De zingende koddenaar
(1774)–Anoniem Zingende koddenaar, De– Auteursrechtvrijqueelende verscheide nieuwe liederen, die hedendaags gezongen werden
Stem: Men ziet veel Dienst-meisjes lopen.Komt hier by gy jonge Maagden,
Ik heb wat tot u vermaak,
Ziet of het u kan behagen,
En zoo ’t is van uwen smaak,
Wilt niet weg loopen,
Maar wilt hier koopen,
Yder een Liet:
Want zeker ziet,
Ik en ging tot geen vermaken,
Maar om geld en anders niet.
Meisjes zyt gy nu verlegen,
Om een jonge frisse kwant,
Daar en is niet aan gelegen,
Men telt het voor geenen schand,
| |
[pagina 69]
| |
Want Arm en Ryken,
Die gaan nu kyken,
Alle daag:
Want in den Haag,
Trekt men een schoon Loterytje,
Van veel Vryers knap en graag.
Zoo gy wilt den inleg weten:
Het is maar een Ducaton:
Meysjes nu niet leeg gezeetenL
Tast maar toe sa lustig kom,
Hier zyn geen nieten,
Tot u verdrieten,
Maar altyd prys,
Naar uwen eys,
U geld zult gy niet beklagen,
Gy hebt een Ionkman tot u Prys.
Meysjes ik moet u waarschouwen,
Het deurt maar zes weken-tyt,
Blyft gy ’t huys ’t zal u berouwen,
En gy hoort dan tot verwyt,
Weg met die kwezel,
En haar gevezel,
Zy zoekt in ’t stil,
Haar lust en wil,
Maar eens heimelyk te boeten:
Ie weet wel wat ik zeggen wil.
Ben ik rood of bruin van wezen,
Of wat rimpels in ’t gezigt,
Een Ducaton kan u geneezen,
En al uwe smert verligt,
Of gy jaar en dagen,
Hebt zitten klagen,
Gy krygt een kwant,
Fris en galant,
Die u ook wel kan behagen,
En blusschen u minnebrant.
| |
[pagina 70]
| |
Daar komt onze manke Lysje,
En ook truytje met haar bult,
Wy willen ’t wagen ook een rysje
Wy zyn lang genoeg gesult,
Het is geen schanden,
Ik wil verpanden,
Myn Iak en Rok
En Schorteldoek:
Om een Ducaton te krygen:
Of ik ook een Vryer trok.
Schele Kaa en dronke Grietje,
Komen ’t samen op de baan.
En zoete Zusje Arriaan,
Griet met haar klompen,
Laat haar niet lompen,
Maar sprak ik wil,
Niet blyven stil,
Ik moet ook een Ducaton wagen,
Al kreeg ik voor myn bil.
Voor het laast dan jonge maagden,
Wilt gy raken aan de man,
Wilt vry een Ducaton wagen,
Het is dat u helpen kan.
Dees Loteryen
Zal u verblyen:
Want zeker ziet,
Hier is geen niet:
Cupido die geeft de Pryzen.
En hier mee sluit ik myn Lied.
|
|