[YANG 44ste jaargang nr. 1 - april 2008]
Vooraf
Bij de tijd te blijven zonder te vervallen in meeloopgedrag of apathie, daarvoor is kritische massa vereist. De ruimte tussen onze kaften, van beeld voorzien door Anne Judong die vanaf nu de beeldredactie voert, blijft openstaan voor werk waarin zowel greep op de wereld wordt gezocht, als verzet wordt gepleegd tegen onwelgevallige grepen van vijanden, evennaasten, concurrenten en collega's. Hoe de literaire tekst deze positiebepaling mogelijk maakt, soms zelfs met een door sommige andere redacties gevreesde ‘stelligheid van visie en toon’, zal elke jaargang en elke aflevering opnieuw worden uitgetest.
De vraag of de dagbladkritiek als collegiale factor niet compleet is uitgespeeld, ligt aan de basis van het dossier over literaire kritiek. ‘Kritische massa’ biedt inzicht in het werk van recensenten op de vloer door middel van twee nuchtere genres: ‘essenties van recensies’ tonen uittrekselgewijs met welke vooronderstellingen de hedendaagse recensent zich van zijn kritische taak kwijt; middels de vraag ‘waarom recenseren?’ troggelden we enkele beginnende recensenten een mission statement af. Teksten van Simon Vestdijk en Roland Barthes geven deze actualiteiten een ruwe geschiedenis, de essays van Marc Reugebrink en Stefan Hertmans stellen zich tegen het kwijnen van de kritiek teweer door haar haar bredere, expliciet publieke inbedding te hergeven. Een fragment uit Het wetboek van Perelà, de nog onvertaalde futuristische romanklassieker van Aldo Palazzeschi, zorgt voor een historische en allegorische noot. Het hoofdpersonage, een man van rook, ontpopt er zich tot een kritische instantie malgré lui. Hij brengt de burgerlijke maatschappij meer in verlegenheid dan de ‘criticus van de officiële staatsliteratuur’ die geen millimeter wijkt en prat gaat op de opvouwbare verrekijker in zijn vestzak.
De nieuwe writer in residence Frank Vande Veire trekt in zijn eerste bijdrage meteen van leer tegen het consensusdiscours dat in feite het failliet van elke