Het zingende nachtegaaltje, fluitende verscheidene vrolijke en vermakelijke liederen(ca. 1860)–Anoniem Zingende nachtegaaltje, fluitende verscheidene vrolijke en vermakelijke liederen, Het– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Afscheidslied. Schoon thans, geliefde Zielsvriendin! Mijn tranen om uw afzijn vloeijen, Toch blijft voor u het vuur der min Onbluschbaar in mijn boezem gloeijen; Schoon ik uw dierbaar bijzijn mis, Toch blijft bij dagen en bij nachten, Uw zielbetoovrend' beeldtenis Geen oogenblik uit mijn gedachten. bis. 2. Nooit, nooit, vergeet ik 't rein genot, Dat ik eens in uw armen smaakte, Toen elke traan mijn lijdend lot, [pagina 23] [p. 23] En elke kus mijn rust volmaakte; Stilzwijgand zwoer dien kus mij trouw, Ik gloeide van de reinste weelde, Geen weelde die ooit naberouw, Geen wellust die ooit wroeging teelde. bis. 3. Maar als de ondragelijkste smart, Mij foltert, bij het wreed herdenken Aan u, die ik mijn hand en hart, Zoo gaarne in eeuwigheid wou schenken, Daar gij mij wis nooit wederziet, Gij mij voor eeuwig zijt ontnomen, Dan doet ontijdig zielsverdriet De tranen uit mijn oogen stroomen. bis. 4. Dan ziet mijn oog mistroostig neêr, Mijn ziel schijnt in zich zelf verloren, Dan waan ik nog, gelijk weleer, Uw voetstap en uw stem te hooren; Dan waan ik nog uw beeld te zien, Mijn arm om uw hals te strengelen; De tranen, die mijn oog ontvlien, Met uwe tranen zaâm te mengelen. bis. 5. Zal eens een ander echtgenoot U als zijn Bruid in de armen knellen? En onbezorgd tot aan den dood Langs roos en dist'len vergezellen? Hoe dierbaar u dien vriend ook zij, Nooit zal zijn hart als 't mijne u minnen, In rijkdom moge hij 't van mij, Maar nooit in liefde van mij winnen. bis. 6. Ik zie op aard u nimmer weer, Helaas een traan ontroit mijn oogen, Gij leeft, maar leeft voor mij niet meer, Voor eeuwig zijt gij mij omtogen; Het noodlot rukt mij van u af, Moet ik uw bijzijn eeuwig derven? [pagina 24] [p. 24] Dan is mijn schoonst verschiet het graf, Dan is mijn eerste wensch - te sterven. bis. Vorige Volgende