De zingende Kees
(1789)–Anoniem Zingende Kees, De– Auteursrechtvrij
[pagina 11]
| |
Wyze: Pantalon &c.Eertyds zag men Vryheid bloejen,
In 't geliefkoost Vaderland;
Maar nu smeet men sterke boejen;
Kluystert ons aan voet en hand;
Het gewelt dat stelt ons wetten,
En vervolgt den Patriot;
Maar wilt doch op 't einde letten,
Ieder trekt ligt eens den pot.
| |
[pagina 12]
| |
De Aristocraten zyn nu vrinden,
Van 't gehate Oranje huys,
Om haar eigen beurs te vinden,
Spannen ze aan met slegt gespuys;
Het is niet als plund'ren en roven,
Het kannalje speeld den baas;
Het geschreeuw Oranje boven,
Maakt ons doof door al 't geraas.
Zoo leert men die Snoodaards kennen,
Vryheids minnaars, maar in schyn;
Die zig aan het geld gewennen,
Verraders van het Vaderland zyn;
Die hun Eed en plicht verzaken,
Storte hun beste vrinden in 't graf.
Kwam 'er maar een keer van zaken,
Galg en rad dat was hun straf.
| |
[pagina 13]
| |
Ik verlaat myn Amstel Staaten,
En zoek naar een beter oort;
Waar men nog van Aristokraten,
Nog van Burger drukkers hoort!
Daar een Edelmoedig Koning!
Ons beschut aan alle kant;
Ik verlaat myn Stad en Woning,
'k Zeg vaarwel myn Vaderland!
Waarom zouden wy ook vlugten,
'k Blyf, de zaak neemt ligt een keer;
Schoon 'er duizenden om zugten,
Eerlang zal den Opperheer!
D'edele Vryheid doen herleeven,
Godt van Neerland geeft ons magt,
Op dat onze harten beeven,
Tot in 't laatste Nageslagt.
|
|