Het zingende nachtegaaltje, fluitende verscheidene vrolijke en vermakelijke liederen(ca. 1860)–Anoniem Zingende nachtegaaltje, fluitende verscheidene vrolijke en vermakelijke liederen, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 33] [p. 33] Bruiloftszang. Wijze: Als 't begint. Wat is het een heerlijk leven, De Bruidegom en Bruid te zijn, En te drinken de koele wijn, En te drinken de koele wijn, Mij dunkt men zou er expres om trouwen, Om ook een reisje bruiloft te houen, Speelgenootjes volgt de Bruid; Wil je weldoen zoo schei er niet uit. 2. De eerste mensch en Eva, Die trouwde met elkaâr, Wil je weldoen, zoo volgt haar naar, Wil je weldoen, zoo volgt haar naar, Want hadden 't onze ouders niet gedaan, Wij hadden niet eens ter Bruiloft gegaan, Speelgenootjes volgt de Bruid, Wil je weldoen zoo schei er niet uit. 3. Ik ben daarin verwonderd, Dat gij uw groene tijd verslijt, Zoo in eenzaamheid verslijt, Zoo in eenzaamheid verslijt, Uw moeder heeft u ter wereld gebragt, 't Is billijk, dat je daar ook naar tracht, Speelgenootjes volgt de Bruid, Wil je weldoen zoo schei er niet uit. 4. Dat zoenen en kussen en streelen; Het omarmen in het bed, Dat 's winters de kou belet, Dat zomers de vlooijen verplet, Daarom is het treffelijk wel gezeidt, Het deugt niet dat je alleenig leidt, Speelgenootjes volgt de Bruid, Wil je weldoen zoo schei er niet uit. [pagina 34] [p. 34] 5. Nu wensch ik, Bruid en Bruidegom! Een poppetje binnen het jaar, Kan één niet, dan een paar, Kan één niet, dan een paar, Want het is zeker door 't bijslapen, Dat de mensch zich zelf zoekt na te apen; Speelgenootjes! volgt de Bruid. Wil je wel doen zoo schei er niet uit. 6. Avous op die conditie, Een glaasje frissche wijn, Dat er haast weêr een Bruidje mag zijn, Dat er haast weêr een Bruidje mag zijn, En als dat glaasje is uitgedronken, Dan eens gekust en weêr ingeschonken, Speelgenootjes! volgt de Bruid, Wil je weldoen zoo schei er niet uit. Vorige Volgende