Yang. Jaargang 43
(2007)– [tijdschrift] Yang– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 349]
| |
BarbarberBarbarber (1958-1971) was al minstens de tweede na-oorlogse beweging in de Nederlandse letteren waarin een ‘te laat’ met een ‘nogmaals’ goedgemaakt moest worden. De experimentele poëzie van Vijftig gold al als een inhaalbeweging om ook in de Polderlandse letteren datgene te brengen wat internationaal gesproken - zelfs in Vlaanderen, dat toch maar mooi zijn Van Ostaijen had - al min of meer gepasseerd was. Het verhaal gaat dat de initiatiefnemers van dit tijdschrift (G. Brands, K. Schippers, J. Bernlef, zij het aanvankelijk nog onder hun eigen namen, respectievelijk: Gerard Bron, Gerard Stigter en Hendrik Jan Marsman) min of meer verbaasd waren dat niet zij, maar dada en Duchamps c.s. aan de wieg stonden van deze specifieke vorm van literatuur bedrijven. Weliswaar was er in 1958 in het Stedelijk Museum van Amsterdam een tentoonstelling over dada geweestGa naar eind4 die zij alle drie bezochten (met in de catalogus teksten van Tristan Tzara, Man Ray, Raoul Hausmann, Kurt Schwitters, Richard Hülsenbeck en Hans Richter), maar zelfs daarna hadden ze niet het idee dat hun, aanvankelijk gestencilde blaadje op enigerlei wijze een voortzetting of zelfs een heruitgave van dada was. Dat laatste klopt ook wel min of meer: het politieke aspect ontbrak bij Barbarber - desondanks ook wel neodadaïsten en soms nieuw-realisten genoemd - en voor de hand liggende allianties, zoals bijvoorbeeld met Provo in de jaren zestig, kwamen niet tot stand. (Nationaal) literair historisch gesproken was Barbarber een volgende stap in een proces dat met de Vijftigers een aanvang had genomen: een poging het romantisch grondpatroon van de poëzie nog rigoureuzer te verstoren dan de experimentelen voor hen hadden weten te doen, al klinkt deze formulering veel theoretischer dan Barbarber ooit is geweest. Men wilde de werkelijkheid zelf zo ongefilterd mogelijk voor het voetlicht brengen zonder tussenkomst van een interpreterende instantie, zonder de gevoelsinmenging van een dichter in de klassieke zin van het woord. Men wilde - en daar ligt dan een verschil met de Vijftigers - uitdrukkelijk niet literair zijn. Barbarber was ‘een tijdschrift voor teksten’ - en dat laatste woord dient men heel letterlijk te nemen. Wie de jaargangen nu doorbladert (of het in 1990 verschenen Barbarberalfabet nog eens ter hand neemtGa naar eind5) vindt daarin van allerlei: van menukaarten tot kattebelletjes, van perskaarten tot getekende instructies over hoe een das te knopen, strips, schaakproblemen uit de krant en nog andere zogenaamde ready-mades. Maar ook de poëzie van Bernlef en Schippers die de verwondering over het gewone, direct voorhandene weer op de kaart wilde zetten, zoals in ‘De autobe- | |
[pagina 350]
| |
zitter’ van de laatste: ‘Er stapt een man in een auto / verricht de nodige handelingen / voor het rijden / en rijdt / daarna / dan ook / inderdaad / weg.’Ga naar eind6 Er staan teksten in van bewonderde voorgangers als Marcel Duchamps, Kurt Schwitters of René Magritte, van Erik Satie, John Cage, Francis Picabia, Raymond Radiguet of Daniil Charms. Het gaat om toeval en misverstand, om het uit zijn eigen context halen van het doodnormale door het binnen de context van de literatuur te brengen. Het doodnormale werd zo iets heel specifieks en bijzonders, terwijl het vanuit de literatuur zelf bezien om banaliteiten leek te handelen. Het sympathieke van Barbarber is waarschijnlijk altijd geweest dat de poëticale, literatuurpolitieke bedoelingen die het tijdschrift werden toegeschreven eerder op rekening van de beschouwers komen, dan op het conto van de redacteuren. Wie de grenzen rond de literatuur slecht, wie middels een tijdschrift continu de vraag wat literatuur, en bij uitbreiding: wat kunst eigenlijk is, op de agenda lijkt te plaatsen, heet al snel revolutionair of avantgardistisch te zijn. Maar bij Barbarber - in tijdschriftverband, maar ook daarbuiten, bij de betreffende redacteuren afzonderlijk - heb je altijd het gevoel dat de literatuurpolitieke betekenis op zijn hoogst, en ook dan met de nodige tegenzin, een bijproduct is van de verlangde verwondering. (mr)
[Kruiswoordraadsel]
| |
[pagina 351]
| |
[Barbarber]
| |
[pagina 352]
| |
[Automatisme]
| |
[pagina 353]
| |
[Foxtrot]
| |
[pagina 354]
| |
[Munt]
| |
[pagina 355]
| |
[Snijboon]
|
|