| |
| |
| |
De wijn.
Eene bekende Wijs.
O! wat is de wijn toch goed,
Want hij zuiverd, want hij zuiverd,
O! wat is de wijn toch goed,
Want hij zuiverd ons het bloed.
Wie zou dan geen fles graag legen,
Tot den bodem wel ter degen;
Een glas goeden roode wijn,
Wanneer men gezelschap heeft,
't Is de wijn die, 't is de wijn die,
Wanneer men gezelschap heeft,
't Is de wijn die vreugde geeft,
Ja wilt haar dan maar gedenken,
En wat veel in 't ronden schenken,
Want bij vreugde is de wijn,
| |
| |
Gaat men naar de Kermis toe,
Is de wijn niet, is de wijn niet,
Gaat men naar de Kermis toe,
Is de wijn niet zelden moê,
Krelis met zijn lief Katrijntje,
Houd zich ook bij koek en 't wijntje,
Hij zegt ook als dat de wijn,
Heeft men soms tot slapen lust,
't Is de wijn die, 't is de wijn die,
Heeft men soms tot slapen lust,
't Is de wijn die spoedig sust,
Wilt dan slegts een flesje kraken,
Dan zult gij in slaap geraken,
Want voor slaaplust is de wijn,
Hebt g' ook wel eens pijn in 't hoofd,
Dan de wijn die, dan de wijn die,
Hebt g' ook wel eens pijn in 't hoofd,
Dan de wijn die gaauw verdoofd,
Want wilt gij genezen wezen,
Drinkt een glaasje zonder vrezen,
Want voor hoofdpijn is de wijn,
| |
| |
Zijt g' ook soms niet goed g'humeurd,
En wilt gij zijn, en wilt gij zijn,
Zijt g' ook soms niet goed g'humeurd,
En wilt gij zijn opgebeurd,
Dan maar weer een flesje kraken,
't Zal U weder vrolijk maken,
Hier voor ook, is roode wijn,
Of hebt g' eens een huiskrakeel,
Weer een glaasje, weer een glaasje,
Of hebt g' eens een huiskrakeel,
Weer een glaasje door de keel,
Dan zult gij U niet meer kwellen,
En de rust weer gaauw herstellen,
Want voor twisten groot en klein,
Ziet dit alles doet de wijn,
Twisten staken, vrolijk maken,
Ziet dit alles doet de wijn,
Is het dus geen medicijn,
Komt, laat ons een kring formeeren,
En dat ed'le sap ter eere,
Roepen als uit eene mond,
Roode wijn die is gezond.
|
|