Zeeuwsch liedeboek(1828)–Anoniem Zeeuwsch liedeboek– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 12] [p. 12] Drinklied. Wijze: Het vrolijk leven is ons lot. Wij willen heden levenspijn, En ijdele zorg verbannen: Ons vrolijk maken bij de wijn, En thans eens hartlijk vrolijk zijn, Gelijk dit voegt aan mannen. In een vertrouwde vrienden kring, Bij broeders neêrgezeten: Beöogen wij verlustiging, Dit doel bereiken w' onderling, Wanneer w' ons leed vergeten. Wat geven wij om bang verdriet, Wat raakt ons leed of zorgen, Zoodra de wijn ons vreugde biedt, Dan stemmen wij een vrolijk lied, 't Welk duurt tot aan den morgen. [pagina 13] [p. 13] Heeft men een meisje aan zijn zij, Dan is de vreugd volkomen, Dit maakt ons hart noch eens zoo blij, Dan drinken, streelen, kussen wij, In weerwil aller vroomen. Hij die de vriendschap hulde doet, Moet voor zijn broeders leven; En zonder wrevel in 't gemoed, In nood, zijn bijstand, goed en bloed, Aan zijne vrienden geven. Wanneer het ons ter neder drukt, In 't ondermaansche leven, Geen enk'le poging ons gelukt, De zorg ons elke vreugd ontrukt, Dan kan de wijn 't ons geven. Drinkt dus als broeders in het rond, En kust uw lieve schoone, Welmenend uit het hart; en grond Een ted're kus op koon en mond, Dit moet de vriendschap kroonen. Vorige Volgende