Yang. Jaargang 43
(2007)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 369]
| |
Dietsche Warande & BelfortWat af is, is niet gemaakt, zo luidt de titel van een aantal, in 1987 verschenen vertaalde essays van Paul Valéry, en bij het gerenommeerde tijdschrift Dietsche Warande & Belfort (tegenwoordig DW B, mét spatie) heeft men het ter harte genomen. In korte tijd verschenen maar liefst twee nummers waarin de redactie, of door de redactie ingehuurde samenstellers extra muros verzet lijken te willen aantekenen tegen wat ooit werd gemaakt. In juni 2006 verscheen een nummer dat Deleted Scenes heette en waarin een aantal auteurs werd gevraagd om nieuwe slothoofdstukken of ingebedde passages te schrijven bij reeds bestaande, zeg maar gerust: afgeronde romans uit de Nederlandstalige literatuur. In februari 2007 verscheen Nieuwe kaas, waarin DW B een ‘aangevulde, herziene Elsschot’ wilde brengen. Zoiets kan geen verbazing wekken voor een tijdschrift dat blijkens een toespraak van hoofdredacteur Hugo Bousset in 1993Ga naar eind19 meer warande dan belfort wilde zijn. Refererend aan een tekst uit het verleden, stelt hij: Misschien is het in een tijd waarin ijzersterke ideologieën en onwrikbare poëtica's opnieuw de kop opsteken uitdagend om het allemaal opnieuw te doen, om DWB zeer bewust een warande te laten zijn, een speels labyrint, een diergaarde voor kinderen van nu, een tuin om te wandelen al peinzend, maar ook een park vol lustprieeltjes waar men de liefde bedrijft, al was het met woorden. (...) [I]n onze warande is er geen spoor van belfort meer om je op te richten, geen maatstaf, geen gids en zelfs geen raster. Er is niets dan literatuur. Hoewel er soms ook theater zal zijn, fotografie, plastische kunst, opera, film, en zelfs in dit oudste aller Vlaamse literaire tijdschriften beeldverhaal, fotoroman en videoclip. DW B als het tijdschrift van de spielerei, van literatuur als lustprieel, met de haast negentiende-eeuwseGa naar eind20 vrijblijvendheid van een lome zondagmiddag tussen de hoepelrokken en de vadermoorders. In één woord: literatuur als bijzaak van ook haar eigen serieuze bedoelingen, als één van de parafernalia in de sacoche van moeder de vrouw.Ga naar eind21 Toch doet men met een dergelijke benadering het tijdschrift onrecht. In een nummer uit 2001 wordt aan het beeld van het lustprieel en aan de expliciete verzekering dat poëticale praatjes met literair-politieke bedoelingen achterwege zullen blijven haast terloops toch nog iets toegevoegd. ‘Vernieuwing moet zo permanent en evident zijn dat ze onzichtbaar wordt,’ zo heet het dan in het eerste redactioneel van de jaargang, en daarmee doemt achter alle gewiste scènes en recepten voor nieuwe kaas op oude planken dan toch een poëtica op - als men wil: zelfs een tamelijk onwrikbare poëtica. DW B is het tijdschrift van het zich vrolijk naar de rand schrijvende postmodernisme, van de tot voorschrift geworden bevrijding van voorschriften. De vrijblijvend- | |
[pagina 370]
| |
heid waartoe dit niet zelden lijkt te leiden is bij nader inzien een continue bevraging van alles dat en iedereen die paal en perk wil stellen aan de veelkantige werkelijkheid. Of lijkt dat toch te willen zijn. Anders gezegd: DW B blijft het tijdschrift dat ‘de traditie van de breuk’ met alle middelen verder wenst te zetten. Het is een tijdschrift dat, liefst zonder het met zoveel woorden te zeggen, vooral wil ontmaskeren. Zelfs al betekent dit dat het daarvoor de literatuur eerst zelf een mombakkes op moet zetten. De vraag of het tijdschrift daardoor niet juist in de pas loopt met een samenleving die, in ieder geval op cultureel, en misschien zelfs op politiek vlak het postmodernisme allang als algemeen beginsel heeft omarmd en verder alle belangrijke kwesties aan de markt heeft overgelaten, dringt zich weliswaar op, maar blijft vooralsnog onbeantwoord. Het verzet tegen afgeronde romans uit het verleden kan, ondanks het tot niets verplichtende, onmiskenbare vermaak dat het biedt, in laatste instantie immers altijd nog uitgelegd worden als juist een verzet tegen het product roman, en dus tegen juist het marktdenken dat dankzij precies dit soort postmodernisme vrij spel kreeg. Maar ergens tussen gewiste scenes en nieuwe kaas lijkt de warande niet zelden zijn eigen gebetonneerde belfort te zijn geworden, een Disney-uitvoeringGa naar eind22 van het lustprieel - al mag het dan niet zo heten. (mr) | |
[pagina 371]
| |
[pagina 372]
| |
|