Zaan-vreugd, opgedragen aan de Zaan-landze jeugd
(1790)–Anoniem Zaan-vreugd, opgedragen aan de Zaan-landze jeugd– Auteursrechtvrij
[pagina B3v]
| |
[pagina B4r]
| |
Zorg toch dat niemand ons verspied,
Wil u met wolken overdekken;
Dat zelfs geen Argus oog ons ziet,
Als wy ons hart tot liefden wekken;
Zorg dat geen blos, myn Cloê dekt,
Waar door ze my heur liesde ontrekt.
Ach! laat my toch, ô schoone Maan!
Hier onder 't lommer van deez' linden,
Met lieve Cloê, veilig staan,
Op dat wy ons te saam verbinden;
Met 't duister floers op ons gelaat,
Doch schyn, als 't op een scheiden gast.
|
|