De zingende koddenaar
(1774)–Anoniem Zingende koddenaar, De– Auteursrechtvrijqueelende verscheide nieuwe liederen, die hedendaags gezongen werden
[pagina 15]
| |
Op een Aangename Wys.
Nu wil ik zinge,
Van een zo rare klugt,
Die ik U voort zal bringen,
Want het zyn raare dingen,
Aanhoort dit met genugt.
2. Laast zag men paare,
Het was een oude Man,
Van vyf en seventig Iaaren,
Versiert met witte haaren,
Hoort nu myn reeden an.
3. Met een jong Meisje,
Van sestien Iaaren out;
Zeer poesel sagt van vleysje,
Waagt de oude Vent een reysje,
En is met haar getrout.
4. ’t Leykt wel haar Vader,
In plaats van haare Man,
Indien hy haar komt nader,
Zo zeyt zy ouden Vader,
Schey uyt ik hou daar niet van.
|
|