De Zeventiende Eeuw. Jaargang 23
(2007)– [tijdschrift] Zeventiende Eeuw, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 245]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Tieranny van Eigenbaat (1679)
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 246]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 1 Portret van Andries Pels (1631-1681) door Arnoud van Halen, ca. 1700-1732. Grisaille op blik, 11 × 9,5 cm. Rijksmuseum Amsterdam.
zeshoofdige Schouwburgbestuur: Andries Pels, Lodewijk Meyer en Johannes Bouwmeester.Ga naar voetnoot6 Tot ver in de achttiende eeuw hielden de Schouwburgdirecteuren zich aan het verbod en verschenen er op het toneel van de Amsterdamse Schouwburg geen toneelstukken waarin werd verwezen naar politiek-actuele thema's - enkele uitzonderingen daargelaten. Een van die uitzonderingen is het zinnespel Tieranny van Eigenbaat. Op 29 december 1671 gaf het Amsterdamse kunstgenootschap Nil Volentibus Arduum aan Andries Pels de opdracht een Nederlandse vertaling te vervaardigen van de Italiaanse politiek-morele tragedie La Tirannide dell' Interesse van de Italiaanse toneel- en opera-schrijver Francesco Sbarra.Ga naar voetnoot7 In 1679 verscheen Tieranny van Eigenbaat in het eiland van Vrijekeur (TvE) en in 1680 werd het toneelstuk voor het eerst opgevoerd in de Amsterdamse Schouwburg.Ga naar voetnoot8 Op het eerste gezicht vinden we in de Nederlandse versie van dit Italiaanse toneel- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 247]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
stuk geen directe verwijzingen naar de politieke actualiteit in de Republiek. Zoals het genre van het zinnespel eigen is, spelen in het stuk alleen allegorische personages een rol, die verschillende deugden en ondeugden verbeelden en aan het stuk een universele morele strekking geven. In het zinnespel staat de machtsstrijd aan het koningshof op het eiland Vrijekeur centraal. Daar heeft koningin Wil (wilskracht) de kroon afgestaan aan haar broer Verstand. De grote tegenspeler van Verstand is Eigenbaat (eigenbelang) die ook het koningschap ambieert, en tal van andere ondeugden vrezen nu voor het verlies van hun macht. Koning Verstand is namelijk getrouwd met Deugd, die een grote invloed op hem uitoefent. De ondeugden weten op listige wijze koning Verstand en zijn echtgenote Deugd om het leven te brengen, zodat Eigenbaat ten slotte zijn doel bereikt en koning wordt op het eiland. Dit zinnespel laat de toeschouwer zien, waartoe egoïstisch menselijk handelen uiteindelijk leidt. Wanneer moreel verantwoord gedrag (Deugd) en rationele reflectie (Verstand) niet meer als bindend gezien worden, leidt dat rechtstreeks tot immoreel handelen (Eigenbaat, Ondeugd, Bedrog). | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De sleutels tot het rampjaarDeze morele boodschap maakt van het toneelstuk natuurlijk nog geen gevaarlijk politiek-actueel stuk dat eigenlijk niet in de Amsterdamse Schouwburg thuishoorde. Het vermoeden dat het zinnespel naar de politieke actualiteit verwees, wordt met name gewekt door een aantal zogenoemde ‘sleutels’Ga naar voetnoot9 die samen met het toneelstuk circuleerden.Ga naar voetnoot10 Deze sleutels vertaalden de machtsstrijd tussen Verstand en Eigenbaat naar de politieke strijd tussen staats- en prinsgezinden in de Republiek omstreeks 1672. Over het antwoord op de vraag of het publiek bekend is geweest met de mogelijkheid om TvE op die manier te interpreteren, bestaat nauwelijks enige twijfel. Het aantal teruggevonden sleutels waarin getracht wordt het zinnespel volgens de actualiteit vanuit een prinsof staatsgezinde visie te duiden, is daarvoor te groot. Vooralsnog zijn er vijfentwintig sleutels teruggevonden in verschillende varianten. Vier van deze sleutels zijn in druk overgeleverd (2 varianten), de andere exemplaren in handschrift. Slechts vijf interprete- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 248]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ren het stuk ten voordele van de (voormalige) stadhouder Willem 111 en deze gaan alle vergezeld van een staatsgezinde sleutel.Ga naar voetnoot11 De prinsgezinde ‘omkering’ lijkt te zijn voortgesproten uit de zeventiende-eeuwse retorische gewoonte van het pro-contra redeneren en is daarmee ongetwijfeld een reactie op de staatsgezinde interpretatie van het stuk en niet andersom. De nadruk zal in deze tekst daarom vooral op de staatsgezinde interpretatie liggen. TvE is niet het enige stuk in de geschiedenis van de Amsterdamse Schouwburg dat aanleiding gaf tot de verspreiding van dergelijke sleutels. Het bekendste andere voorbeeld is Vondels Palamedes uit 1625. In andere dan deze twee meer bekende gevallen zijn er slechts enkele sleutels overgeleverd.Ga naar voetnoot12 Toen in 1679 de eerste druk van TvE verscheen, lagen de gebeurtenissen van 1672 bij de aanhangers én de tegenstanders van de prins nog vers in het geheugen. De relatie tussen Willem 111 en de nog zittende staatsgezinde (stads)bestuurders in de Republiek was rond het jaar 1679 verre van goed. Dit gold in het bijzonder voor de relatie tussen het staatsgezinde Amsterdam en Willem 111. Daarbij speelden een aantal politieke kwesties een rol, zoals de aard van de politieke relaties die de Republiek met Engeland en Frankrijk onderhield.Ga naar voetnoot13 Amsterdam wilde na de Vrede van Nijmegen (1678) een snelle daling van de staatsuitgaven realiseren door een grootscheepse afdanking van troepen, hetgeen Willem 111 onverantwoord vond.Ga naar voetnoot14 In een stad als Amsterdam waar het politieke klimaat rond 1679 om die reden gespannen was, bleek de opvoering van een stuk als TvE ‘gefundenes Fressen’ voor overtuigde staatsgezinden. De moord op de gebroeders De Witt in 1672 speelt in de sleutels een belangrijke rol. Johan de Witt wordt verbeeld door Gemeenebest en zijn broer Cornelis door Goedaard. Het zijn Gemeenebest en Goedaard die evenals koning Verstand en diens echtgenote Deugd in het zinnespel door de dienaren van Eigenbaat (Willem 111) heimelijk uit de weg worden geruimd. Gemeenebest wordt daarbij van het eiland verjaagd - de andere drie worden vermoord. De dienaren van Eigenbaat zijn Odijk als Kwaadaard, Fagel (soms vergezeld door Van Beverningk) als Bedrog en Bentinck als Ondeugd. Odijk, Fagel en Bentinck waren de vertrouwelingen van Willem 111 die na het herstel van het stadhouderlijk gezag in de Republiek (1672) probeerden de macht van Holland, Zeeland en de steden terug te dringen ten voordele van de stadhouder. De meest radicale staatsgezinde regenten moesten daarbij het veld ruimen.Ga naar voetnoot15 In een aantal gevallen is (Hugo of Pieter) De Groot Rechtvaerdigheid. De oranjegetrouwe (voetiaanse) predikanten worden verbeeld door Schynheiligheid. De tegenspeler van Willem 111 is het gewest Holland in de persoon van KoningVerstand, de Deugd is de stedelijke magistraat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 249]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
(van Amsterdam) en Wil zijn de Staten. Arglistigheid ten slotte is prinses Amalia en Vleijerey verbeeldt de hovelingen van Willem 111. De opkomst van vorst Eigenbaat zou kortom verwijzen naar de ‘machtsovername’ van Willem 111 als stadhouder in de Republiek en het uit de weg ruimen van zijn tegenstanders, die hier als groep ‘afgedankte Heeren’ of ‘Ontslaagen Regenten’ worden verbeeld door Oprechtheid en eventueel Rechtvaerdigheid. De schrijvers van de oranjegezinde sleutels keren deze ‘uitleg’ van de gebeurtenissen op het eiland natuurlijk precies om: Eigenbaat is ‘het loevesteijns gebroet’ (staatsgezinde fractie), Deugd verbeeldt Willem 111 en Bedrog Johan de Witt.
De vraag is nu of de staatsgezinde duiding die bijna alle sleutels uitdragen, ondersteund wordt door de ontstaanscontext en de opvoeringsgeschiedenis van TvE. Met andere woorden: in hoeverre is deze toneelvertaling vanuit politiek-actuele ideeën vervaardigd en hoe is ze zelfs nog decennia later als propagandastuk gebruikt? Voor de beantwoording van deze vragen is het nodig kort in te gaan op de republikeinse achtergrond van de brontekst in relatie tot het debat dat in de Republiek over het republicanisme werd gevoerd. Vervolgens zullen de anti-prinselijke en rationalistische opvattingen van enkele genootschapsleden worden besproken en enkele bijzonderheden in de dedicatie en het voorwoord van de vertaling die de uitzonderlijke positie van TvE binnen de vertaalpraktijk van het genootschap zullen aantonen. Daarna zal aan de hand van de opvoeringsgeschiedenis van het stuk getoond worden hoe het spel door Amsterdamse staatsgezinden tot ver in de achttiende eeuw gebruikt is in hun eigen politiek belang. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De politiek-filosofische achtergronden van de brontekstDe Italiaanse opera La Tirannide dell' Interesse ontstond in de stadsrepubliek Lucca, een centrum van de politieke dichtkunst.Ga naar voetnoot16 In deze stad gingen de verkiezingen van de senatoren gepaard met toneelopvoeringen. Auteurs uit de plaatselijke burgerij schreven de toneelstukken, waarin politieke conflicten werden uitgebeeld die een bedreiging vormden voor het functioneren van monarchieën en vooral republieken. In zijn artikel over de politieke toneelkunst uit Lucca toont Miller aan dat in La Tirannide neo-stoïcijnse ideeën werden gebruikt om republikeinse idealen uit te beelden. De opvoeringen waren namelijk bedoeld als een soort burgerschapskunde, waardoor de burgers moesten leren hun persoonlijke wensen te negeren, om zodoende het algemeen belang te kunnen dienen. De neo-stoïcijnse thema's en personages uit de politieke toneelkunst van Lucca propageerden de controle van de hartstochten die tot zedelijke volmaaktheid, geestelijke vrijheid en de toewijding aan het algemeen belang zou leiden.Ga naar voetnoot17 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 250]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Als grootste gevaar voor de republiek gold het eigenbelang, zoals blijkt uit de toneelstukken die uit deze traditie zijn voortgekomen.Ga naar voetnoot18 Die vrees voor zelfzucht is tevens het centrale thema in La Tirannide dell' Interesse. Dit libretto is niet geschreven om tijdens de verkiezingen van de senaat te worden opgevoerd, maar als repertoirestuk voor de stedelijke schouwburg van Lucca. Toch kunnen ook de politiek-morele lessen van La Tirannide meer expliciet gezien worden als lessen in goed bestuur voor de stadsregenten van Lucca. De persoon van Eigenbaat en diens helpers fungeerden als negatief exemplum voor de senatoren die als ware republikeinen geacht werden enkel en alleen het algemeen belang van hun stad en haar bewoners in het oog te houden. De republikeinse opvatting dat eigenbelang altijd ten koste gaat van het algemeen belang, wordt in het zinnespel uitgebeeld door het lot van Gemeenebest. Dit personage is aanvankelijk naast Rechtvaardigheid één van de twee raadsheren van de koning en heeft zodoende een grote invloed op het beleid van de heerser. Hoe meer het verstand (de koning) echter in de ban raakt van Eigenbaat, hoe zwakker de positie van Gemeenebest wordt. Dat gaat zover dat al gauw het algemeen belang opgeofferd wordt aan het persoonlijke voordeel: Gemeenebest wordt kort na de aankomst van Eigenbaat vermoord, omdat hij een gevaar vormt voor diens interesses. De moord op Gemeenebest wordt versluierd doordat Bedrog zich voordoet als Gemeenebest. De uitbeelding van de zelfzucht die ten koste gaat van het algemeen belang past heel goed in de neo-stoïcijns-republikeinse toneeltraditie, zoals Miller dit in zijn artikel over de politieke toneelkunst uit Lucca heeft aangetoond.Ga naar voetnoot19 De superioriteit van de rede springt in de Italiaanse tekst onmiddellijk in het oog. Verstand is hier immers de koning, geheel in overeenstemming met het (neo-)stoïcijnse gedachtegoed. Binnen dit gedachtegoed zou de ratio doorslaggevend zijn voor de natuurlijke vrijheid van de mens én zou ze tevens als grondvest van de ideale samenleving - de republiek - moeten dienen.Ga naar voetnoot20 De toestand aan het begin van het stuk, wanneer Verstand en Deugd het gezag hebben, is daarmee een gelukzalige, aldus Sbarra in het voorwoord bij La Tirannide dat door Nil letterlijk is vertaald en in het eigen voorwoord is geïntegreerd: In het eerste Tooneel (het wélk by ons het twéde is) daar in de gelukzaligheid des Eilands van Vrijekeur beschreeven wordt onder het gebied van Verstand, én Deugd, worden afgebeeld de meeste ryken van Europa, zodaanig als die zyn, al het overige van het stuk verbeeldt de zélve, gelyk die zyn zouden, wanneer zy (het wélk ik niet geloof) toegang zouden geeven aan dat wilde schrikdier van Eigenbaat [...].Ga naar voetnoot21Het propageren van een ‘rotation of offices as a bulwark against this deadly ambition [eigenbelang]’, met andere woorden het afwijzen van de erfelijkheid van staatsambten omdat die alleen het belang van de vorst en zijn familie dient, was een andere gemeen- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 251]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
plaats in de ‘Luccaanse traditie’.Ga naar voetnoot22 Dankzij het systeem van erfopvolging en ondersteund door de ondeugden aan het hof komt Eigenbaat in het stuk op zijn troon terecht. Erfopvolging draagt het gevaar van machtsmisbruik en corruptie in zich en deze waarschuwing zou in het toneelstuk, maar vooral ook in de presentatie van de vertaling en in de Amsterdamse receptie een belangrijke rol spelen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Politieke theorievorming en de politiek-morele strekking van TvEOm de functie van het toneelstuk als ‘staatsgezind pamflet’ te kunnen begrijpen, is het natuurlijk belangrijk duidelijk te stellen wat we onder ‘staatsgezinden’ verstaan. Met staatsgezinden zijn hier de regenten of hun aanhangers bedoeld die tegen het (erfelijke) stadhouderschap waren en de Republiek het liefst bestuurd zagen door de gewesten en de steden, waarbij het (oligarchische) landsbestuur in handen van deze stedelijke en gewestelijke regenten zou liggen. Met republikeinen wordt in deze tekst niet naar de tegenstanders van het stadhouderschap en de partijstrijd in de Republiek verwezen, maar naar voorstanders van de republiek als bestuurssysteem. Niet alleen de staatsgezinden bepleitten namelijk deze staatsvorm, maar ook de meeste prinsgezinde aanhangers.Ga naar voetnoot23 Het grote verschil tussen die twee groepen is hun visie op het stadhouderschap dat volgens de oranjegezinden als monarchaal element deel moest uitmaken van deze staatsvorm om factievormingen en oligarchische tendenties in een zuiver aristocratische bestuursvorm te voorkomen.Ga naar voetnoot24 Bij de staatsgezinde republikeinen hoort de subgroep van de zogenaamde radicale republikeinen rond Pieter de la Court, Franciscus van den Enden en Baruch de Spinoza. De ‘democratische’ republiek werd door hen gezien als de staatsvorm die het meest aansloot bij de natuur van de mens en die de harmonie tussen persoonlijke en publieke belangen (het gemenebest) zou garanderen.Ga naar voetnoot25 De scheidslijn tussen staats- en oranjegezinden is in theorie uiteraard scherper te trekken dan in de praktijk. Zo waren vooraanstaande politici en politieke instanties meestal niet continu en eenduidig prins- of staatsgezind. De voorkeur voor en de ondersteuning van een van de twee bestuursmodellen hing in grote mate af van de heersende politieke omstandigheden en de persoonlijke ambities van de regenten. De in TvE uitgebeelde strijd tussen rationeel denken en handelen enerzijds en egoïstisch gedrag anderzijds heeft binnen deze context niet zozeer betrekking op iedere wil- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 252]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
lekeurige persoon, maar schetst op een allegorische manier het gemoed van een heerser die tussen zijn eigen belangen en zijn plichten moet kiezen. Dat het hier gaat om de inwendige strijd van een machthebber, laat zich onder meer afleiden uit de genreaanduiding op de titelpagina van de Italiaanse bron: Tragedia Politicomorale, politiek-morele tragedie. Deze aanduiding staat weliswaar niet op de titelpagina van de Nederlandse vertaling, maar we vinden de strekking ervan terug in de voorrede, in de uit het voorwoord van Sbarra vertaalde passages. Hier wordt uitdrukkelijk een verband gelegd tussen het toneelstuk en de politieke situatie in ‘de meeste ryken van Europa’.Ga naar voetnoot26 In politiekmorele zin weerspiegelt TvE de ‘ziel’ of het ‘gemoed’ van een heerser die zich meer en meer laat leiden door het persoonlijke voordeel en daarvoor uiteindelijk zijn integriteit opoffert.Ga naar voetnoot27 Het toneelstuk visualiseert het gevaar dat uitgaat van een zelfzuchtige potentaat. Persoonlijk belang (Eigenbaat) kan ten koste gaan van het algemeen belang (Gemeenebest). Aangezien het algemeen belang het grondbeginsel is van een republiek (res publica=gemenebest) betekent het politieke handelen met zuiver egoïstische motieven de ondergang van de republiek (res publica=republiek).Ga naar voetnoot28 Het feit dat egoïsme (Eigenbaat) zich in dit toneelstuk weet te handhaven door zich als staatsbelang (Reênvanstaat) voor te doen, toont aan dat eigenbelang moeilijk te herkennen valt, omdat het meestal gecamoufleerd is. Om zijn persoonlijk voordeel te bereiken, bedient de heerser zich van listen (Arglistigheid). Die slinksheid blijft onopgemerkt, omdat ze hier onder de dekmantel van de staatkunde verschijnt. De zintuigen kunnen ten slotte zonder moeite worden begoocheld, het verstand is immers uitgeschakeld en het verlangen (Wil) van de heerser is uitsluitend gericht op zijn eigen voordeel. La Tirannide dell' Interesse en TvE staan vol begrippen uit en toespelingen op vroegmoderne staatkundige theorieën. Zo vinden we er de personificaties van politica (Staatkunde), ragione di stato (Reênvanstaat) en interest (resp. Interesse en Eigenbaat) in terug.Ga naar voetnoot29 Staatkundige ideeën zijn ook in de passage verwerkt, waarin Verstand (Intelletto) door zijn raadgevers en vertrouwelingen op het gevaar wordt gewezen dat van Reênvanstaat uitgaat. Gemeenebést
[...] uw' [nl. dat van Verstand] lóffelijk régeren
Zou haast door haare [die van Reênvanstaat] raad in tieranny verkeeren.
Ze is wél de dóchter van Staatkunde, de éd'le kunst,
Die groote Vórsten leert hun vólk door dwang, én gunst
In toom te houden; maar men heeft haar binnen korten
Verkeerde leeringen ten boezem in doen storten,
En uit een' hélsche borst doen zuigen snood fenyn
Van valsche gronden, én staatregels, goed in schyn;
[...]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 253]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Opréchtheid
[...]
Zy leert de Koningen het veinzen, én bedriegen,
En zégt, dat iemand mét bedróg in slaap te wiegen
Een' Koningsdeugd is.
Goedaard
Die verwatene veracht
Réchtvaerdigheid, én ként geen and're wét, als magt,
Gewoon [eraan gewend om] behoorlykheid, én plichten te overtreeden.
Daarom is Reênvanstaat een Réden zonder réden.Ga naar voetnoot30
Het primaat van de staatsraison dat onder andere door Machiavelli in Il Principe is bepleit, wordt in deze passage nadrukkelijk verworpen. Het hoofdpunt van kritiek is de eis dat de machthebber zijn morele integriteit, hier concreet zijn trouw, volgens die theorie van de staatsraison ondergeschikt dient te maken aan het staatsbelang. Bedrog, het breken van wetten en veinzerij zijn dan ook toegestaan als politieke middelen, mits ze de positie van de machthebber verstevigen en daardoor het staatsbestel stabiliseren. Wanneer het staatsbelang het richtsnoer vormt voor het handelen van de heerser, zal dit volgens deze passage een tiranniek bewind kunnen genereren. Ook de staatkunde, in theorie een nuttig instrument voor het behartigen van het gemene best, vormt een gevaar als ze niet op de juiste manier wordt uitgelegd en toegepast. De voorstelling in dit spel van het gemoed van een monarch die uitsluitend zijn eigen voordeel nastreeft, bevat opvallende parallellen met ideeën uit de klassieke en humanistische politieke theorievorming. In de tweede helft van de zeventiende eeuw waren het de zogenaamde radicale republikeinen, zoals Franciscus van den Enden, de gebroeders Koerbagh en Spinoza die deze opvatting aanhingen. Zij wezen op het feit dat een monarchie een zelfzuchtige soeverein de beste gelegenheid biedt tot machtsmisbruik. Evenals de Italiaanse moraalfilosoof Lorenzo Valla beschouwden zij eigenbelang als het natuurlijke uitgangspunt voor elk menselijk handelen. Aan deze oermenselijke trek zouden ook monarchen zijn onderworpen.Ga naar voetnoot31 Concentratie van de macht in één persoon - de koning - zou het risico op een tiranniek bestel vergroten. Om dit te voorkomen moest de macht over meerdere personen worden verspreid. In La Tirannide en TvE wordt gebruikgemaakt van deze gemeenplaats uit de politieke theorievorming van de republikeinen en het internationaal debat over de ideale staatsinrichting. De kans is daarom groot dat de contemporaine toeschouwer de om- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 254]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verwerping van het bewind van verstand door zelfzucht in La Tirannide en TvE binnen het politieke discours van die dagen zal hebben geïnterpreteerd als een statement tegen de betrouwbaarheid van de monarchie. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Politieke opvattingen van enkele Nil-ledenNil distantieert zich in geen van de latere drukken van politiek-actuele interpretaties van het stuk. Sterker nog, het genootschap autoriseerde deze drukken, zoals blijkt uit het feit dat Nil de opdracht, het voorwoord en het toneelstuk nog twee keer licht heeft gewijzigd.Ga naar voetnoot32 Een meer concrete aanwijzing die het vermoeden van politieke partijdigheid van de kant van het genootschap versterkt, is het ontslag van Nil-lid Willem Blaeu uit zijn bestuursfunctie. Willem 111 liet in september 1672 in het kader van een grote politieke zuiveringsactie alleen de meest anti-prinsgezinde regenten uit de Amsterdamse vroedschap zetten om zijn positie te versterken.Ga naar voetnoot33 Willem Blaeu die in 1667 tot schepen werd benoemd, blijkt één van die ontslagen ambtenaren te zijn geweest, wat beslist iets zegt over zijn politieke gezindheid.Ga naar voetnoot34 Blaeu speelt bovendien zelf een rol in het toneelstuk als een van de ‘Afgedankte Heeren’ of ‘Ontslaagen Regenten’ - die in TvE volgens de staatsgezinde sleutels door de personages Oprechtheid en Rechtvaardigheid worden uitgebeeld. In het voorwoord bij een ander toneelstuk van Nil wordt Blaeu in verband gebracht met de vertaling van het Italiaanse zinnespel.Ga naar voetnoot35 Hieruit is echter niet eenduidig op te maken of Blaeu inderdaad heeft meegewerkt aan TvE. Zeker is dat hij het allegorische tussenspel La Corta (eveneens van Sbarra) heeft vertaald. La Corta was bedoeld als spel tussen de afzonderlijke bedrijven van La Tirannide dell' Interesse in en staat zodoende in direct verband met het zinnespel (met gedeeltelijk dezelfde personages). Een zeker samenwerkingsverband tussen Blaeu en Pels zal dan ook hebben bestaan. Over de poli- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 255]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
tieke opvattingen van Andries Pels is ons niets bekend. De belangstelling van Blaeu voor een min of meer democratische staatsvorm blijkt uit zijn overige vertaalactiviteiten. Zo vertaalde hij naast La Corta, ook de (politieke) geschiedenis van de stadsrepubliek Venetië en de biografische beschrijving van de heerser Cesare Borgia vervaardigd door Tomaso Tomasi.Ga naar voetnoot36 Het beeld dat Tomasi daarin schetst van Borgia, is dat van de gewetenloze tiran bij uitstek. Dit staat haaks op Machiavelli's Il Principe die de renaissanceheerser Borgia als dé ideale vorst presenteerde. Aan TvE gaat een titelprent vooraf waarop alle personages zijn afgebeeld. Een dergelijke plaat is niet bekend bij het Italiaanse stuk. Een ‘uitlegging’, die als bijlage aan latere drukken van het toneelstuk is toegevoegd, bevat een uitgebreide toelichting op de titelprent. De bewerkers hebben de republikeinse boodschap van het Italiaanse stuk letterlijk op de voorgrond geplaatst door in de afbeelding en in de verklaring éénduidige republikeinse symbolen te verwerken. Zo is de vorstentroon op de titelprent versierd met de beeldtenisse der Vryheid, die een hoed, óf muts in de ééne hand, én in de andere eenen openen zak, óf beurs met zwarte én witte boontjes van verkiezinge houdt.Ga naar voetnoot37De muts is een attribuut van de vrijheid die naar het Romeinse gebruik verwijst aan vrijgelaten slaven een muts te geven, zoals Cesare Ripa in zijn Iconologia beschrijft. De ‘beurs met zwarte én witte boontjes van verkiezinge’ verwijst naar het aanstellen van bestuurders als alternatief voor erfopvolging. In de oude Griekse democratie werden publieke ambten door loting met witte en bruine bonen verdeeld.Ga naar voetnoot38 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Rationalistische invloeden op TvEDe Italiaanse brontekst heeft een neo-stoïcijnse strekking, zoals Miller in zijn artikel over de politieke toneelkunst in Lucca heeft aangetoond. De ontstaanscontext van de Nederlandse vertaling doet vermoeden dat de vertaling eerder vanuit rationalistische dan neo-stoicijnse opvattingen is ontstaan. Enkele Nil-leden van het eerste uur - te weten Lodewijk Meyer, Johannes Bouwmeester en Johan Antonides van der Goes - maakten namelijk deel uit van de Amsterdamse kring rond Spinoza en onderhielden contacten met de radicale republikein Van den Enden.Ga naar voetnoot39 Dat Nil zich niet alleen met literatuur-theoretische kwesties, maar regelmatig ook met filosofische vraagstukken be- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 256]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
zighield, blijkt uit de notulen van het genootschap. Cartesiaanse en spinozistische invloeden zijn terug te vinden in de hartstochtenleer van het genootschap en in een aantal onderwerpen dat in de toneelstukken aan de orde kwam.Ga naar voetnoot40 Zowel de (neo-)stoïcijnen als de rationalisten kenden het verstand de belangrijkste rol toe bij de verwerving van (geestelijke) vrijheid. De visie op de omgang met hartstochten verschilde echter fundamenteel bij deze twee stromingen. Anders dan bij de stoïcijnen hoorden de hartstochten bij de rationalist Spinoza tot de aard van de mens.Ga naar voetnoot41 Het was dan ook onmogelijk en zinloos om te proberen de emoties uit te bannen, zoals de stoïcijnen dit bepleitten. Alleen door het verstand kon de mens zich enigszins los maken van de natuurlijke onderworpenheid aan de affecten. Het besef van de onver-mijdelijkheid van hartstochten was de voorwaarde om volgens het voorschrift van de rede te kunnen leven, aldus Spinoza. Met deze verschillende visies op de hartstochten hing ook een verschillende waardering van het eigenbelang - ofwel de individuele zelfhandhaving van de mens - samen. Binnen de Stoa gold het eigenbelang als de grootste bedreiging van het moreel verantwoorde handelen en het algemeen belang. Eigenbelang diende dan ook te worden geëlimineerd. Spinoza zag daarentegen het eigenbelang als uitgangspunt voor de naastenliefde en moreel verantwoord gedrag, maar alleen wanneer die zelfhandhaving ondergeschikt was aan de ratio. Wanneer de mens volgens de voorschriften van de rede ging leven, kwam hij volgens Spinoza zonder meer tot het inzicht dat een harmonisch samenleven met zijn medemensen tevens het eigenbelang dient. Ware deugd kwam volgens deze leer voort uit het verstand en de natuurlijke drang tot zelfbehoud. De voorname rol die Eigenbaat in TvE speelt, past dus niet alleen binnen een stoïcijns interpretatiekader, maar ook binnen een rationalistische duiding. Ook het gevaar dat schuilgaat in onredelijk eigenbelang past binnen een op spinozistische leest geschoeide interpretatie van het toneelstuk. Volgens de leer van Spinoza betekende de overmeestering van het verstand door het egoïsme namelijk het verlies van de (geestelijke) vrijheid. TvE is daarmee een toneelstuk dat even goed een spinozistisch-rationalistische als een stoïcijnse interpretatie toelaat. In het voorwoord bij het toneelstuk liet Nil de lezer weten enkele passages uit het Italiaanse stuk, met name monologen en nevenhandelingen die de eenheid van handeling doorbraken, niet in de vertaling te hebben opgenomen. Daarmee wilden de vertalers het stuk beter geschikt maken voor opvoering. De oorspronkelijke versie was voor het toneelpubliek gewoonweg te lang, aldus Nil. De passages lijken dus niet zozeer weggelaten om de vertaling bijvoorbeeld ‘spinozistischer’ of ‘rationalistischer’ te maken dan de Italiaanse bron. Een aantal geschrapte passages zorgt op dit punt echter voor twijfel, zoals scène dertien van het derde bedrijf, die door Nil werd geschrapt. In die | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 257]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
scène wordt Genio Buono (Goedaard) getroost door Astrea (Rechtvaerdigheid) en het eigenbelang ronduit afgekeurd, omdat het de bron van alle euvel zou zijn. Deze opvatting is stoïcijns en in die stelligheid met verenigbaar met de opvattingen van Spinoza, die het eigenbelang immers als natuurlijke voorwaarde zag voor het menselijk geluk, mits het ondergeschikt bleef aan de rede. Het schrappen van deze scène kan met andere woorden ingegeven zijn door het spinozistische denkkader van Nil. Het rationalistische karakter van de vertaling is overigens ook herkenbaar aan het personage Arglistigheid, die anders dan in de Italiaanse tekst niet werd voorgesteld als tovenares. Nil verantwoordde deze ingreep in het voorwoord bij TvE en verklaarde dat bovennatuurlijkheden in literaire werken absoluut uit den boze zijn. De rationalisten veroordeelden het bijgeloof met kracht, omdat ze het in strijd achtten met de menselijke ratio.Ga naar voetnoot42 Nil verwierp het uitbeelden van heidense goden en tovenaressen en hun bovennatuurlijke handelingen op het toneel omdat de handeling van een toneelstuk anders onwaarschijnlijk zou worden.Ga naar voetnoot43 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het Nil-repertoireBij een vergelijking van de toelichting bij TvE en andere voorwoorden van Nil valt op dat hier verhoudingsgewijs veel aandacht wordt besteed aan de auteur en de brontekst. De volgende passage waarin Nil zich distantieert van een politiek-actuele interpretatie van TvE nodigt juist uit tot het speuren naar concrete toespelingen: Voor het overige zullen zommige, die altyd eenige byzondere geheimenissen in Zinnespélen meenen te steeken, door die uit te vinden, én toe te passen, met dit Zinnespél van gelyken handelen [...].Ga naar voetnoot44In vergelijking met de voorwoorden bij andere toneelvertalingen van Nil verwijzen de vertalers vaak naar de brontekst en -auteur als autoriteiten waarbij expliciet ontkend wordt dat het hier om ‘eigen vinding’ zou gaan.Ga naar voetnoot45 Voor het genootschap is dat zeer atypisch, omdat het bij andere toneelvertalingen juist de veranderingen ten opzichte van de bron als verbeteringen voor eigen rekening neemt. Wellicht hoopte Nil op die maflier zich te vrijwaren voor verwijten in verband met de mogelijk controversiële (actueel-politieke) duiding van het stuk. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 258]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
TvE en het vervolgstuk Ondergang van Eigenbaat (1707) - waarover later meer - zijn de enige zinnespelen van het genootschap. Als zodanig is TvE een uitzondering binnen het overige toneelwerk (ca. 30 werken) en voldoet het niet aan de poëticale opvattingen van Nil, terwijl toneelpraktijk en toneeltheorie in alle andere gevallen een duidelijk homogeen geheel vormen. Terwijl Sbarra zijn stuk een politiek-morele tragedie had genoemd, maakte Nil er een zinnespel van.Ga naar voetnoot46 Gezien de - ook in het Italiaanse stuk - allegorische personages lag dit enigszins voor de hand. Als Nil de vertaling ‘tragedie’ had genoemd, dan had het genootschap de eigen toneelwetten overtreden, die het normaalgesproken zorgvuldig naleefde.Ga naar voetnoot47 TvE was niet bedoeld de Nederlandse toneelkunst volgens de Franse toneelregels te hervormen, zoals de vertaalde tragedies en komedies van het genootschap. Wel behield het stuk zijn functie als opvoedend instrument. TvE is een politiek-moreel leerstuk dat staatkundige theorieën en ideeën voor een brede laag van de bevolking toegankelijk maakte. Zo paste het prima in het beeld van de Schouwburg als burgerlijke leerschool, zoals dat door het genootschap werd uitgedragen. Uitzonderlijk blijft echter het feit dat met dit stuk controversiële kwesties uit de politieke actualiteit worden aangesneden, die volgens het stadsbestuur en Andries Pels geen plaats mochten hebben op het toneel. Dit verbod werd handig omzeild door het vertalen van een allegorisch toneelstuk dat tot een staatsgezinde lezing uitnodigt maar daar niet expliciet toe oproept. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Na de dood van de stadhouder (1705-1706)Even opmerkelijk als de ontstaansgeschiedenis is de opvoerings- en receptiegeschiedenis van TvE. Het grote aantal sleutels dat werd verspreid en de politiek-actuele duiding van het zinnespel trekken hierbij de aandacht. Het is onduidelijk wie precies het initiatief hebben genomen voor de verspreiding van de eerste sleutels. Vermoedelijk is de verspreiding voor of in elk geval kort na de eerste opvoering van het stuk in de Amsterdamse Schouwburg op 8 januari 1680 op gang gekomen.Ga naar voetnoot48 Het is namelijk opmerkelijk dat het zinnespel na publicatie in 1679 maar één keer is vertoond. Normaal gesproken werd een toneelstuk na de première in de Schouwburg nog een aantal keer herhaald. TvE zou pas weer in 1705 in de programmering worden opgenomen. De pre- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 259]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
mière van 8 januari 1680 verliep financieel bijzonder voorspoedig, zeker in vergelijking tot de opbrengsten van andere stukken in de weken voor de première.Ga naar voetnoot49 Er moet sprake zijn geweest van zwaarwegende argumenten om deze potentiële kaskraker meteen weer van het toneel te halen. Bij een van de teruggevonden sleutels is een kort versje gevonden waarin meer uitsluitsel gegeven wordt over deze kwestie.Ga naar voetnoot50 In het gedichtje beticht iemand Pels van zelfzuchtig gedrag, omdat hij ondanks het verbod de uitgave van het toneelstuk niet wilde stoppen. Het stuk werd na het verbod lange tijd niet opgevoerd, maar kende ogenschijnlijk als leesdrama nog steeds een zekere populariteit. Het is moeilijk te zeggen uit welke jaren de overgeleverde sleutels dateren. Opvallend is wel dat de sleutels overwegend teruggevonden zijn in uitgaven van na 1680, het merendeel in exemplaren uit 1705 en 1706. De personen die in de sleutels genoemd worden, bieden wat de datering betreft helaas weinig uitkomst. Willem Adriaen van Nassau, heer van Odijk, speelde als vertrouweling van Willem iii en lid van de Zeeuwse ridderschap al vrij snel na 1672 een belangrijke rol in de Republiek, wat ook geldt voor Caspar Fagel, raadpensionaris van Holland, en Hieronymus van Beverningk, regent in Gouda en diplomaat. Hans Willem Bentinck was misschien wel de belangrijkste vertrouweling van Willem iii. Het is opmerkelijk dat Bentinck in een aantal sleutels vermeld staat als graaf van Portland. Deze titel ontving hij in 1689, wat betekent dat deze sleutels pas daarna zijn opgetekend of gedrukt. Samen met het grote aantal teruggevonden sleutels in drukken uit 1705/1706 wijst dit erop dat het hoogtepunt van de circulatie en uitgave van sleutels waarschijnlijk rond die jaren gelegen heeft. In 1705 werd TvE voor het eerst sinds 1680 herdrukt en in datzelfde jaar werd het stuk opnieuw in de Schouwburg vertoond.Ga naar voetnoot51 De overgeleverde gedrukte exemplaren van de sleutels (I4 en I5, D en J) die verwijzen naar de ‘Graaf van Portland’ en ‘De Hr. Benting Graaf van Portland’, bevinden zich alle in drukken uit 1705. Dit doet vermoeden dat een aantal staatsgezinden toen actief heeft geprobeerd de herinnering aan TvE als een staatsgezind pamflet levend te houden. Dit laatste wordt bevestigd door een passage in een verslag van de Franse politieke agent Helvetius over de situatie in de Republiek in het jaar 1706. Helvetius tastte voor Frankrijk de mogelijkheden af een wig te drijven tussen de Republiek en haar bondgenoten. In februari 1706 vermeldt Helvetius ook de opvoering van TvE in Amsterdam en in Den Haag, waar het zinnespel kennelijk ook werd opgevoerd. In Amsterdam werd het stuk op 14 en 18 januari 1706 opnieuw vertoond na de reeks opvoeringen in oktober en november 1705.Ga naar voetnoot52 Helvetius geeft een bijzondere betekenis aan de programmering van dit politiek beladen stuk: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 260]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Enfin il est besoin d'une preuve encore plus forte, pour mettre en évidence l'acharnement des Gens du Gouvernement contre le dernier Stadthouder; c'est la permission qu'ils ont donnée à leurs comédiens de le jouer publiquement (travesti en tyran) à Amsterdam et à la Haye dans une tragédie allégorique, intitulée Eygenbaet. Dans cette pièce aux représentations de laquelle les Magistrats, la bourgeoisie et les paisans mesme accoururent à l'envie, on a peint des couleurs les plus noires le Prince et la Princesse, son ayeule, ses favoris, tels que Mr. D.'Odijk, Milord Portland, et ses autres confidents, pendant que le célèbre Corneil de With et les autres Républiquains de même faction y sont représentés, brillant de tous les fruits de la vertu. La tragé imprimée se vend publiquement et de peur qu'on ne puisse douter que c'est le Prince d'Orange et les siens qu'on y donne en spectacle (ce qui n'est que trop visible) on a eu soin d'y joindre une clef manuscrite qui dévoile à sa honte les énigmes de l'allégorie.Ga naar voetnoot53Als we Helvetius moeten geloven, was TvE niet alleen een politiek-morele tragedie met een duidelijk republikeinse achtergrond, maar speelde het tevens een rol in het politieke debat in de Republiek rond het stadhouderschap en werd het in feite als ‘politiek-literair wapen’ ingezet. Het is natuurlijk de vraag in hoeverre deze observatie van Helvetius recht deed aan de werkelijkheid. TvE was niet alleen een politiek beladen stuk, maar ook een publiekstrekker voor de Amsterdamse Schouwburg. De recettes van de eerste twee opvoeringen in 1705 waren meteen de hoogste van dat jaar en het kan daarom ook zijn dat de Schouwburgdirecteuren het stuk uit commerciële overwegingen weer op de planken brachten. Niettemin is het ongewoon dat een stuk na zo lange tijd plotseling weer werd opgevoerd en dan ook nog eens tien keer achter elkaar.Ga naar voetnoot54 Dit hangt misschien samen met het verbod op opvoering van het spel in de jaren tussen 1680 en 1705. De hernieuwde programmering van TvE werd om die reden in 1705 kennelijk als een première beleefd en door de Schouwburgdirecteuren ook als zodanig behandeld.Ga naar voetnoot55 In zijn studie over de Amsterdamse burgemeesters Joan en Gerrit Corver beweert Porta dat de burgemeesters van Amsterdam in 1705 bewust toestemming gaven voor opvoering van het zinnespel.Ga naar voetnoot56 Hoewel dit besluit niet is teruggevonden, is wat Porta beweert niet onwaarschijnlijk. De eerste jaren na de dood van Willem iii hadden de staatsgezinden er immers belang bij de herinnering aan hem als ‘tiran’ levend te houden. Na zijn dood leefden in de Republiek de anti-orangistische gevoelens op, behalve in Friesland waar prins Johan Willem Friso als stadhouder werd gekozen. Elders in de Republiek, met name in Gelderland, braken in de jaren na 1702 opstanden uit tegen de regenten die onder Willem III waren aangesteld, ‘de oude plooi’.Ga naar voetnoot57 In Amsterdam | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 261]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 2 Titelplaat bij Tieranny van Eigenbaat zoals die in 1705 aan de Schouwburgdruk van het toneelstuk werd toegevoegd. Op de plaat zijn alle zinnebeeldige personages uit het toneelstuk afgebeeld. Particuliere collectie.
kwam de wisseling van de wacht geruislozer en zonder veel straatprotest tot stand. De rol van presiderend burgemeester Nicolaas Witsen was omstreeks november 1705 uitgespeeld en de staatsgezinde burgemeesters rond Joan Corver behaalden in 1706 de meerderheid. Deze meerderheid zal in elk geval iedere mogelijkheid aangegrepen hebben om het stadsbestuur naar buiten toe te presenteren als een groep regenten die niets met de prinsgezinde ‘oude plooi’ van doen had.Ga naar voetnoot58 De toestemming in 1705 voor het opvoeren van TvE zou goed in een dergelijke politiek gepast hebben. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 262]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De Ondergang van EigenbaatDe kwestie van opvolging van Willem iii en het herstel van het stadhouderschap stak in 1707 opnieuw de kop op. De Staten van Friesland vonden het gerechtvaardigd dat Johan Willem Friso als stadhouder van Friesland lid zou worden van de Raad van State. Holland, Zeeland, Utrecht, Gelderland en Overijssel verzetten zich hevig tegen dit voorstel.Ga naar voetnoot59 Met deze discussie over het stadhouderschap van Johan Willem Friso bleef de strijd tussen staats- en prinsgezinden in elk geval tot zijn dood in 1711 voortduren. Zo bleef ook de veronderstelde staatsgezinde ‘boodschap’ van TvE actueel. In 1707 beleefde het stuk nog twee opvoeringen. Na de opvoering op 3 december 1707 werd op 5 december een vervolg op de TvE ten tonele gevoerd: De Ondergang van Eigenbaat. Het gaat hier hoogstwaarschijnlijk om het zinnespel van Enoch Krook, die in 1708 werd aangesteld als toneelmeester van de Schouwburg en van wie ook een aantal andere zinnespelen in de Schouwburg is opgevoerd. Enoch Krook schrijft in het voorwoord bij De Ondergang van Eigenbaat zowel inspiratie te hebben gevonden in het zinnespel van Nil als in ‘een oude Beschryvinge eenes Tierans’.Ga naar voetnoot60 Inderdaad heeft het stuk veel weg van een ‘vorstenspiegel’ waarin wordt getoond hoe een vorst zich in elk geval niet zou moeten gedragen, wil hij zijn onderdanen niet tegen zich in het harnas jagen. In De Ondergang van Eigenbaat speelt het Widerstandsrecht, het recht van de onderdanen zich te verzetten tegen hun vorst als deze een tiran blijkt te zijn, een belangrijke rol. Vorst Eigenbaat wordt in het stuk door de oproerige bevolking op het eiland onder aanvoering van legeraanvoerder Edelhart van zijn troon gestoten. Het is aannemelijk dat Krook zijn vervolg op TvE niet met actuele politieke intenties geschreven heeft. De beschrijvingen van de onlusten zijn zeer algemeen en kennen veel overeenkomsten met de oorlogsverwikkelingen zoals Krook die ook in zijn andere zinnespelen beschreef naar aanleiding van actuele veldslagen. Door middel van deze ‘oorlogspelen’ kon het publiek met veel spektakel veldslagen uit de Negenjarige Oorlog en de Spaanse Successieoorlog op het toneel ‘herbeleven’.Ga naar voetnoot61 Het is niet aannemelijk dat Krook een zinnespel heeft willen schrijven dat de ondergang van Willem iii bezingt. Als een van de weinige Amsterdamse dichters had Krook in 1702 een treurdicht geschreven naar aanleiding van de plotselinge dood van Willem iii.Ga naar voetnoot62 Niets wijst erop dat Krook er zelf staatsgezinde opvattingen op nahield. Waarschijnlijk wilde hij eenvoudigweg voortbouwen op de populariteit van TvE en zodoende een successtuk | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 263]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schrijven dat evenals zijn meer spectaculaire oorlogsspelen veel bezoekers zou trekken. Niets was overigens minder waar, het bleef in december 1707 bij twee opvoeringen van De Ondergang van Eigenbaat, met zeer magere recettes.Ga naar voetnoot63 In datzelfde jaar verscheen er nog een ander vervolg op de TvE in druk. Het stuk werd uitgegeven door Nil - in de persoon van IJsbrand Vincent - en droeg eveneens de titel De Ondergang van Eigenbaat. Daarnaast verscheen De dood van Eigenbaat: of de herstelde Wil in het Eiland van Vryekeur van een zekere J. Pook. Tussen Vincent en Pook ontstond een conflict over de vraag wie nu de auteur was van dit vervolg, vanwege de grote overeenkomsten tussen beide stukken.Ga naar voetnoot64 Bilderdijk meende dat in het zinnespel van Nil, in tegenstelling tot dat van Pook, het verjagen van koning Jacobus tijdens de Glorious Revolution verbeeld zou zijn.Ga naar voetnoot65 In dat geval zou Willem iii alsnog als held gloriëren. Het is mogelijk dat de Schouwburgbestuurders weinig trek hadden in een orangistisch propagandastuk en liever kozen voor het politiek-neutrale stuk van Krook, dat immers (anders dan dat van Vincent) met het Schouwburgprivilege werd uitgegeven.Ga naar voetnoot66 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Discussie over herstel van het stadhouderschap (1726-1733)Na 1707 zou het enige jaren stil blijven rond TvE. In 1716 werd het stuk nog twee keer opgevoerd, waarna het pas in 1726 weer op de planken verscheen.Ga naar voetnoot67 In februari en maart van dat jaar beleefde het evenals in 1705 een reeks van acht opvoeringen met nog steeds hoge recettes. In 1733 zouden er in februari en maart nog vier opvoeringen volgen en in november 1738 werd het drie keer vertoond.Ga naar voetnoot68 Het is opvallend dat het zinnespel juist toen terugkeerde op het Amsterdams toneel, nadat het in de periode 1707-1726 nauwelijks enige populariteit had genoten, behoudens de opvoeringen in 1716. In de tussenliggende jaren was er sprake van relatieve rust in de Republiek wat betreft de onenigheden tussen staats- en prinsgezinden. Na de dood van Johan Willem Friso in 1711 tot het moment dat Willem Karel (de toekomstige Willem iv) volwassen werd, bestond er immers geen aanleiding deze discussie weer op te rakelen. Nadat Friesland, Groningen, Drenthe en Gelderland tussen 1718 en 1722 echter besloten hadden dat Willem Karel hun toekomstige stadhouder zou zijn, werd de discussie over het stadhouderschap hervat. In maart 1723 diende Holland in de Staten Generaal als tegenreactie een resolutie in om het stadhouderloos regime te continueren, waarmee het startschot was gegeven voor nieuwe twisten.Ga naar voetnoot69 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 264]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Het is zeker mogelijk de opvoeringen van TvE in 1726 en 1733 te bezien in het licht van een hernieuwde belangstelling voor de thematiek van dit stuk en de hernieuwde controverse tussen prins- en staatsgezinden. Evenals in 1705 gingen de opvoeringen vergezeld van een herdruk van het zinnespel (1728, Jacob van Zaan, Amsterdam). De opvatting van Porta dat de opvoeringen in de jaren twintig en dertig politieke bedoelingen hadden, wordt ondersteund door een brief van de Engelse spion Louis Renard uit Amsterdam aan het Engelse hof.Ga naar voetnoot70 De brief dateert van 24 februari 1733 en beschrijft hoe de staatsgezinde fractie in Amsterdam probeerde met de opvoering van TvE de bevolking tegen de oranjegezinden op te zetten: On va representer sur le Theatre de la Commedie de cette ville une Piece intitulée de Tyrannye van Eygenbaat, Du Tyrannie de l'Interes. C'est une satire faite autrefois contre le Roy Guillaume et lesAmis des Stadhouders en faveur du Party de De Witt. Cette Piece avoit été deffendue et meriteroie [sic!] encore de l'être. Elle doit servir a animer le Peuple contre le Parti du Prince d'Orange. Les Amis de son Altesse pourroint saisir cette occasion pour ouvrir le yeux du Peuple sur la veritable Tyrannie de l'interres contraire a l'ancienne forme du Gouvernement.Ga naar voetnoot71De observatie van Renard kent veel overeenkomsten met die van Helvetius uit 1706. Renard schreef deze brief precies op het moment dat tussen 14 februari en 2 maart 1733 TvE in Amsterdam opnieuw werd opgevoerd.Ga naar voetnoot72 Het zou heel goed mogelijk zijn dat, indien de burgemeesters inderdaad de hand hadden in deze opmerkelijke programmering, deze opvoeringen te maken hadden met de discussie over het stadhouderschap van Willem Karel. In 1733 had zich een aantal nieuwe twistpunten aangeboden, waaronder een discussie over de politieke bevoegdheden van Willem Karel in het markizaat van Veere en Vlissingen en diens huwelijk met Anna van Hannover, dat in mei 1733 door de Engelse koning werd aangekondigd. De Amsterdamse burgemeesters van meer staatsgezinde signatuur verzetten zich hevig tegen deze pogingen van Willem Karel om zijn politieke macht te vergroten.Ga naar voetnoot73 De opvoeringen in de jaren dertig waren een laatste opleving van de populariteit van TvE zelf. De herinnering aan het stuk zou vervagen zodra in 1747 de oude vrijheid, althans in de ogen van de oranjegezinden, werd hersteld. Naar aanleiding van een tekst over de politieke toestand rond het jaar 1747 nam de historicus Jan Wagenaar het weer eens ter hand en deelt ons daarbij enigszins verveeld mee: Ik besteedde eenigen korten tyd, om dit Spel nog eens te doorbladeren; doch ik vond ‘er thans zo weinig schikking en waarschynlykheid, zo weinig kragt van redeneering en deftige Poëzy in, dat ik | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 265]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
het Boekje ras neêrlei, en my verwonderde, hoe ik het, in vroeger tyd, nog met genoegen hadt kon-nen leezen.Ga naar voetnoot74Dit neemt niet weg dat bij het bezingen van de nieuwe vrijheid en het verdrijven van de staatsgezinde tirannie af en toe toch nog naar de thematiek in TvE verwezen werd. Zoals in de prinsgezinde sleutels was het nu echter de stadhouder die de ‘ware vrijheid’ wist te beschermen. De herstelde ‘trouw’ of ‘vrijheid’ op het eiland betrof niet langer de vrijheid van de staatsgezinden, maar die van de oranjegetrouwen. In een aantal allegorische toneelstukken over de politieke omwentelingen wordt het verband tussen de thematiek in TvE en de politieke actualiteit niet langer verzwegen.Ga naar voetnoot75 Fredrik Duim schrijft in het ‘Berecht aan den Lezer’ bij De kwynende Vryheit herstelt, in het eiland Vryekeur uit 1749 dat het zinloos zou zijn ‘een sleutel af te vorderen, om dit Zinnespel te ontsluiten’. De handeling spreekt volgens hem voor zichzelf.Ga naar voetnoot76 In dit zinnespel wordt de verkiezing van Grootmoedigheid tot Stadhouder tegen de wil van Heerszucht op het eiland van Vryekeur beschreven. Grootmoedigheid staat voor de ‘verkozen Erfstadhouder’, kortom Willem iv. Heerszucht verbeeldt volgens de lijst van vertoners de ‘Monarchale Regeringe’. Hiermee worden de regenten bedoeld die elkaar op basis van familiebanden bestuurlijke functies toebedeelden. Waarschijnlijk vanwege de expliciete verwijzingen naar actuele politieke gebeurtenissen, kwam het zinnespel niet in aanmerking voor opname in de programmering van de Amsterdamse Schouwburg. TvE werd niet langer gespeeld, maar verwijzingen naar de thematiek van TvE vinden we wel in het zinnespel van Duim en in iets mindere mate ook in Jan Meyers De herstelde trouw, in het eiland Vryendaal van 1748.Ga naar voetnoot77 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ConclusieHet zinnespel Tieranny van Eigenbaat in het eiland van Vrijekeur lijkt nadrukkelijk te hebben uitgenodigd tot een concrete eigentijdse politieke invulling. De universele politieke strekking van de bron en de turbulente tijd waarin Nil dit stuk toegankelijk maakte voor de Amsterdamse burgers maakten een dergelijke duiding mogelijk. De uitzonderlijke positie die deze toneeltekst inneemt ten opzichte van de overige literaire werken van Nil doet sterk vermoeden dat het genootschap hier geen modeltoneelstuk heeft willen maken om de hervorming van de letterkunde in de Republiek te bevorderen of onschuldige zedenlessen uit te dragen, maar met dit zinnespel een veel specifiekere intentie had, namelijk het propageren van republikeinse en anti-prinselijke opvattingen. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 266]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De staatsgezinde achtergrond van enkele genootschappers en de republikeinse context van de bron wijzen in die richting. De eigentijdse politieke duiding van TvE heeft echter niet zijn opvoering in de Amsterdamse Schouwburg verhinderd. Deze uitzondering wordt begrijpelijker door het voorwoord bij dit zinnespel, waarin de vertalers veel moeite doen om zichzelf in te dekken tegen een interpretatie die de opvoering van het stuk in gevaar zou kunnen brengen. Zij suggereren dat het werk geestelijk eigendom is van een gerenommeerde Italiaan en daarom geen toespelingen op de Nederlandse situatie kan bevatten. De vertalers ontkennen in het voorwoord ook bij voorbaat dat de allegorische personages naar concrete personen of situaties verwijzen. TvE kan met recht als een verholen reactie op de politieke situatie in de Republiek van de jaren zeventig worden gelezen. Als zodanig werd het immers ook in de zeventiende en achttiende eeuw ervaren. Dit blijkt uit het grote aantal bewaard gebleven sleutels, waarvan het merendeel de inhoud van het stuk voorziet van een staatsgezinde visie. Het is niet geheel duidelijk in welke jaren deze sleutels voor het eerst verspreid zijn, maar waarschijnlijk kort voor of na de première van het stuk in de Schouwburg in 1680. Vermoedelijk is de opvoering van het toneelstuk na die eerste opvoering op last van de burgemeesters of de regenten van de Godshuizen gestaakt. Opmerkelijk is de terugkeer van TvE in de Schouwburg in de jaren 1705-1706 en 1726-1733 en de populariteit die het in die jaren genoot. De herprogrammering van TvE in de Amsterdamse Schouwburg vond plaats in die jaren die zich kenmerkten door een opleving van de strijd tussen oranje- en staatsgezinden in de Republiek. In de briefwisseling van een tweetal diplomaten wordt hierop gewezen. Dit versterkt het vermoeden dat er sprake is geweest van betrokkenheid van de Amsterdamse burgemeesters bij de heropvoering van het politieke zinnespel in de Amsterdamse Schouwburg. Vanaf de publicatie in 1679 tot het herstel van het stadhouderschap in 1749 zou het toneelstuk een speelbal blijven in de strijd tussen staats- en prinsgezinden. Het voor Nil ongebruikelijke stuk is door zijn potentieel voor voortdurende ‘herduiding’ zeventig jaar lang van toepassing gebleven op de steeds veranderende politieke situatie in de Republiek. De ontstaans- en opvoeringsgeschiedenis van het zinnespel laat zien dat er wel degelijk mogelijkheden bestonden het verbod op politiek-actueel toneel in de Amsterdamse Schouwburg te omzeilen en dat de Schouwburg als het zo uitkwam het toneel kon zijn van een politieke richtingenstrijd. Abstract - In 1677 the burgomasters of Amsterdam banned all plays with political-actual themes from the city theatre. Although the art society ‘Nil Volentibus Arduum’ supported this measure in a number of theoretical writings on the theatre, it published in 1679 the allegorical play Tieranny van Eigenbaat (Tyranny of Selfishness). This was ostentatiously an innocent text, a translation of an Italian play. The context of translation however indicates anti-orangist and rationalist intentions, which is confirmed by the distribution of so-called ‘sleutels’ (keys) which provided a republican reading for the play. Until 1747 the play would be used as an anti-orangist weapon in the political battle between orangists and republicans in the Dutch Republic. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 267]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Afb. 3 Een handgeschreven toelichting in de vorm van een sleutel, ingebonden in een exemplaar van TvE uit 1680. In dit geval heeft iemand zowel de oranje- als staatsgezinde interpretatie van het stuk genoteerd, waarvan hier alleen de staatsgezinde variant is afgebeeld. Koninklijke Bibliotheek, 121 L 21.
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Bijlage: Overzicht drukken TvE met sleutels
|
|