De Zeventiende Eeuw. Jaargang 8
(1992)– [tijdschrift] Zeventiende Eeuw, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 284]
| |||||||||||
CommentarenDe Republiek in Frans Perspectief III
| |||||||||||
[pagina 285]
| |||||||||||
Dit portret van Spinoza (een combinatie van ets en gravure; uit het bezit van de Vereniging ‘Het Spinozahuis’) werd rond 1680 vervaardigd door een onbekende kunstenaar en afzonderlijk in de handel gebracht. Vaak ook werd het bijgebonden in de Nagelaten schriften [..]
twee, waarvan de een was gewijd aan La partie V de l'Ethique (27 april; Parijs) en de ander aan Les textes de Spinoza: un inventaire (13-15 september; Groningen). Sinds 1986 worden deze bijeenkomsten georganiseerd door de in dat jaar opgerichte Groupe de recherches spinozistes (C.N.R.S.), een werkgroep onder de inspirerende leiding van P.-F. Moreau (Université de Paris IV-Sorbonne), die ten behoeve van zijn onderzoek Nederlands heeft geleerd. Géén betere garantie, dunkt ons, voor een wetenschappelijk verantwoorde benadering, aangezien men voor een beoordeling van, bij voorbeeld, de Ethica zowel de Latijnse editie als Glazemakers Nederlandse versie behoort te raadplegen. Er blijken namelijk aanzienlijke verschillen tussen beide te bestaan, hoewel ze vervaardigd zijn op basis van één en hetzelfde, oorspronkelijke manuscript, een manuscript dat verloren is gegaan. Hoe dit ook zij, het is de bedoeling van Moreau c.s. te komen tot een integrale editie van het werk van Spinoza, een tekstkritische uitgave wel te verstaan, inclusief Franse vertaling. Het geheel zal tien banden tellen en in de periode tot 2000 verschijnen bij de Presses Universitaires de France in de reeks Epiméthée, hopelijk in een steviger uitvoering dan tot nu toe gebruikelijk in bedoelde reeks. Het is overigens de stille hoop van de vereniging ‘Het Spinozahuis’ dat de Franse Oeuvres complètes nog eens het uitgangspunt zullen vormen voor een Nederlandse vertaling. De groep die Moreau rond zich verzamelde heeft overigens uitgesproken internationale allure, met vertakkingen naar Hannover (Studia Spinozana), Rome, Helsinki en Groningen. De vakgroep Grieks en Latijn van de RU-Groningen verdient hierbij een gespecificeerde vermelding. Het gaat hierbij in het bijzonder om Dr. F. Akkerman en Drs. P. Steenbakkers die in de Groupe de recherches spinozistes hogelijk | |||||||||||
[pagina 286]
| |||||||||||
gewaardeerd worden wegens hun filologische expertise. Akkerman en Steenbakkers waren het ook die onder auspiciën van deze werkgroep de al genoemde bijeenkomst te Groningen hadden georganiseerd. Enkele toonaangevende Franse Spinozakenners hebben daar acte de présence gegeven (M. Beyssade, Parijs; J. Ganault, Duinkerken; J. Lagrée, Rennes; P.-F. Moreau, Parijs; Ch. Ramond, Le Havre).
Te oordelen naar de diverse recente uitgaven en heruitgaven is de belangstelling werkelijk spectaculair. Hoewel, bijvoorbeeld, nog in 1988 een tweetalige Latijns-Franse uitgave van de Ethica verscheen van B. Pautrat (Parijs: Editions du Seuil) en de Pléiade-editie (met de Ethica-vertaling van R. Caillois) werd herdrukt, verzorgde R. Misrahi in 1990 een nieuwe Franse vertaling. In een vergelijkbare populariteit mag zich de Tractatus de intellectus emendatione [..] verheugen. De tweetalige editie van A. Koyré beleefde maar liefst zes drukken (Parijs: J. Vrin; laatstelijk in 1979). In 1990 verscheen een geannoteerde Franse vertaling onder de titel Traité de la réforme de l'entendement [..] van de hand van B. Huisman (Parijs: Nathan), terwijl B. Roussets vertaling met omvangrijk commentaar annex najaar 1991 op de markt is gekomen (Parijs: J. Vrin). Dat wil zeggen nagenoeg gelijktijdig met de Franse vertaling van het proefschrift (Leuven, 1983) van Prof. Dr. Th. Zweermans O.F.M. dat onder de titel L'introduction au ‘Tractatus de intellectus emendatione’ de Spinoza staat te verschijnen (vertaling door G. Voorvelt in samenwerking met P.-F. Moreau en A. Vincennot; Assen: van Gorcum; Leuven, Presse Universitaire). Op 9 februari 1991 promoveerde Y. Toros aan de Université de Paris VIII (St. Denis) op een proefschrift getiteld: Etude spinoziste, Spinoza et l'espace projectif. Etude sur Spinoza, Desargues et l'Ecole hollandaise: Jean de Witt, Johan Hudde, Frans van Schoten, etc. (promotor G. Deleuze; jury: J.-M. Beyssade, D. Christoff, R. Schérer en G. Chatelet). Voortbouwend op Deleuze's Spinoza: philosophie pratique (Parijs: Editions de Minuit, 1981) is Toros tot de opmerkelijke conclusie gekomen dat Spinoza bij de uitwerking van zijn filosofie niet zozeer door Euclides als wel door Girard Desargues (1591-1661), de grondlegger van de projectieve meetkunde, moet zijn geïnspireerd. In het bestek van deze rubriek moge het voldoende zijn aan te geven dat het gaat om het parallellisme van ‘uitgebreidheid’ en ‘gedachte’ als attributen die de eeuwigheid en de oneindigheid van de ene ‘substantie’ tot uitdrukking brengen. Dit parallellisme zou, aldus nog steeds Toros, afgeleid zijn uit begrippenpaar ‘pôle’ en ‘polaire’ dat door Desargues ten grondslag was gelegd aan de projectieve meetkunde. Toros vermoedt dat de opvattingen van Desargues in de kring rond Spinoza (Jan de Witt, Hudde, van Schoten) zijn bekend geworden via de grootschalig uitgegeven didactisch bedoelde uitwerkingen ervan door de graficus Abraham Bosse (1602-1676). Vanaf deze plaats kan eraan herinnerd worden dat Desargues mogelijk in direct contact heeft gestaan met Noord-Nederlandse geleerden. Dit moge blijken uit het feit dat de Bibliothèque Nationale beschikt over een exemplaar van Desargues' Exemple de l'une des manières universelles [..] touchant la pratique de la perspective [..] (Parijs, 1636) met een handgeschreven opdracht aan Isaac Beeckman.Ga naar eind2. Onlangs sprak R. Taton het vermoeden uit dat Desargues in 1634 Beeckman kan hebben bezocht.Ga naar eind3. Een onderzoek hiernaar is op dit moment in uitvoering. In april 1991 verscheen deel VI van de Cahiers Spinoza met bijdragen gewijd aan de invloeden die Spinoza heeft ondergaan en uitgeoefend. Aan de orde komen on- | |||||||||||
[pagina 287]
| |||||||||||
der anderen Franciscus van der Enden (1602-1674) (O. Proietti), Ehrenfried Walther Tschirnhaus (1651-1708) (A. Matheron, J.-P. Wurtz, R. Vermij), Petrus van Gent (geb. 1640) (W. Klever), Lambert van Velthuysen (1622-1685) (H.W. Blom), Pontiaan van Hattem (1645-1706) (A. Roothaan), Johannes Bredenburg (W. van Bunge), Adriaan Koerbagh (1632/3-1669) (G.H. Jongeneelen) en Thomas Hobbes (1588-1679) (O. Ueno).
Frans onderzoek in uitvoering betreft verder:
Voor een gedegen en becommentarieerd overzicht van recente internationale Spinoza-literatuur zij verwezen naar de bibliografie die jaarlijks in het laatste kwartaalnummer van de Archives de Philosophie verschijnt. Vermelden wij nog tot besluit de onder auspiciën van de Groupe de Recherches Spinozistes verschijnende reeks Travaux et documents (Presses de l'Université de Paris-Sorbonne). |
|