De zingende koddenaar
(1774)–Anoniem Zingende koddenaar, De– Auteursrechtvrijqueelende verscheide nieuwe liederen, die hedendaags gezongen werden
Op een Aangename Wys.Ik heb mijn Duitjes overzien,
En ’t Huwelyk overwogen:
Ik wil mijn hert en hand aanbien,
Aan een Meysje met bruyn ogen,
| |
[pagina 38]
| |
Of ik het zwyg en of ik het zeg,
Soete Susje heeft vermogen
Of ik het zwyg en of ik het zeg:
’t Spyt me dat ik alleenig leg.
2. Ik mag wel een Bruynetje sien,
Og ’t zijn zulke lieve hontjes
Twee blauw oogjes moet ik vlien!
Maar ’t hou ’t meer met de blontjes.
Of ik het zwyg en of ik het zeg,
Ik heb de proef van by haar montjes,
Of ik het zwyg en of ik het zeg,
Het spyt me dat ik alleenig leg.
3. Og de blontjes zijn zoo zoet,
Als zy uit verliefde vonkjes,
Schenke gulle overvloed,
Het zijn nate Nextar dronkjes,
Of ik het zwyg en of ik het zeg:
Het zijn zulke Venus lonkjes,
Of ik het zwyg en of ik het zeg:
Het spyt me dat ik alleenig leg.
4. Wierd ik door de wet belet:
Ik ging zoo dadelyk weer uit vreyen
Ik nam een koppeltje in mijn bed,
En ik lag aan wederzyde,
Of ik het zwyg en of ik het zeg,
Ik magze alleby wel lyden
Of ik het zwyg en of ik het zeg,
Het spyt me dat ik alleenig leg.
|
|