Personalia
samuel beckett (1906 1989) hield van Dante, vrouwen, zwervers en cricket, en vond ooit in Frankrijk een baan als secretaris van Joyce. Onder het motto ‘beter falen’ schreef hij een hoop proza, poëzie, toneelstukken, hoorspelen en tv-spelen. Bij de uitreiking van zijn Nobelprijs in 1969 had hij wel iets beters te doen. Nu zijn honderste verjaardag wordt gevierd, kijken de mensen liever naar zijn foto dan naar zijn teksten.
rachel blau duplessis is literatuurwetenschapper, dichter, essayist en feminist. Ze schreef onder andere Genders, Races, and Religious Cultures in Modern American Poetry, 1908-1934 (Cambridge University Press, 2001). Haar laatste poëziebundel is DRAFTS: Drafts 39-57, Pledge with Draft, Unnumbered: Précis (Salt Publishing, 2004). DuPlessis is Professor Engels aan de Temple University in Philadelphia.
gilles deleuze (1925-1995), Frans filosoof, passioneel uitvinder van talloze subversieve concepten. Maakte zich naar verluidt in eigen land altijd angstig uit de voeten bij het horen van de woorden ‘débat démocratique’. Zijn belangrijkste ideeën over literatuur zijn te vinden in Proust et les signes (1964), Kafka, pour une littérature mineure (met Félix Guattari, 1975), Dialogues (met Claire Parnet, nieuwe editie 1996) en Critique et clinique (1993).
kurt devrese is werkzaam in en met diverse media. Vertaalde onder meer werk van Eliot Weinberger, Jerome Rothenberg en Gary Snyder. Zie ook www.alligatorzine.be.
lise gosseye studeerde in 2004 af als licentiaat in de Germaanse talen en voegde daar in 2005 een master in de literatuurwetenschappen aan toe. Momenteel werkt ze voor het Centrum voor Genderstudies aan de Universiteit Gent.
piet joostens (1972) is redacteur van yang, auteur en vertaler van voornamelijk gedichten en essays. In De Witte Raaf nr. 119 verschenen zijn eerdere Deleuze-vertalingen ‘Naschrift bij de controlemaatschappij’ en ‘Wording en controle’, beide uit de bundel Pourparlers (1990).
jeroen mettes (1978) is redacteur van yang en verbonden aan de opleiding Literatuurwetenschap van de Universiteit Leiden.
jan h. mysjkin (1955 geboren te brussel), leidt een halfnomadisch bestaan tussen Amsterdam, Boekarest en Parijs. Begin dit jaar verzorgde hij een dossier over en met Nederlandse poëzie sinds 1950 voor het Franse tijdschrift Europe. In boekvorm verschenen vertalingen van Dinu Flamand (Lenticula, met etsen van Klasien Boulloud), Nichita Stanescu (De onwoorden, in een vormgeving van Danny Dobbelaere), Werner Lambersy (De eerstgeborene, met etsen van Maya Boisgallays) en Cees Nooteboom ((De slapende goden, met lithografieën van Jürgen Partenheimer).