De Zeventiende Eeuw. Jaargang 11
(1995)– [tijdschrift] Zeventiende Eeuw, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 42]
| |
‘Gebeurlijcke wercking’ en ‘wesentlijcke hoedanigheyt’
| |
[pagina 43]
| |
1. Crudelitas, gravure uit Johann Georg Hertel, Des berühmten italiänischen Ritters Caesaris Ripa allerley Künsten und Wissenschaften dienliche Sinnbilder und Gedancken, Augsburg s. d, blz. 77.
stellingen zich door dit attribuut zou zien gesteld, is Ripa's iconografie van Crudelitas in strijd met de regels die hij zelf in het proëmium van zijn boek opstelde voor de inventie van zijn ‘beeldnissen’.Ga naar eind3.
In de algemene beschouwingen die Ripa wijdt aan de theoretische grondslagen van zijn ‘imagini’, besteedt hij onder andere aandacht aan de wijze waarop een geschikte iconografie wordt geconstrueerd.Ga naar eind4. De attributen die worden geselecteerd om van een abstract begrip een herkenbare personificatie te maken dienen bij voorkeur te zijn ontleend aan metaforen van proportie. Als voorbeeld van deze werkwijze noemt Ripa de personificatie van Fortitudo. Deze heeft een zuil als attribuut, omdat de zuil een gebouw draagt zoals Fortitudo de ‘.. swaerwichtigheyt van alle moeylijckheden en swaerigheden..’ zal torsen. Op een tweede, alternatieve wijze wordt een attribuut gekozen op grond van een overeenstemming van één van de eigenschappen van het attribuut met één van de essentiële kenmerken van de uit te beelden abstractie. Op deze wijze kan de leeuw het attribuut van Grootmoedigheid worden, aangezien dit beest deze eigenschap schijnt te bezitten. Het is echter duidelijk dat Ripa deze methode minder prijzenswaardig acht dan de eerste, vanwege ‘de lichtigheyt van de vindinge en de verklaeringe daer over’. Wat volgens Ripa echter geheel onacceptabel is, is om ‘de gebeurlijcke werckingen (te) vertoonen, om de wesentlijcke hoedanigheyt aen te wijsen’. Daarmee be- | |
[pagina 44]
| |
2. Phalaris ziet toe op de executie van Perillus, houtsnede uit Justin Gobler, Der Rechten Spiegel, Frankfurt 1558, blz. 173.
doelt hij dat het ten sterkste is af te keuren een abstract begrip te illustreren door de weergave van een handeling of gebeurtenis waaruit het bestaan van de abstracte kwaliteit is af te leiden. Als voorbeeld van deze methode, waarvan hij ‘eenige nieuwe Schrijvers’ beticht, noemt hij de uitbeelding van Vertwijfeling door de afbeelding van iemand die zichzelf verhangt en van Vriendschap door twee personen die elkaar omhelzen. Of, zo kan daar aan worden toegevoegd, de Wreedheid door de moord op een weerloos kind.
Het voorbeeld van Crudelitas toont dan ook wel aan dat Ripa zinnebeelden uitdacht volgens een methode die indruiste tegen de door hemzelf opgestelde regels; in de praktijk betoonde hij zich dan ook geen theoreticus, maar was zijn werkwijze juist eclectisch en pragmatisch. De discrepantie tussen zijn eigen voorschriften en de in het boek uitgebeelde abstracta is opvallend en doet vermoeden dat de criteria uit het proëmium en de iconografie van de personificaties grotendeels onafhankelijk van elkaar ontstonden. De belangrijkste verklaring daarvoor is ongetwijfeld Ripa's onvermogen om te breken met bestaande tradities. Een groot aantal van de in zijn werk opgenomen zinnebeelden - zoals de getransformeerde goden en middeleeuwse allegorieën - kende immers al een veel oudere geschiedenis en schikte zich niet, of slechts met moeite, naar de vrome theoretische uiteenzetting.Ga naar eind5. De invloed van de traditie liet zich echter niet alleen bij het hergebruik van bestaande iconografieën gelden, maar ook bij door Ripa zelf uitgedachte personificaties als Crudelitas. Zoals reeds werd opgemerkt verwijst het attribuut van de Wreedheid, een nachtegaal, naar de kindermoord van Procne. Het ligt dan ook voor de hand om te veronderstellen dat de moordende Crudelitas werd gemodelleerd naar haar mythologische evenknie. Deze werkwijze lijkt te zijn geïnspireerd door een oudere traditie waarin (onder andere) klassieke historiën werden gebruikt om een abstracte kwaliteit te illustreren; de verbeelde geschiedenis deed dan dienst als exemplum. Hoewel Ripa de ware identiteit van zijn personificatie niet met zoveel woorden bevestigd, heeft het er alle schijn van dat zijn Crudelitas in werkelijkheid een versluierd exemplum is: de kindermoord van Procne als exemplarische daad van wreedheid. | |
[pagina 45]
| |
3. Anoniem Noordnederlands, Het oordeel van Cambyses, linkerpaneel van het Hoorns gerechtigheidsdrieluik, Hoorn, Westfries Museum.
Het exemplum, of paradeigma, is van oorsprong een retorische stijlfiguur, waarmee de redenaar een beroep doet op een historisch precedent.Ga naar eind6. Met de verwijzing naar een bepaalde persoon of gebeurtenis uit het verleden, wordt een argument aangevoerd voor, of het bewijs geleverd van een bepaalde stelling, de casus. De definitie van het exemplum als onderdeel van een inductieve argumentatie, gaat terug op een invloedrijke passage van Aristoteles, die doorklinkt in de belangrijkste | |
[pagina 46]
| |
klassieke traktaten over de retorica; aan de functie van het exemplum als bewijs werd later die van verfraaiïng, verduidelijking en verlevendiging toegevoegd.Ga naar eind7. Het exemplum is ten nauwste verwant aan de similitudo of parabool, de zegswijze waardoor een element van de ene zaak op een andere wordt overgedragen, en die zich volgens Aristoteles slechts van het exemplum onderscheidt door het feit dat de zaak of gebeurtenis geen historisch gegeven is, maar een bedenksel van de redenaar.Ga naar eind8. De klassieke retoren zijn het met elkaar eens dat zowel exemplum als similitudo berusten op een vorm van gelijkenis, waarbij de specifieke relatie tussen de twee stijlfiguren van auteur tot auteur varieert. Ripa - die, zoals Jochen Becker schrijft in zijn commentaar op het proëmium, goed bekend moet zijn geweest met het werk van Aristoteles - lijkt de similitudo in het achterhoofd te hebben gehad toen hij zijn methode tot selectie van passende allegorische motieven uiteenzette. De drie verschillende categorieën berusten immers alle op een gelijkenis tussen twee zaken, waarbij de overeenkomst in de eerste methode - de metafoor van proportie - de meest abstracte is, aangezien de overeenkomst daar berust op een gelijkenis in relatieve verhoudingen. De gelijkenis is natuurlijk het meest prominent in de verfoeide derde methode, waarbij de abstracte kwaliteit door de afgebeelde handeling wordt geïllustreerd. Ripa's tweede methode, waarin de leeuw het attribuut van Grootmoedigheid werd, lijkt de meest pragmatische, gezien de ruimte die de definitie overlaat aan de inventiviteit van de kunstenaar. De personificatie van Crudelitas toont wel aan dat ook in de beeldende kunst een schemergebied bestaat waarin exemplum en similitudo niet duidelijk van elkaar kunnen worden onderscheiden. De kindermoord van de Wreedheid is immers als anonieme, bedachte gebeurtenis op te vatten als een Aristotelische similitudo, terwijl de verwijzing naar Procne de nabijheid van het exemplum verraad.
Uit een tot nu toe onbesproken motief uit de Crudelitas-gravure van de Ripa-uitgave van Hertel, de scène op de achtergrond, blijkt wel hoezeer exemplum en similitudo zich konden naderen en hoezeer het voor Ripa voor de hand moet hebben gelegen om zich door een exemplum te laten inspireren. Behalve de Wreedheid - nog steeds met een vogel als attribuut, maar zonder een begeleidende tekst die verwijst naar de mythe - werd ook het klassieke verhaal van Phalaris, de tiran van Agrigento, en de beeldhouwer Perillus in de prent afgebeeld.Ga naar eind9. Perillus vervaardigde een martelwerktuig voor de tiran, in de vorm van een holle, bronzen stier, die boven een vuur tot roodgloeiend toe verhit zou kunnen worden; het metalen beest zou gaan loeien zodra een gevangene in zijn binnenste zou worden opgesloten. Spijtig voor de kunstenaar werd de vernissage van het kunstwerk gevierd met zijn eigen executie. Het vonnis wordt in de prent afgebeeld en in het Duitse onderschrift vermeld. In de uitgave van Hertel gaat vrijwel iedere personificatie vergezeld van een dergelijke geschiedenis die het zinnebeeld illustreert, of, in Hertels eigen woorden: ‘(es werde) auff jedem Blatt dieses Wercks die in dem so genannten Vorgrund sich zeigende erste oder Haupt-Figur jedesmahlen den General-Titul der Sache, andere etwas davon entfernte Vorstellungen aber die darauff allegirte(n) Historien und Gleichnisse andeuten’.Ga naar eind10. Zoals te verwachten vormt de door Phalaris bevolen terechtstelling dan ook een passend exemplum bij de Wreedheid. | |
[pagina 47]
| |
4. Anoniem Noordnederlands, Het oordeel van Zaleuces, rechterpaneel van het Hoorns gerechtigheidsdrieluik, Hoorn, Westfries Museum.
Sibylle Badstübner wees al op een tekening - en een daarop gebaseerde prent - van de achttiende-eeuwse kunstenaar Johan Esaias Nilson, die de graveur van Hertel als voorbeeld moet hebben gediend.Ga naar eind11. In tegenstelling tot de compositie echter, berust de keuze van juist dít onderwerp als achtergrond bij de verbeelding van de Wreedheid níet op Nilsons voorbeeld, maar op een conventionele associatie van Phalaris met Crudelitas. Het verhaal van de tiran gold in de oudheid al als een uitgesproken voorbeeld van wreedheid, hetgeen door Erasmus werd overgenomen | |
[pagina 48]
| |
5. Willem Swanenburgh naar Joachim Wtewael, titelprent van de Thronus Iustitiae, Amsterdam 1606, Amsterdam, Rijksprentenkabinet.
in zijn traktaat De duplici copia verborum ac rerum, waarin een lijst is opgenomen van historische figuren die met specifieke eigenschappen worden geïdentificeerd.Ga naar eind12. Eén van de zeldzame afbeeldingen van het verhaal bevindt zich, geheel in overeenstemming met de reputatie van de tiran, boven het hoofdstuk ‘Von peinlicher Frage’ in Justin Goblers Der Rechten Spiegel uit 1558 (afb. 2).Ga naar eind13. Geheel links slaat Phalaris de executie gade; de stier staat opgesteld in de hoek van een martelkamer waarin verschillende slachtoffers aan een pijnlijk verhoor worden onderworpen. De afbeelding roept Plinius beschrijving van de historie in herinnering, waarin hij opmerkt dat het werk van Perillus slechts om één reden wordt bewaard, en dat eenieder die het aanschouwt de handen zal vervloeken die het vervaardigdenGa naar eind14.. Een eeuw later nog, veroordeelt de auteur van De pijn-bank wedersproken en bematigt het bedenken van ‘nieuwe en scherpper pijn-middelen’ met een verwijzing naar dezelfde klassieke geschiedenis: ‘Want (...) zoodanig doen past eenen wreden Phalaris, of Perillus beter, dan een christen mensche’.Ga naar eind15. De keuze van het achtergrondmotief in Hertels prent werd dus gesanctioneerd door een gevestigde traditie waarin de geschiedenis van Perillus en Phalaris gold als een passend exemplum van wreedheid.
Vanzelfsprekend heeft Hertel Aristoteles, Cicero en Ad Herennium niet nageslagen op ‘exemplum’ en ‘similitudo’, alvorens aan zijn Ripa-uitgave te beginnen. Zijn werkwijze berust niet op theoretische premissen, maar was geheel in overeenstemming met de gebruikelijke praktijk om personificaties of allegorieën te combineren met exempla, die een duidelijk herkenbaar genre in de beeldende kunst vormen. De ontwikkeling die leidde tot deze symbiose van personificatie en exemplum laat | |
[pagina 49]
| |
6. Robert Willemsz de Baudous naar Hans Strick, Justitia, Zaleucus en Cambyses, Amsterdam, Rijksprentenkabinet.
zich duidelijk illustreren aan de hand van de iconografie van Rechtvaardigheid. Het abstracte begrip ‘Justitia’ werd in tal van middeleeuwse teksten toegelicht met steeds weer dezelfde exempla - getrokken uit klassieke en Christelijke bronnen - waardoor al snel een ‘canon’ van historiën ontstond, die met deze deugd werd geassocieerd.Ga naar eind16. Vanaf de vijftiende eeuw werden deze exempla afgebeeld in raadhuizen en vierscharen; de functie van deze geschilderde of gebeeldhouwde exempelen, gerechtigheidstaferelen, was analoog aan die van de literaire voorlopers, deels onderbouwend en demonstrerend, deels ‘ornatio’.Ga naar eind17. Onder de klassieke exempelen waren er in het bijzonder twee - de historieën van Cambyses en Zaleucus - die opvallend vaak, dikwijls gezamenlijk, werden afgebeeld. De Perzische koning Cambyses had zijn populariteit te danken aan een bijzonder hardvochtig oordeel dat hij velde over de corrupte rechter Sisamnes, die hij als straf voor het verkopen van het recht liet villen. De zoon van de gestroopte rechter, Otanes, werd tot diens opvolger benoemd en gedwongen om plaats te nemen op 's rechters zetel die was bekleed met de huid van zijn vader.Ga naar eind18. De wetgever Zaleucus was milder, maar zeker zo rechtvaardig. Hij liet, nadat zijn zoon door overspel beide ogen had verspeeld, zichzelf en zijn zoon ieder één oog uitsteken en behoedde zijn zoon zodoende voor blindheid, terwijl het recht toch zijn beloop had.Ga naar eind19. Als voorbeeld van de zestiende-eeuwse gerechtigheidsvoorstellingen waarin deze verhalen werden verbeeld, kan een triptiek gelden dat oorspronkelijk afkomstig is uit het stadhuis van Hoorn en dat mogelijk in de twintiger jaren van de zestiende eeuw werd vervaardigd (afb. 3 en 4).Ga naar eind20. Zoals een retorisch exemplum een argument levert ten dienste van een betoog, is ook het exemplum in de beeldende kunst ondergeschikt aan de context van het werk. In het geval van het Hoornse gerechtigheidsdrieluik werd de keus van juist deze exempla ingegeven door de lokatie van het werk; door middel van de exemplarische klassieke rechtspraak legden de schepenen hun eigen claim op rechtvaardigheid.Ga naar eind21. | |
[pagina 50]
| |
Maar ook een personificatie als Vrouwe Justitia, die in de zestiende eeuw populair werd als de belichaming van de rechtvaardigheid van de rechtspraak, kon het motief verschaffen voor de afbeelding van exempla. Zij gaf gestalte aan de ‘casus’ waaromheen de klassieke historieën werden gegroepeerd. Dat is althans de suggestie die uitgaat van de titelprent van de Thronus Justitiae, een serie van twaalf gerechtigheidsvoorstellingen en een Laatste Oordeel, naar ontwerp van Joachim Wtewael, voor het eerst verschenen in 1606 (afb. 5).Ga naar eind22. In tegenstelling tot de dertien taferelen, die mogelijk werden gegraveerd naar een nooit gerealiseerd ontwerp voor de decoratie van een stadhuis, werd het titelblad speciaal voor de uitgave van het werk ontworpen. De meest prominente plaats in de architectonische omlijsting van de titel wordt bezet door Justitia - de enige personificatie die in de compositie is opgenomen - die bovenin, voor het timpaan, haar plaats heeft gekregen. Zij wordt geflankeerd door Mozes en Christus, de wetgevers van het Oude en Nieuwe Testament; onder deze figuren bevinden zich David en (waarschijnlijk) Salomon, die in nissen staan opgesteld. Aan de voeten van de Oudtestamentische vorsten zitten de rechtvaardige heidense rechters Cambyses en Zaleucus, de eerste met de huid van zijn vader in de schoot, de tweede afgebeeld op het moment dat hem het oog wordt uitgestoken. De derde figuur in het onderste register kan niet met zekerheid worden geïdentificeerd; de suggestie dat het een personificatie van het civiele recht zou zijn houd ik voor onwaarschijnlijk.Ga naar eind23. De roede en boeken die hem omringen wijzen in de richting van een rechter of wetgever, terwijl de lauwerkrans en het kuras de figuur in de klassieke oudheid plaatsen; wellicht is hij te vereenzelvigen met keizer Justinianus, die het initiatief nam dat leidde tot de codificatie van het Romeins recht. In een gravure van Robert Willemsz de Baudous naar Hans Strick wordt Justitia op een vergelijkbare wijze gecombineerd met de exempla van Cambyses en Zaleucus (afb. 6). Justitia is voorzien van haar traditionele attributen, waarvan de betekenis wordt verklaard in een tweetalig onderschrift. Aan de linkerzijde is de verminking van Zaleucus en diens zoon afgebeeld, terwijl rechts de executie van Sisamnes in volle gang is. Nog scherper dan in Wtewaels inventie werd hier het verschil - en de verhouding - omlijnd tussen de personificatie van het abstracte begrip, die aanspraak maakt op universele geldigheid en de eenmalige exempla waarmee de pretenties van Justitia worden onderbouwd. Het zal na deze voorbeelden nauwelijks meer verbazen dat de exempla van Zaleucus en Cambyses ook opduiken in Hertels geïllustreerde Ripa-uitgave. De personificatie van Iustitia, die is gebaseerd op Ripa's Giustitia en Giustitia Retta, gaat vergezeld van de geschiedenis van Zaleucus (afb. 7).Ga naar eind24. Het oordeel van Cambyses is terug te vinden in het zinnebeeld van Iniustitia; vanzelfsprekend is het de corrupte rechter Sisamnes, die met de ondeugd van Onrechtvaardigheid werd geassocieerd (afb. 8).Ga naar eind25. Opvallenderwijs echter staat, zowel in de begeleidende Duitse tekst als in de afbeelding, de bestraffing van de onrechtvaardige rechter centraal, waardoor het exemplum meer het karakter van een argument tégen onrechtvaardigheid draagt.Ga naar eind26. Deze discrepantie tussen ondeugd en exempel toont wel aan dat Hertel waarschijnlijk putte uit een reservoir waarin de geschiedenis van Cambyses, zoals gebruikelijk, werd geassocieerd met rechtvaardigheid. | |
[pagina 51]
| |
7. Iustitia, gravure uit Johann Georg Hertel, Des berühmten italiänischen Ritters Caesaris Ripa allerley Künsten und Wissenschaften dienliche Sinnbilder und Gedancken, Augsburg s.d., blz. 120.
De wijze waarop de personificaties en exempla van rechtvaardigheid zich in de prentkunst en de Ripa-uitgave van Hertel verhouden vertoont grote overeenkomst met de principes waarop enkele belangrijke decoratie-programma's van zeventiende-eeuwse raadhuizen lijken te zijn gebaseerd. In de Nederlanden behoorden de lokale en nationale overheden tot de belangrijkste opdrachtgevers van prestigieuze allegorieën, die veelal betrekking hadden op de zegeningen van het bestuur. Aangezien de bestuurlijke en de rechterlijke macht hun zetel deelden, viel Justitia veelal een prominente plaats ten deel in de allegorische stoffage. Niet zelden is zij de spil van het programma, waaromheen exempelen zijn geschikt die haar kwaliteiten nader lijken toe te lichten, zoals onder andere het geval is in de decoratie van de zogenaamde Lairesse-zaal op het Haagse Binnenhof. Voor deze zaal, die in de zeventiende eeuw fungeerde als Raadkamer van het Hof van Holland, het machtigste rechtscollege van de Republiek, vervaardigde Gerard de Lairesse rond 1688 een zevental schilderijen die al snel een grote faam verwierven.Ga naar eind27. Een serie gravures naar de schilderijen, inclusief verklarende teksten, werd in 1737 uitgegeven door Nicolaas Verkolje.Ga naar eind28. In de beschrijving van Justitia, die de ereplaats boven de haard inneemt, wordt haar relatie tot de Staat, die in de iconografie tot uitdrukking komt, verduidelijkt; zo zou bijvoorbeeld de zware zuil achter haar rechterschouder te kennen geven dat | |
[pagina 52]
| |
8. Iniustitia, gravure uit Johann Georg Hertel, Des berühmten italiänischen Ritters Caesaris Ripa allerley Künsten und Wissenschaften dienliche Sinnbilder und Gedancken, Augsburg s.d., blz. 117.
de staat door Justitia wordt gestut. In de overige zes schilderijen, refereren exemplarische geschiedenissen aan het rechtvaardig bestuur dat zij belichaamt. Zo gold de voorstelling van de eed die Scipio Africanus de Romeinen liet afleggen na de tegen Hannibal geleden nederlagen als exemplum van ‘Standvastigheid in gevaren des Vaderlands’. Een andere voorstelling met dezelfde protagonist, De grootmoedigheid van Scipio, zou verwijzen naar de deugdzame matigheid. Het verhaal, over de teruggave van een buitgemaakte vrouw aan haar toekomstig echtgenoot, was een conventioneel onderwerp voor een gerechtigheidsvoorstelling.Ga naar eind29.
Ook in Nederlands meest volledige, ambitieuze en beroemdste decoratieprogramma uit de Gouden Eeuw, dat van het vroegere stadhuis op de Dam, vormen de personificaties de top van een hiërarchie waaraan de exempla ondergeschikt zijn gemaakt. De centrale en belangrijkste ruimte van het gebouw, de Burgerzaal, wordt aan de ene zijde beheerst door de personificatie van Amsterdam, geflankeerd door Kracht en Wijsheid, en aan de andere zijde door Justitia.Ga naar eind30. Katharine Fremantle beschreef de wijze waarop de belangrijkste abstracte kwaliteiten van het Amsterdamse gouvernement zodoende in de iconografie van deze zaal hun plaats kregen in een allesomvattende dimensie, en hoe door de keuze en verbeelding van de vele exempla een brug werd geslagen tussen de taken van | |
[pagina 53]
| |
het stedelijk bestuur en de algemene principes die daaraan ten grondslag lagen.Ga naar eind31. In dat opzicht was het Amsterdamse stadhuis evenzeer een mnemotechnische constructie als een functioneel gebouw, of, in Fremantle's eigen woorden, ‘it is as though a great oration concerning the nature of the city's life had been given visible form in it’.Ga naar eind32. Met de keuze van haar metafoor, ‘a great oration’, slaat zij de spijker op de kop. Immers, zoals in het betoog van de redenaar het exemplum werd gebruikt als bewijs en ‘ornatio’, hadden de exempla in de het Amsterdamse stadhuis eveneens een onderbouwende en decoratieve functie, die ondergeschikt was aan een concept dat in de personificaties gestalte kreeg.
Het veelvuldig samengaan van exemplum en personificatie, zowel in grafiek als in de meest prestigieuze decoraties van openbare gebouwen, geeft eens te meer aan dat deze combinatie een conventionele was. Het gebruik van ‘Haubt-Figur’ en ‘allegirte Historie’ in Hertels Iconologia bewijst wel dat deze zeventiende-eeuwse picturale traditie uiteindelijk meer gewicht in de schaal legde dan de retoriek uit Ripa's proëmium. |
|