Hij die 't ons heeft gegeven, Is die 't genot ook vraagt; 't Ontwijken van de levensvreugd, Is 't kenmerk niet van de echte deugd, Die adelt waar zij leeft; bis. Want alles roept ons tegen: Geniet wat God u geeft. 2. Het koeltje dat door 't lover Met 't zoet gefluister speelt, [pagina 60] [p. 60] Brengt ons de geuren over, Waarmeê de bloem ons streelt, Naiuur wijdt ons haar schoone dos, De wijnrank de opgezwollen tros, Die ons haar sappen biedt; En alles roept ons tegen: Weest dankbaar en geniet. 3. Genieten schenkt gevoelen, Gevoelen schenkt de deugd, De deugd is ons bedoelen, De bron van ware vreugd; Die altijd ontevreden mordt, Nooit door 't genot gezaligd wordt, Kent zijn bestemming niet. bis. Want alles roept ons tegen: Weest dankbaar en geniet. 4. Als onze tranen vlieten, Op 't somber grafgesteent', Kan nog het hart genieten, Hoe zeer het oog ook weent; De traan vloeit om het droef gemis, De ziel weet dat zij eeuwig is, Verheven boven 't lot, bis. 't Bewustzijn van 't hereenen, Schenkt zelfs bij 't graf genot. 5. Vliedt dan onze aardsche vreugde Met onze dagen heen, Het loon van onze deugden Is boven - geen geween. Daar smaken wij het reinst genot, Daar streelt de ziel het zaligst lot, Dat haar bestaan ons biedt, bis. Daar roept ons de Engel tegen, Weest dankbaar en geniet. Vorige Volgende