Schilderslied.
Schilders moeten vrolijk leven,
Klinken, drinken, zoo 't behoort,
Hier wat nemen, daar wat geven,
Zoo komt best een schilder voort,
't Schoon geslacht, faldera,
Houdt hij steeds, traldera,
Maar zijn hoogste heil op aarde, } bis.
Moet alleen Pictura zijn. } bis.
2. Schoone oogen, fraaije handen,
Blanke boezem, kleine mond,
Rozen koontjes, witte tanden,
Zijn hem 't liefst op 't wereldrond.
Houdt hij steeds, traldera,
Maar zijn hoogste heil, enz.
3. 't Sap der druivea, nooit volprezen,
Moet des Schilders nectar zijn,
Bagchus mag zijn vriend wel wezen,
Maar zijn afgod is de wijn,
't Druivenbloed, faldera,
Houdt hij steeds traldera,
Maar zijn hoogste heil, enz.
| |
4. Klinkt en drinkt nu waarde vrinden!
't Welzijn van de schoone kunst,
't Welzijn van uw Welbeminde,
Smaak nog lang haar hoogste gunst.
Klinkt en drinkt, faldera,
Houdt de deugd, traldera,
Maar uw hoogste heil, enz.
|
|