Zaan-vreugd, opgedragen aan de Zaan-landze jeugd
(1790)–Anoniem Zaan-vreugd, opgedragen aan de Zaan-landze jeugd– Auteursrechtvrij
[pagina A4v]
| |
Eerzang voor Zaandam,Wijz: ‘Het regend, Herderinne! enz.’
| |
[pagina A5r]
| |
Schoon volkrijk als de Steden,
Besluit ons wal noch poort;
Vrij uit en in te treeden
Is 't voorrecht van dit oord.
Zoo luchtig als wy woonen
Zoo ruim is ons gemoed
Om gulle vreugd te toonen,
Door naarstigheid gevoed.
De Koopzorg zoo verheven
Als rijk en uitgebreid,
Verschaft steeds vuur en leeven,
Aan onze werkzaamheid.
Waar word het land gevonden.
Dat door 't beroemd Zaandam
Geen voorraad wordt gezonden
Of nooit daar van vernam?
| |
[pagina A5v]
| |
Waar zich de Leeuw laat temmen,
Waar Surinaamen vloeit,
Waar Wallevisschen zwemmen
En waar de Peper groeit
Bezoeken wij de kusten,
Met onvermoeide vlijt;
De Koopmanschappen rusten
Zoo weinig als de tijd!
De Zaan en 't Y, verpligten
Om strijd ons oog en smaak,
Met schoone vergezigten,
En wiss'ling van vermaek.
Daar zeild een snelle Boeijer
Het water over 't boord?
Gints trekt een sterke Roeijer
Een Glaazen-Tentjagt voort.
| |
[pagina A6r]
| |
Bedekt het rijm de boomen
De vorst de gladde Zaan,
Onze IJsvreugd is volkoomen
't Zwierd alles af en aan.
Hoe meenig harde draver
Betaald, met zwoeg op zwoeg,
't Genot van hooi en haver
Zijn Meester duur genoeg!
Noordhollandsch Koopgezinden.
Zijn grootendeels verpligt,
Hun doortogt hier te vinden
Naar 't groote Markt gesticht.
Ook de eedle Wetenschappen,
En Kunsten vord'ren hier,
Tot onderscheiden trappen
In smaak, in kunde en zwier.
| |
[pagina A6v]
| |
De Vreemd'ling, opgetoogen.
Wanneer hij ons bezoekt,
Ziet met verwonderde oogen
Hoe zich Zaandam verkloekt,
Om Molens te doen draaijen
Ten dienst van 't Koopbedrijf,
Om vlaggen te doen waaijen
De Scheepvaart ten gerijf.
De bonzende Olijslager,Ga naar voetnoot(*)
De Scheepen hier gebouwd,
De zwaare Balkenzaager,
Het Vaderlandsch behoud.
De onwrik'bre vaste Sluizen,
Het schoon met smaak gepaard
In woon- en zomerhuizen,
't Maakt al Zaandam vermaard.
W. H
|
|