De Zeventiende Eeuw. Jaargang 23
(2007)– [tijdschrift] Zeventiende Eeuw, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 216]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Handel in Letteren
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 217]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de-eeuwse Republiek tegen de ambulante verkoop van drukwerk optraden. Gezien de lage straffen illustreren de getuigenissen van de vier straatverkopers eerder de mogelijkheden dan de onmogelijkheden om in de zeventiende-eeuwse Republiek op straat drukwerk te verkopen. Voor straatverkopers was vrijwel nooit een handelsvergunning vereist. Bovendien was er in de Republiek geen sprake van preventieve censuur: drukwerk kon geproduceerd en verspreid worden zonder toestemming vooraf.Ga naar voetnoot5 In de omringende landen werd strenger opgetreden. Zo was in Engeland gedurende de zestiende en zeventiende eeuw verschillende keren geprobeerd om de ambulante handel te reguleren.Ga naar voetnoot6 Uiteindelijk leidde dit in 1696 tot de Licensing Act die voorschreef dat alle ambulante handelaren zich dienden te registreren. Vanaf dat moment hadden zij een vergunning nodig voor de uitoefening van hun beroep. Deze vergunning moest jaarlijks verlengd worden. Ook in Parijs gold vanaf 1666 een strikte regulering van drukkersprivileges en een beperking van de boekproductie en -distributie, hoewel veel boekverkopers deze maatregelen vaak buiten de hoofdstad omzeilden.Ga naar voetnoot7 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ambulante handelaren in actueel drukwerkDe arrestanten in Amsterdam kunnen we alle vier beschouwen als ambulante handelaren in actueel drukwerk. Het is een categorie die tot nu toe weinig aandacht heeft gekregen, zelfs niet in de schaarse studies waarin de ambulante handel centraal staat.Ga naar voetnoot8 Een van de meest ambitieuze studies over de ambulante handel in Europa is ongetwijfeld Laurence Fontaine's Histoire du colportage en Europe, dat in 1996 in het Engels vertaald is als History of Pedlars in Europe.Ga naar voetnoot9 In deze uitgebreide studie beschrijft Fontaine de oorsprong en de sociale en economische status van de Europese colporteur. Omdat zij zich echter vooral richt op de Franse marskamers die van stad naar stad trokken, komen de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 218]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
handelaren die zich specifiek bezighielden met nieuwsverspreiding in één grote stad nauwelijks in haar boek voor.Ga naar voetnoot10 Ook bij boekhistorici en nieuwshistorici heeft de distributie van gedrukt nieuws door ambulante handelaren nog weinig aandacht gekregen. Voor verschillende landen is er wel op gewezen dat gedrukt nieuws vaak door straatverkopers werd verspreid, maar over de specifieke aard van hun drukwerk en de politieke context waarin zij opereerden zwijgen de meeste studies.Ga naar voetnoot11 Onderzoek naar de ambulante boekverkoper in de vroegmoderne Republiek is met name verricht door Jeroen Salman. Salman besprak onder meer de handelspraktijken van de straatverkoper en de verschillende typen drukwerkverkopers. Hij onderscheidde vier categorieën handelaren: de gelegenheidshandelaar (iemand die zich slechts sporadisch bezighield met de verkoop van drukwerk en daarnaast vaak een ander beroep uitoefende); de marskramer met drukwerk en andere waren; de marskramer met drukwerk en de marskramer met gespecialiseerd drukwerk.Ga naar voetnoot12 Het is echter aan de hand van de opgetekende verhoren in de Amsterdamse criminele archieven niet altijd duidelijk tot welke categorie een ambulante drukwerkverkoper behoorde. Bovendien ging ook Salman bij zijn bespreking van de ambulante boekhandel niet specifiek in op het type drukwerk dat de ambulante handelaar verkocht en de politieke context waarin de straatverkoper werkzaam was. Het is echter juist de typering actueel drukwerk die twee prangende vragen oproept: waaruit bestond het actuele drukwerk en wat waren de motieven om dit type drukwerk te produceren? De beantwoording van deze vragen biedt meer inzicht in de oorsprong van de ambulante handelaar in actueel drukwerk. In dit artikel wordt daarom getracht de straatverkoper met actueel drukwerk te verbinden met het type teksten dat hij verkocht en de politieke context waarin hij werkzaam was. Door een vergelijking te maken in aantallen gearresteerde handelaren én in de aard van geproduceerde pamfletten tussen twee decennia van politieke hoogconjunctuur (1670-1679 en 1690-1699) wordt duidelijk welk type straatverkoper actief was in Amsterdam in twee roerige decennia van de zeventiende eeuw. Voor dit onderzoek is gebruikgemaakt van twee soorten bronnen. In de eerste plaats de Amsterdamse confessieboeken. Hierin treffen we de verhoren aan van overtreders die in voorarrest zaten.Ga naar voetnoot13 De confessieboeken zijn een rijke bron aan informatie, omdat | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 219]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bijna elk verhoor begint met de naam, het beroep, de leeftijd en de woonplaats van de verdachte. Daarnaast is gebruikgemaakt van de pamfletten zelf, omdat deze de bredere context schetsen waarbinnen de handelaren opereerden. De pamfletten bieden zowel kwantitatieve als inhoudelijke informatie. Ten eerste biedt informatie uit een pamflettencatalogus als die van Knuttel inzicht in de hoeveelheid beschikbaar actueel drukwerk in een bepaald jaar in Amsterdam. Een relatief grote hoeveelheid vlugschriften blijkt in de meeste gevallen voor te komen in een politiek instabiele periode. Omdat de politieke context voor de verschillende decennia echter verschilt, verschilt ook de aard van de pamfletten. Ten tweede blijkt de inhoud van sommige pamfletten zelf te reflecteren op een grote nieuwsproductie en -distributie. Deze inhoud versterkt het idee van politieke onrust en een daarmee gepaard gaande grote pamflettenproductie en werpt bovendien licht op het samenspel van politieke en commerciële productiemotieven. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De actualiteit en de handel in actueel drukwerkDe periode 1690-1699 was voor de stad Amsterdam een politiek roerig decennium. Eerdere politieke conflicten tussen stadhouder Willem iii en de Amsterdamse regenten laaiden in 1689 en 1690 hoog op. Het ging dit keer om de invloed van de stadhouder op de Amsterdamse schepenverkiezingen.Ga naar voetnoot14 In 1689 had het Amsterdamse stadsbestuur zonder inspraak van de stadhouder een nieuwe magistraat (schout en schepenen) gekozen. Normaal gesproken had de stadhouder enige zeggenschap bij deze keuze, maar omdat diens belangen niet overeenkwamen met die van de Amsterdamse regenten - en ook omdat hij op dat moment in Engeland verbleef - had het Amsterdamse stadsbestuur hem ditmaal volledig genegeerd. Bovendien had het stadsbestuur andere steden aangespoord hetzelfde te doen.Ga naar voetnoot15 Over dit politieke geschil verscheen een stortvloed aan pamfletten. In de Knuttelcatalogus komen maar liefst 82 Nederlandstalige pamfletten uit 1690 voor met het door Knuttel omschreven onderwerp ‘geschillen tussen de stad Amsterdam en Willem iii ’.Ga naar voetnoot16 Hoewel veel van deze traktaten geen boekverkoper noemen, hebben zij vrijwel zeker gecirculeerd in Amsterdam. Als we daarbij alle pamfletten uit 1690 met een ander onderwerp optellen die op het impressum een Amsterdamse boekverkoper vermelden, komen we op een totaal van 109 Nederlandstalige, in Amsterdam verkochte pamfletten. Ter vergelijking: in het politieke rampjaar 1672 komen in de Knuttelcatalogus | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 220]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Amsterdamse ambulante handelaren in actueel drukwerk 1690-1699 versus 1670-1679Ga naar voetnoot17
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 221]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
‘slechts’ 98 pamfletten voor die een Amsterdamse boekverkoper vermelden. De Amsterdamse pamflettenproductie in 1691 (47 pamfletten) en 1692 (50 pamfletten) ligt vervolgens een stuk lager, maar nog altijd boven het zeventiende-eeuwse gemiddelde (rond de 21 pamfletten per jaar).Ga naar voetnoot20 De vergelijking met het decennium 1670-1679 is ook voor wat betreft de ambulante handelaren in actueel drukwerk interessant. Rond 1672 is er immers eveneens sprake van een politieke hoogconjunctuur, die gepaard gaat met een zeer hoge pamflettenproductie ten opzichte van andere jaren. In de tabel op p. 220 zijn daarom de namen opgenomen van alle ambulante handelaren in actueel drukwerk die in de Amsterdamse confessieboeken voorkomen tussen 1690 en 1699 en tussen 1670 en 1679.
De verschillen tussen de twee decennia blijken in eerste instantie uit de aantallen gearresteerde drukwerkverkopers. In het laatste decennium van de zeventiende eeuw treffen we veel meer arrestanten aan dan in de periode 1670-1679. Daarbij valt bovendien op dat de arrestaties in de periode 1690-1699 verspreid zijn over het hele decennium, terwijl in het decennium 1670-1679 alle arresten voorkomen in de eerste vier jaar: van 1674 tot 1679 komt er geen enkele opgepakte straatverkoper meer voor in de confessieboeken. In de tweede plaats springt de uniformiteit van beroepsaanduidingen in het decennium 1670-1679 in het oog. Behalve de hoepelmaker Rijck Cornelissen de Swart worden alle ambulante handelaren in deze periode aangeduid als liedjeszanger, of-zangeres. Daarentegen komen we in de periode 1690-1699 meer verschillende beroepsomschrijvingen tegen. Aan de hand van de tabel kunnen we de handelaren in dit decennium verdelen in omlopers (10), liedzangers (14) en mensen met een ander hoofdberoep (3). De laatste categorie sluit goed aan bij Salmans definitie van gelegenheidshandelaren: deze handelaren (een schoorsteenveger, een haringpakker en een letterzetter) noemen een ander beroep als hoofdberoep, hetgeen een indicatie is dat zij zich slechts incidenteel bezighielden met de verkoop van drukwerk. De term omloper was gereserveerd voor mensen die werkzaam waren binnen de stad.Ga naar voetnoot21 De beroepsomschrijvingen (omloper met de couranten, omloopster met nieuwe tijdingen, enzovoort) suggereren dat het steeds om één type drukwerk ging dat iemand voor langere tijd verkocht. Deze straatverkopers zijn dus te karakteriseren als omlopers met gespecialiseerd drukwerk.Ga naar voetnoot22 De liedjesverkopers ten slotte vormen een bijzondere categorie straathandelaren. De liedjes konden zowel in gezongen als in gedrukte vorm gedistribueerd worden, maar gezien de informatie uit enkele verhoren en contemporaine afbeeldingen van liedjeszangers, kunnen we ervan uitgaan dat zij in de meeste gevallen gedrukte liedjes bij zich | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 222]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
hadden. Het ging vaak om nieuwsliederen, geschreven naar aanleiding van een recente gebeurtenis. Het nieuws in dit medium stond vanwege zijn noodgedwongen literaire vormgeving (onder andere rijm en ritme) waarschijnlijk verder af van de waarheid dan het nieuws in pamfletten en couranten. Met de soms gedetailleerde vermelding van tijd en plaats werd echter de indruk gewekt dat er een kern van waarheid in zat.Ga naar voetnoot23 In beide decennia wordt het merendeel van de handelaren in actueel drukwerk aangeduid als liedjeszanger, of omloper met liedjes. Wat hierbij opvalt is dat de verhoren van deze verkopers altijd kort zijn en dat hun zaak vrij systematisch wordt afgehandeld: in de meeste gevallen wordt hen conform de keur uit die tijd een boete van zes gulden opgelegd. Pas bij herhaaldelijke overtreding wordt hen een zwaardere straf opgelegd. Dit laatste komt nogal eens voor. Zo werd de eenenveertigjarige Catrijntje Pieters uit Middelburg in 1673 maar liefst drie keer verhoord vanwege het zingen van liedjes: op 20 april, 25 juli en 17 november.Ga naar voetnoot24 Twee keer was Pieters met een ‘medeliedzangster’: op 20 april met Grietje Adamsdochter uit Den Haag en op 17 november met Francijntje Jans van Amsterdam. Deze vrouwen kregen beiden zes gulden boete, maar toen Grietje Adams op 8 mei van hetzelfde jaar nog eens werd opgepakt was kennelijk de maat vol: zij werd veroordeeld tot het schavot en drie jaar in het spinhuis. Ook de straffen voor de andere recidivisten verschillen behoorlijk in zwaarte en het is onduidelijk waarom de ene keer wel en de andere keer niet een heel zware of juist een heel lichte straf werd opgelegd. De boetes van zes gulden voor de eerste overtreding komen echter overeen met de tekst in de keuren en pas bij recidive lijken zwaardere straffen te worden ingezet, waaronder ook een paar keer verbanning uit Amsterdam. Uit de korte getuigenverhoren valt tevens iets op te maken over het liedzingen als nevenberoep. Zo is Jan Leenderts van Amsterdam liedzinger én soldaat. Nadat hij eerder op 6 maart 1668 en op 12 mei 1672 al geldboetes had gekregen voor het liedzingen, werd hij op 19 april 1673 opnieuw in de boeien geslagen. Naar eigen zeggen was hij zonder paspoort uit het leger vertrokken en opnieuw naar Amsterdam gekomen om er liedjes te zingen.Ga naar voetnoot25 Carel Jansen, die op 8 december 1672 wegens liedzingen een jaar uit Amsterdam werd verbannen, was liedzanger én passementwerker (iemand die versierselen van onder meer zijde, of goud- of zilverdraad maakte voor op kleding).Ga naar voetnoot26 En Davit Davitsen van Amsterdam ten slotte bekende op 18 maart 1671 dat hij enkele jaren daarvoor nog met vaatjes zeep had gelopen. Ook hij werd een jaar uit de stad verbannen.Ga naar voetnoot27 Hoewel de ambulante handelaren in actueel drukwerk dus media van verschillende aard verkochten, werden zij door justitie blijkens een keur uit 1695 niet verschillend beboet: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 223]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Sal ook niemant op eenige Markten, Bruggen, Straten, de Borse ofte andere Publicque plaetsen, mogen voorstaen, met eenige Boeken, Couranten, Nieuwemaren, ofte Liedekens, ofte deselve by de straten, ofte huysen om te verkoopen omdragen, alles op de verbeurte van deselve, ende ses gulden voor de eerste reyse, voor de tweede reyse op dubbelde muicte pecunieel, ende vorder tot de arbitragie van de E. Heeren van den Gerechte [...]Ga naar voetnoot28Justitie hield kennelijk één maat als het ging om ambulante handel in drukwerk -wat voor drukwerk dan ook. Toch is het opvallend dat de keur wel vaak toegepast werd bij liedzangers en niet bij de overige arrestanten. Hierdoor ontstaat het idee dat er in de praktijk wel degelijk onderscheid gemaakt werd tussen de verschillende beroepen. Dit idee wordt versterkt door het feit dat er in het decennium 1690-1699 maar liefst twaalf omlopers met nieuwe tijdingen of couranten voorkomen en in het decennium 1670-1679 slechts één, terwijl in beide periodes sprake is van politieke hoogconjunctuur en een relatief grote pamflettenproductie. Dit verschil kan twee oorzaken hebben. Ofwel er waren in beide periodes evenveel ambulante handelaren in actueel drukwerk, maar in het decennium 1690-1699 werden met name de omlopers en de handelaren met een ander hoofdberoep strenger aangepakt (en treffen we ze dus vaker aan in de confessieboeken), ofwel er is in de periode 1690-1699 een grotere hoeveelheid ambulante handelaren werkzaam als gevolg van een nog grotere pamflettenproductie dan rond 1672. Beide mogelijkheden worden hieronder besproken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Strengere maatregelen tegen drukwerkHoewel het optreden van de Republiek tegen controversieel drukwerk in vergelijking met andere landen relatief mild was, geven de uitgevaardigde keuren vanaf de jaren 1680 de indruk dat het beleid werd aangescherpt. Dit kwam vooral door internationale, politieke spanningen, die al in de jaren 1680 hadden geleid tot censuurmaatregelen van het Hof van Holland. Zo werd vanaf 1686 het drukken van spotprenten tegen de Franse koning Lodewijk xiv verboden. In 1689 werd bovendien een plakkaat uit 1684 vernieuwd, waarin schandelijk drukwerk nadrukkelijk verboden werd. In 1691 werd nog eens een aanpassing van dit plakkaat uitgevaardigd.Ga naar voetnoot29 De maatregelen betekenden echter zeker geen afname van de pamflettenproductie, wat bijvoorbeeld is af te leiden uit de relatief grote productie die voorkomt in de Knuttelcatalogus in de beginjaren van 1690. Zowel Harline als Weekhout hebben in dit verband gewezen op de commerciële functie van het pamflet. Met name omstreden geschriften verkochten nog eens extra goed.Ga naar voetnoot30 De pamflettenproductie die in Amsterdam op gang kwam naar aanleiding van het ge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 224]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
schil tussen de stadhouder en het Amsterdamse stadsbestuur is in dit licht extra interessant. Het merendeel van deze pamfletten biedt namelijk geen neutrale kijk op de verschillende standpunten, maar verwoordt op soms felle manier een politiek standpunt. De strijd laaide met name op toen de oranjegezinde schrijvers Govert Bidloo, Ericus Walten en Romein de Hooghe persoonlijke aanvallen gingen uitvoeren op de Amsterdamse burgemeester Joan Huydecoper en de Amsterdamse advocaat Nicolaas Muis van Holy. De oranjegezinde schrijvers beschuldigden de regenten met veelal satirische teksten en prenten van collaboratie met de Fransen en de regenten schoten terug met onder andere een (fictief) pamflet waarin De Hooghe beschuldigd werd van godslastering, diefstal en het maken van obscene prenten.Ga naar voetnoot31 Uit onderzoek is gebleken dat deze felle pamflettenstrijd geïnterpreteerd moet worden als een welbewuste politieke strategie van met name Willem iii. De Jongste ziet in deze strijd een publiciteitscampagne waarbij de schrijverscapaciteiten van Walten, De Hooghe en Bidloo geheel in dienst werden gesteld van de stadhouder.Ga naar voetnoot32 Van de Haar spreekt zelfs van een toenemende ‘corrupte’ politiek onder Willem iii, omdat de drie propagandisten van de stadhouder konden doen wat zij wilden, zolang zij zijn politiek bleven steunen.Ga naar voetnoot33 Het is hier niet de plaats om diep in te gaan op de inhoud van de pamfletten die in deze tweestrijd werden geschreven, maar belangrijk is wel dat zij polemisch van toon waren en sterk op de man speelden. Daarmee was het merendeel van de pamfletten dat in 1690 - en in mindere mate in de jaren erna - in Amsterdam verscheen, sterk politiek van aard, met de pamflettenruzie tussen de drie oranjegezinde schrijvers en het Amsterdamse stadbestuur als polemisch hoogtepunt. De inhoud van het overgrote deel van deze pamfletten wijkt af van dat van 1672. Ook in het rampjaar verschenen uitzonderlijk veel pamfletten, maar daarin ging het relatief vaak om oorlogsberichten, een soort reportages van de plaatsen waar oorlog gevoerd werd.Ga naar voetnoot34 In 1672 werden de straten van Amsterdam overspoeld door zulke korte berichten uit oorlogsgebieden - zoals Groningen of Utrecht - waarin gedetailleerd werd bericht over hoe de zaken er in het betreffende gebied voorstonden. Deze pamflettenproductie veroorzaakte eveneens een hausse aan nieuws, maar wel een heel ander soort nieuws dan rond 1690. Hoewel er in 1672 natuurlijk ook politieke pamfletten circuleerden, werd de piek in de productie niet veroorzaakt door dit soort nieuws. Bovendien betrof het belangrijkste politieke nieuws dat wel geproduceerd werd in de stad - de controverses rond Johan de Witt - geen specifiek Amsterdamse kwestie. De verschillen in aard van de pamfletten rond 1672 en die rond 1690 biedt een eerste verklaring voor de veelvoorkomende arrestaties in het laatste decennium van de ze- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 225]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
eeuw. Het verbod op de ambulante boekverkoop bestond al langere tijd, maar gezien het relatief grote aantal gearresteerde nieuwsverkopers in 1690 en de jaren daarna, besloot justitie kennelijk de nieuwsverspreiders harder aan te pakken. Dit was waarschijnlijk het gevolg van de politieke tweestrijd tussen het stadsbestuur en de stadhouder en de daarmee gepaard gaande hausse aan politiek nieuws dat Amsterdam zelf betrof. Daarbij ging het niet zozeer om de inhoud van een specifiek pamflet, maar om de verspreiding van politiek nieuws op zichzelf. Dit idee wordt verder ondersteund door de inhoud van sommige pamfletten uit die tijd. Daaruit wordt tevens duidelijk dat de handel in politiek nieuws sterk commercieel was gemotiveerd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Reflectie op nieuwsproductie en -verspreiding in pamfletten rond 1690Enkele pamfletten in de periode rond 1690 hebben de productie en de verspreiding van de pamfletten zelf gethematiseerd. Zo wordt in een nieuwe tijding uit 1689 de enorme honger naar nieuws geparodieerd. Dit pamflet draagt de titel Samenspraack Tusschen een Burger en een Boer. Over het tegenwoordig Amsterdamse Orakel. Gedrukt voor de Liefhebbers van Nouvelles en Figuren, om alsse het van buyten kunnen na Portugal te stuuren.Ga naar voetnoot35 Daarin komt boer Krelis Jansz op bezoek bij een burger om het laatste nieuws te horen. Hij is gestuurd door een zekere dichter Tymen: Die sent mijn by jou, of jy niet met al nieus en weet,
En wat tying dat'er is van de Prins van Oranje,
Van den Keyser, de Koning van Vranckrijck, van Engeland, Portugal of Spanje, Van den Grooten
Turck, of van den Venetiaen,
Van den Sweed, of den Deen, of diergelijcke gebraden Haen.
Hoe gaen de saecken in Engeland, hebben wy 't daer al wis?Ga naar voetnoot36
De overdreven honger naar nieuws wordt hier op twee niveaus bespot. In de eerste plaats maakt het kennelijk niet uit wát voor nieuws er is, áls er maar nieuws is, van welke ‘gebraden haen’ dan ook. In de tweede plaats staat er een dichter te popelen om het nieuws op rijm te zetten en het te verkopen. Meteen springt daardoor de commerciële functie van het nieuws in het oog. Nieuws kende verschillende distributiekanalen, die door schrijvers en uitgevers konden worden uitgebuit. Niet alleen werd het nieuws opgetekend uit mondelinge overlevering, ook verscheen het reeds gedrukte nieuws bijvoorbeeld opnieuw in dichtvorm in een opiniërend tijdschrift.Ga naar voetnoot37 De manieren waarop het nieuws de lezer of toehoorder kon bereiken, waren heel divers en gedurende de zeventiende en achttiende eeuw is sprake van ‘een voortdurend gevecht dat geschreven | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 226]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en gedrukte vormen van nieuws leveren om te wedijveren met het eerste nieuwsmedium - de mondelinge overlevering.’Ga naar voetnoot38 De verwevenheid van mondelinge en schriftelijke nieuwsoverlevering blijkt ook uit het feit dat in hetzelfde pamflet de boer wordt doorverwezen naar een orakel op de Dam: Vraegt daer [op de Dam], na een Post tyding, een Post Scriptum, de Brieven van den Ambassadeur
Citters of van eenige andere Heeren, En of het Orakel, niet haast weer wat nieus sal practiseeren.Ga naar voetnoot39
Met het ‘orakel’ wordt in de eerste plaats verwezen naar een aantal uit het Italiaans vertaalde spotgeschriften uit 1688, waarin het orakel van Delphi de ‘machten der aerde’ goede raad geeft.Ga naar voetnoot40 In de tweede plaats is het orakel hier waarschijnlijk een bespotting van de Amsterdamse boekverkoper Aart Dircksz Oossaan, die inderdaad in de periode 1682-1692 werkzaam was op de hoek van de Beursstraat in Amsterdam.Ga naar voetnoot41 Deze boekverkoper op de Dam - het ‘orakel’ - schudt het nieuws op aanvraag uit zijn mouw, of het nu in de vorm van een posttijding, een postscriptum, of een briefis. Dat het nieuws niet altijd gelijk hoefde te staan aan de waarheid, wordt in hetzelfde pamflet eveneens duidelijk. Als boer Krelis vraagt: ‘Wel suigense dan die dingen soo uyt haer eigen poot?’ is het antwoord van de burger: Is dat wat! Se maken ymand, by levende lyven, wel capot en doot.
En anderen, die al over lang het leven hebben verlaten,
Doense weer met de tegenwoordigen levendig praaten.Ga naar voetnoot42
Daarmee wordt impliciet de nadruk gelegd op het commerciële motief van de verkoop van nieuws: als er geen nieuws is, dan wordt er wel nieuws verzonnen. Voor wat betreft de uitgevers én de distributeurs van het nieuws - de ambulante handelaren in actueel drukwerk - is hier dus sprake van een hoog aanbod: het aanbod aan nieuws wordt hoe dan ook in stand gehouden. Deze parodie op nieuwsverspreiding stond niet op zichzelf. In hetzelfde jaar verscheen een klucht in pamfletvorm waarin men eveneens voortdurend op jacht is naar nieuwtjes over de laatste gebeurtenissen in Frankrijk en Engeland.Ga naar voetnoot43 Daarin komt aan het begin de protestant Jan het nieuws brengen aan (weer) twee boeren: | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 227]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Ian. Nieuwe vreught van Londen / Is met de Post ons toegesonden.
Geurt. Wat vreught?
Ian. De Koninck is gevlucht.
[...]
Ian : Wat isser meer? De Koningin / Is oock wegh met al 't Hofgesin: / Sy hebben 't Land en 't Hof verlaten, / En zijn gevlucht.
In deze klucht zijn met name de boeren voortdurend geïnteresseerd in de laatste nieuwtjes. Hoewel men hier, evenals in het vorige pamflet, voortdurend alert moet zijn op het literaire spel dat wordt gespeeld met de nieuwsverspreiding in de werkelijkheid, is de inhoud verrassend goed bruikbaar voor feiten over diezelfde nieuwsverspreiding. Juist vanwege dit spel met de werkelijkheid mag men er immers vanuit gaan dat er in de periode rond 1689 inderdaad een grote hoeveelheid pamfletten over actuele zaken beschikbaar was en dat er bovendien een grote vraag naar bestond. Zonder een grote nieuwsproductie en een grote nieuwshonger is een parodie daarop immers moeilijk denkbaar. Maar niet alleen de inhoud van deze geschriften, ook hun verschijning op zichzelf bewijst de commerciële, cumulatieve werking van dit type drukwerk. Deze pamfletten zijn strikt genomen immers geen reacties op gebeurtenissen, maar reacties op het nieuws zelf. Pamfletten reageerden op elkaar: schrijvers en boekverkopers - en dus ook distributeurs - waren er als de kippen bij om de toename van pamfletten nog eens extra uit te buiten door in reacties op de nieuwsverspreiding hun omzet te vergroten. In bovenstaande voorbeelden gebeurt dat in de vorm van een vermakelijke klucht. In de eerdergenoemde pamflettenruzie tussen de oranjegezinde schrijvers Walten, Bidloo en De Hooghe en het Amsterdamse stadsbestuur, speelden de commerciële belangen eveneens een rol. Hoewel de polemische strijd tussen de twee facties in principe politiek van aard was, werd zij immers op een satirische en daarmee op een sensationele manier gevoerd. Pamfletten werden bewust ingezet om het conflict tussen stadhouder en regenten te beslechten, maar dit gebeurde wel op zo'n manier (namelijk met de nodige bijtende humor) dat producenten en distributeurs ervan geprofiteerd zullen hebben. Vermoedelijk voeren de straatverkopers daarom wel bij een pamflettenstrijd zoals die rond 1690 gehouden werd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ConclusieIn het laatste decennium van de zeventiende eeuw komen in de Amsterdamse confessieboeken relatief veel ambulante handelaren in actueel drukwerk voor. Afgaande op de aard van hun handelswaar zijn deze handelaren te onderscheiden in liedjeszangers, omlopers met nieuwe tijdingen en courantenomlopers. Een groot aantal liedjeszangers treffen we ook aan rond 1672, een eerdere periode van politieke hoogconjunctuur. Er worden dan echter nauwelijks omlopers met nieuwe tijdingen gearresteerd. Hoewel ook in de jaren 1670-1679 officieel een verbod bestaat op de ambulante handel in drukwerk, lijkt het erop dat deze handel in veel gevallen werd getolereerd. Er is | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 228]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
rond 1672 sprake van een grote pamflettenproductie - vergelijkbaar met die van rond 1690 - en het lijkt aannemelijk dat in beide periodes de ambulante handel een belangrijk aandeel had in de verspreiding van dit nieuws. Rond 1690 echter bestond een belangrijk deel van het nieuws dat in Amsterdam circuleerde uit politiek nieuws, waarin stelling werd genomen voor of tegen de stadhouder. Het nieuws had bovendien in hoge mate betrekking op de hoofdstad zelf, omdat in 1689-1690 het Amsterdamse stadsbestuur de rebellie tegen de stadhouder had geïnitieerd. De grote pamflettenproductie rond 1690 was daarom in hoge mate een gevolg van de politieke tweestrijd, terwijl de piek in de pamflettenproductie twee decennia eerder veroorzaakt werd door een hoog aanbod van overwegend informatief nieuws over het verloop van de oorlog. De oorsprong van de ambulante handel in de straten van Amsterdam moet verklaard worden door een politieke hoogconjunctuur en een daarmee gepaard gaande hoge pamflettenproductie. Ironische reflecties in pamfletten uit het laatste decennium van de zeventiende eeuw bevestigen het idee dat er sprake was van een grote nieuwshonger en een nieuwsproductie die deze honger bleef aanwakkeren. De satirische persoonlijke aanvallen in de politieke pamfletten van Walten, Bidloo en De Hooghe versus de Amsterdamse stadsbestuurders wijzen eveneens op een samenspel van politieke en commerciële motieven. De pamfletten nemen een politieke stelling in, maar hebben tegelijkertijd een hoog sensatiegehalte. Deze politieke context en de daarmee gepaard gaande grote pamflettenproductie schiepen een perfect klimaat voor de ambulante handelaar in actueel drukwerk. Er was een grote vraag naar politiek nieuws, die nog eens werd aangewakkerd door de boekverkopers zelf. Tegelijkertijd verklaart de aard van het politieke nieuws waarom zoveel ambulante handelaren rond 1690 wel en rond 1672 niet voorkomen in de confessieboeken. Omdat het in tegenstelling tot twee decennia eerder rond 1690 vooral om politiek nieuws ging dat ook nog eens Amsterdam zelf betrof, had het Amsterdamse bestuur meer belang bij een strenger optreden tegen de nieuwsverspreiding. Daarbij ging het waarschijnlijk niet zozeer om het tegengaan van specifieke titels, maar om het terugdringen van nieuwspamfletten in het algemeen, waarbij justitie zich kon beroepen op allang bestaande keuren. De hypothese die uit dit onderzoek naar voren komt, is dat de ambulante handel in actueel drukwerk opkwam in een periode van politieke hoogconjunctuur. Verder onderzoek naar de straatverkoper zou zich dan ook moeten richten op periodes met een vergelijkbare politieke context. Op nationaal niveau zou bijvoorbeeld de periode rond 1650 zich hier goed voor lenen. Ook in die periode kwam het immers tot een confrontatie tussen het Amsterdamse stadsbestuur en de stadhouder.Ga naar voetnoot44 Het jaar 1651 vertoont een piek in de Amsterdamse pamflettenproductie en het is dan ook verleidelijk om de lokale politieke onrust hiermee in verband te brengen. Een vergelijking op internationaal niveau zou zich kunnen richten op de politieke twisten in Engeland tussen 1640 en 1660. Twintig jaar lang was in dit land namelijk | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 229]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
sprake van een exceptioneel grote nieuwsproductie als gevolg van de politieke tweestrijd tussen royalisten en parlementariërs.Ga naar voetnoot45 Verder onderzoek moet uitwijzen of ook in deze vergelijkbare omstandigheden de ambulante handel in actueel drukwerk hoogtij vierde en of er sprake is van eenzelfde type actueel drukwerk.Ga naar voetnoot46
Abstract - In the last decade of the seventeenth century, many pedlars trading news bulletins and pamphlets in Amsterdam were arrested. These arrests were largely due to the political climate at the time. Around 1690 a political quarrel was going on between the stadtholder and the Amsterdam city magistrate, carried out mainly in a series of polemical pamphlets. Booksellers and itinerant traders profited from this dispute, because of the satirical and hence sensational character of the news. In addition, booksellers started to produce pamphlets which thematised the immense sales value of current event. The large number of arrested pedlars was thus the result of a politically turbulent period concomitant to a profuse production of political pamphlets; with booksellers deliberately aiming to keep production high. |
|